FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

De mensen van de Vluchtgarage hebben eten nodig

De kop kan niet vrolijker. De mensen van de Vluchtgarage in de Bijlmer slaan soms een dag normaal eten over omdat er niet genoeg is.

Er moest eerst een dode vallen, maar de Vluchtgarage heeft nu de aandacht van de Tweede Kamer en het kabinet. In een ruzie tussen twee mannen op de tweede verdieping – naar verluidt onder invloed – is er iets gebeurd waardoor uiteindelijk één van de twee overleed. Tragisch, noemen de bewoners van de garage het. Maar het moest een keer misgaan.

De mannen zitten zonder verwarming, zonder warm water, zonder stabiele electriciteit. Privacy bestaat niet in de kantoren, die met doeken tot compartimentjes zijn gemaakt. Douchen gaat met een emmer, kleren drogen doen ze buiten, net voorbij de stank van muizenpis, bovenop het parkeerdek.

Advertentie

Maar wat de situatie allemaal nog nét wat naarder maakt dan het van zichzelf al was, is dat de vluchtelingen niet genoeg te eten hebben.

"Ik plan het in," zegt Teklay Fisaha in minimaal Engels. "Vaak eet ik om de dag een maaltijd. De dag ertussenin stil ik de honger met brood en chocopasta." Teklay's kinderen wonen in Sudan en hij was vooruit gereisd om een beter leven te vinden. "Tot nu toe is het leven eigenlijk hetzelfde als in Sudan."

Wacht dat #vanderLaan van retour afzender??!! #vluchtgarage #uitgeprocedeerd Bekommer je maar eens om onze ouderen! http://t.co/x6MYNESaIJ
— Esther (@Esthervt500) 28 augustus 2014

De bewoners van de Vluchtgarage zijn afhankelijk van vrijwilligers die twee keer per week eten komen brengen. Soms heeft iemand wat zwart werk kunnen doen in de buurt en kunnen ze met dat beetje geld eten halen in de buurt.

Op de dag dat ik langskwam waren er een paar verschillende dingen te eten. Ik heb wit brood gezien met ei – genoeg voor de vijf mannen die ervan aten. Er lagen een paar Turkse broden verspreid en overal in het pand stonden potjes pindakaas en chocopasta. Teklay Fisaha was toen ik 's middags met hem sprak bezig met een potje bonen met wat kip, wat lekker rook. Dat was het voor hem vandaag.

In Amsterdam zijn eigenlijk twee groepen te onderscheiden. De eerste is een rondzwervende groep die in allerlei verschillende panden heeft gezeten waar het woord 'Vlucht-' voor is gezet: de Vluchthaven, de Vluchtkerk en het Vluchtkantoor, onder andere. De tweede groep zit in de Vluchtgarage, die al anderhalf jaar gekraakt wordt en waar de mensen stabiel – maar onder de maat – verblijven.

Advertentie

Adam Hussein neemt de voedselverdeling vaak op zich. "Hoe moeten we zo leven," vraagt hij me. "Hoe kan het dat we zo leven in Europa? In Nederland nog wel? Als het koud wordt, wat moeten we dan?"

De burgemeester van Amsterdam trekt zich het lot van de vluchtelingen aan, maar de handen van Van der Laan zijn ook gebonden door landelijke wetgeving. Hij ziet een oplossing in 'Bed, Bad en Brood', zei hij gisteren tegen de verzamelde media: "Ik heb voor ogen dat het iets wordt wat we nu doen voor daklozen. Dus je komt daar 's avonds om zeven uur, je eet, je doucht, je slaapt goed. En de volgende ochtend om acht uur ga je weer weg. Dat is niet leuk, maar dan in ieder geval hou je je gezondheid – en eten: bed, bad en brood."

Dat is een goede oplossing voor vooral die mensen die nog van pand naar pand over straat zwerven. Maar als de mensen van de Vluchtgarage op dat systeem overschakelen, zijn ze hun vaste plaats overdag kwijt en lopen ze over straat.

Bovendien lost het het onderliggende probleem niet op. Veel mensen bij de Vluchtgarage zitten in een uitzichtloze situatie waarbij hun eigen land ze niet terugwil en Nederland ze ook niet laat blijven. In alle volledigheid: niet iedereen in de Vluchtgarage zit in die situatie. Er hebben zich ook 'gewone' illegalen aangesloten: iemand die nog niet de moeite had genomen om überhaupt asiel aan te vragen, bijvoorbeeld. En ik sprak ook mensen bij wie doorvragen niet leidde tot antwoorden, maar meer vragen.

Advertentie

Maar de echte schrijnende gevallen zijn er zeker, en Nederland moet daar een oplossing voor vinden.

Want veel deprimerender dan het verhaal van Teklay wordt het niet. Hij vluchtte met zijn vrouw en vier kinderen voor de oorlog in Eritrea naar Sudan. In Sudan overleed zijn vrouw aan kanker. Zijn kinderen liet hij achter bij zijn blinde moeder en hij trok vooruit op zoek naar hulp. Via de Sahara kwam hij in Libië en daar laadde hij zich op een bootje naar Italië. In Italië betaalde hij geld voor een bus naar Zweden, maar hij werd in de verkeerde bus naar Amsterdam gezet.

Eritrea wil hem niet terug, Sudan wil hem niet en Nederland ook niet. Zijn vier kinderen heeft hij anderhalf jaar niet gezien, en nu leeft hij sommige dagen op weinig anders dan wit brood en chocopasta in Amsterdam-Zuidoost.

Mocht iemand het leuk vinden om langs de garage te fietsen met een zak appels: het adres is Kralenbeek 100 in Amsterdam.