Waarom je iemands mening over politiek niet kunt veranderen

FYI.

This story is over 5 years old.

Waarom je iemands mening over politiek niet kunt veranderen

Feiten zullen de politieke opinie niet beïnvloeden. Maar wat dan wel?

De vraag hoe je iemands politieke opvattingen kunt veranderen, is waarschijnlijk nog nooit zo veel besproken als in de laatste tijd. Ondanks een overdaad aan aanvallen op Donald Trump – over zijn belastingaangifte, beschuldigingen van seksueel geweld, racisme en vreemdelingenhaat, en zijn nauwe banden met de Russische president Vladimir Poetin, is de rijke realityster verkozen tot president van de VS. Met vrijwel niets anders dan grove leugens, politiek toneelspel en losgeslagen emoties heeft de nieuwe president toch veel stemmers binnengehaald.

Advertentie

Bijna vierhonderd jaar geleden publiceerde de bekende Engelse filosoof Francis Bacon één van zijn beroemdste werken: Novum Organum. Daarin schreef Bacon een passage die het huidige politieke klimaat perfect weerspiegelt, als je het door de juiste lens bekijkt. "Wanneer een persoon zijn mening heeft aangenomen en gevormd, haalt hij er van alles bij om die mening te bevestigen en vast te houden," beschrijft Bacon het fenomeen dat tegenwoordig "tunnelvisie" wordt genoemd.

 "Zelfs wanneer er meer en sterkere bewijzen zijn die een mening tegenspreken dan bevestigen, kijkt de persoon hier vaak overheen, behandelt ze als verwaarloosbaar of probeert ze zoveel mogelijk te verwerpen".

Wetenschappers hebben zich veel bezig gehouden met het bestuderen van de menselijke psychologie en de vraag op wat voor manier mensen leugens accepteren. Afgelopen maand verscheen in het vakblad Scientific Reports een artikel over een onderzoek waarin werd uitgelegd hoe mensen bij hun eigen politieke overtuigingen blijven, ook als ze worden bestookt met feiten die lijnrecht tegenover hun eigen opvattingen staan. Dat zorgde er zelfs voor dat de mensen alleen maar meer in hun politieke overtuigingen gingen geloven.

Deelnemers aan het onderzoek werden op twee verschillende manieren onderzocht: ten eerste werden hen uitspraken voorgeschoteld die niks met politiek te maken hadden. "Thomas Edison heeft de gloeilamp uitgevonden," bijvoorbeeld. De meeste participanten waren het eens met deze uitspraak, doordat dit onderwerp vaak genoeg is besproken tijdens de geschiedenisles op school, en omdat het ook wel een beetje wordt beschouwd als algemene kennis.

Advertentie

De onderzoekers legden de proefpersonen nog zeven uitspraken voor die vergelijkbaar zijn met dit voorbeeld, en kwamen daarna met bewijs dat elke uitspraak eigenlijk niet klopte.

"Edison heeft misschien patent aangevraagd op de gloeilamp, maar er zijn eerdere voorbeelden van anderen die vormen van licht via elektriciteit hadden gecreëerd, lang voordat Edison de gloeilamp bedacht", vertelt hoofdonderzoeker Jonas Kaplan. Het is een voorbeeld van tegenstrijdig bewijsmateriaal dat na de uitspraak is voorgelegd aan de participanten. Wanneer deze feiten werden voorgelegd aan de participanten schaafden veel van hen hun mening over Edison bij. Dat terwijl het tegenstrijdige bewijsmateriaal eigenlijk niet waar is, en dus misleidend.

"In zekere zin is het gelukt om de participanten te overtuigen met leugens," vertelt Kaplan. "We zagen dat ze de andere kant van het verhaal bijna altijd als een openbaring zagen en niet als een belediging van hun intelligentie".

De tweede fase van het onderzoek ging hetzelfde, ook met acht uitspraken en acht tegensprekende argumenten. Alleen hadden de uitspraken in deze tweede fase met de politiek te maken.

"De Verenigde Staten moet zijn militaire uitgaven verminderen," was één van de politieke uitspraken die Kaplan als voorbeeld geeft. Deze uitspraak veroorzaakte felle reacties bij de proefpersonen, die door MRI-scans werden geregistreerd in hun hersenen.

"Bij het politieke gedeelte van het onderzoek zagen we veel activiteit binnen de amygdala en de insula. Dit zijn de gedeeltes van de hersenen die binnenkomende informatie koppelen aan emoties, gevoelens en ego," vertelt Kaplan. "Identiteit is sterk gekoppeld aan politiek, dus wanneer mensen het gevoel krijgen dat hun identiteit wordt aangevallen of uitgedaagd, lopen ze vast".

Advertentie

Kaplan vertelt dat alle politieke uitspraken bedacht waren om links denkende participanten op emotioneel vlak uit te lokken. De onderzoekers (inclusief de populaire links denkende schrijver en journalist Sam Harris, en Kaplan's collega Sarah Gimbel), screende links denkende participanten door hen toetsen te laten maken waarbij om de mening werd gevraagd.

"Ik zou ook graag willen weten wat de reacties van conservatieve participanten zou zijn, maar het fundamentele probleem zal denk ik hetzelfde blijven".

Duidelijk is dat dit problematisch kan zijn voor politici of politieke partijen die vooruitgang proberen te boeken (of in ieder geval gemeenschappelijke meningen proberen te delen met hun tegenstanders). Een goed voorbeeld hiervan: tijdens beide termijnen van Barack Obama werden de Republikeinen door de vele werkonderbrekingen en het overmatig gebruik van parlementaire obstructies gestraft voor de ophoping aan wetgevende overleggen die ze zelf hadden veroorzaakt. In de laatste acht jaar zijn er zelfs zo weinig compromissen behaald dat de 112 de en de 113 de  congressen de boeken in gaan als de twee minst productieve congressen in de geschiedenis van de Verenigde Staten.

Mark Lonabaugh (oud hoofd van de afdeling strategie van de presidentiële campagne van Bernie Sanders) vertelt me dat de moderne staat van het politieke debat veel meer een "kooigevecht van emoties" is geworden. Beleid, ooit het belangrijkste wapen binnen de ringen, wordt tegenwoordig meer gezien als een warm-up voor de echte wapens om de harten en de hoofden van de stemmers te overwinnen. Het gaat nu om persoonlijkheid, controverse en naamsbekendheid. Dat laatste is wel duidelijk geworden voor Sanders tijdens zijn strijd met Hillary Clinton in de voorverkiezingen.

Advertentie

Longabaugh vertelt dat veel democratische stemmers er gewoon van overtuigd waren dat niemand anders dan Hillary Clinton dé kandidaat voor de democratische partij was. Dit ondanks het feit dat veel uitingen van Sanders zijn overgenomen door de democratische partij, en hebben geholpen bij het vormgeven van de uiteindelijke democratische koers. Clinton was volgens Langabaugh voor velen de "veilige en zekere" inzet, terwijl juist Sanders zowel het progressieve beleid als vurige proza naar voren bracht die het populisme van Trump konden bestrijden.

"De twee kandidaten die afgelopen verkiezingen de grootste impact hadden op hun partijen waren Bernie Sanders en Donald Trump. Beiden hadden een verhaal te vertellen, en dat is iets wat bij Clinton ontbrak," zegt Longabaugh.

"Toen Bernie zijn kandidaatschap bekendmaakte, bestempelden de media dat als een grap – volledig ongeïnspireerd. Uiteindelijk bleek het tegenovergestelde te gebeuren. Sanders had een boodschap – dat de werkende middenklasse van zijn land leed en dat de economische ongelijkheid, in veel gevallen, de oorzaak van de vele problemen was. Hij vertelde de mensen dat er een probleem was en bleef vasthouden aan een vaag argument dat hij het zou oplossen".

Volgens Longabaugh ligt de toekomst van de politiek niet bij het veranderen van de overtuigingen van de mensen. Het gaat erom de zwevende kiezers te overtuigen om zich bij de juiste kant van de geschiedenis aan te sluiten.

In sommige opzichten is dat een wat sombere verklaring. De gevestigde conservatieve of progressieve stemmers gaan niet opeens van mening veranderen door conventionele kwesties op hen af te schieten. Toch ziet Longabaugh dat anders. Hij is eigenlijk heel optimistisch.

"Het is niet nodig om de gedachten van mensen te veranderen," vertelt hij, wijzend op de piek van mensen uit de jongere generatie die hun hoop op Sanders hadden gevestigd tijdens de voorverkiezingen. "Het echte probleem is niet dat we tegenstanders moeten overhalen om zich bij ons kamp aan te sluiten. Dat zal nooit het ideale politieke klimaat creëren. Het is juist nodig om tussen alle tegenstrijdige overtuigingen  een compromis te vinden, en we hebben jongen mensen nodig die erin geloven dat dat haalbaar is".