Identiteit

Waarom voelt de Nederlandse politiek zo zielloos aan?

Kerncentrales, groeiende vermogensongelijkheid en een leenschuld aan je broek: na tien jaar tegenvallende Rutte-kabinetten lijkt ook dit regeerakkoord weer vooral een teleurstelling.
Rutte IV regeerakkoord

Als je iets van media hebt gezien heb je het niet kunnen missen: vorige week lag er dan eindelijk een nieuw coalitieakkoord, zoals besproken en besloten door Mark Ruttes VVD, Sigrid Kaags D66, Wopke Hoekstra’s CDA en Gert-Jan Segers’ ChristenUnie. Het was het resultaat van 271 dagen onderhandelen, en in plaats van dat het gevoelens van nieuw elan of vertrouwen in de ‘nieuwe bestuurscultuur’ veroorzaakte, leverde het eigenlijk alleen nog maar gelatenheid op. Waarom voelt de politiek zo zielloos? 

Advertentie

Akkoord

Het coalitieakkoord zelf komt op het eerste gezicht over als een soort opluchting (klimaatcrisis en woningnood serieus genomen is tenminste iets), maar als je er beter naar kijkt voelt het hol aan. 

De jubelton – de ton die rijke ouders belastingvrij aan hun kinderen kunnen schenken om er een huis mee te kopen – wordt afgeschaft, zodat het speelveld hopelijk iets gelijker wordt voor mensen die een huis willen kopen. Tegelijkertijd wordt er (volgens deze GroenLinks-medewerker) weinig tot niets gedaan aan vermogensongelijkheid, waardoor de kloof tussen de mensen met centjes en mensen zonder alleen maar toeneemt. 

Er wordt in het coalitieakkoord expliciet genoemd dat er wordt ingezet op het voorkomen dat er meer mensen op straat komen te staan, maar niks gezegd over hoe het lot van de dak- en thuisloze mensen die nu op straat leven (een groep die onder Rutte in tien jaar tijd verdubbeld is) wordt verbeterd. Mensen die zijn uitgeprocedeerd komen nog sneller op straat te staan, en de verwachting is dat zonder papieren in Nederland zijn dan ook strafbaar wordt.

Het minimumloon zou omhoog gaan (nice), maar dat gebeurt op z’n vroegst pas in 2023 of 2024 (hmmm). Het gehate en onrechtvaardige studieleenstelsel wordt eindelijk afgeschaft (goed!), maar dat zal pas in 2023/2024 gebeuren (hmm) en de compensatie die nu wordt genoemd voor de studenten die wel onder het leenstelsel vielen is te laag (slecht). Voor 5 februari zijn er al compensatieprotesten aangekondigd, en ook jongerenpartijen roeren zich om de compensatie voor studenten beter te regelen

Advertentie

Op het gebied van klimaat worden er miljarden extra geïnvesteerd (oké), maar komen er ook twee kerncentrales bij (waar nog altijd gigantische problemen mee zijn en wat op de lange termijn alsnog ongelofelijke shit oplevert, en die bovendien misschien pas klaar zijn als we al met onze enkels in het water staan). Er is veel aandacht voor de stikstofproblematiek en biodiversiteit, maar dat was er de afgelopen jaren ook en nu zitten we met vragen als ‘Is de Veluwe nog wel te redden?’ 

Maar goed, al die zaken die in het akkoord worden genoemd zijn nog niet doorgerekend, wie precies de ministers worden is nog niet bekend. Het coalitieakkoord begint overigens met een onderwerp dat wat mij betreft de kern van de zielloosheid van de politiek betreft: het gebrek aan vertrouwen van de burger in de politiek. In ieder geval hebben de opstellers van dit akkoord aangevoeld dat daar de kneep zit, want de absurde derde zin in het coalitieakkoord is: “wij willen het vertrouwen tussen burgers en overheid herstellen.”

Advertentie

Vertrouwen

Hoe kun je vertrouwen herstellen als er geen blijk van daadwerkelijke rekenschap is geweest voor de oorzaak van die kloof? Een van de grote frustraties van de politiek van tegenwoordig is het besef dat mede door corona meer dan ooit beslissingen in Den Haag jou persoonlijk, direct treffen, maar dat je meer dan ooit het gevoel hebt geen invloed op die beslissingen te hebben, omdat er amper gevolgen lijken te zijn voor politici die falen of anderszins verantwoordelijk zijn voor schandalen.

Er volgde een teleurstellend debat over de toeslagenaffaire, waarna Mark Rutte op teleurstellende wijze een motie van afkeuring overleefde, waarna er een teleurstellend lange periode volgde waarin er niks leek te gebeuren, behalve wat geroezemoes achter de schermen en een doorlopend matig, onsolidair en soms ronduit schofterig corona-beleid (‘Dansen met Janssen’, ‘zeg mondkapje waar ga je hene’). 

In de toeslagenaffaire heeft de overheid burgers op een zielsvernietigende manier behandeld, en dat onrecht heeft voor de overheid verschrikkelijk weinig gevolgen gehad. Het kabinet trad af en werd ‘demissionair’. Al een jaar lang geëmmer over het feit dat Mark Rutte geen minister-president is, maar ‘demissionair minister-president’. En dan komt dus de oproep, de wens in het nieuwe coalitieakkoord om “het vertrouwen tussen burgers en overheid te herstellen”. Maar hoe doe je dat opnieuw onder bezielende leiding van Mark Rutte? 

Advertentie

Een deel van de obsessie met Rutte is dat hij er zo lang zit en blijft zitten, en ik denk dat een van de grote problemen daarmee paradoxaal genoeg is dat je je als burger meer herinnert van wat er allemaal gebeurt is in de politiek dan strikt genomen wenselijk is. De Teevendeal, Halbe Zijlstra, Cora van Nieuwenhuizen die na haar ministerschap van Economische Zaken en Klimaat aan de slag ging bij Vereniging Energie-Nederland, de brancheorganisatie van energiebedrijven in Nederland, maar ook Rutte zelf die zei dat hij geen probleem zag met etnisch profileren, die glashard loog over Pieter Omtzigt, enzovoorts, enzovoorts: het blijft aan hem plakken.

Politiek is ook gewoon beslissingen maken over de verdeling van beperkte middelen, en die verdeling zal op een bepaalde manier altijd gepaard gaan met gevoelens van onrechtvaardigheid. Maar goed, you win some, you lose some. 

Als een partij voortdurend aan de macht blijft, als Mark Rutte al tien jaar lang premier is, dan wordt het kennelijk voor veel mensen: you lose some, and then you lose some more. En dat alles blijft aan diezelfde kerel kleven, die niet eens Hugo de Jonge beleefd gedag zegt na  het Dansen met Janssen-debacle. De wet is overtreden, mensen hebben huizen en levens verloren, er is een coronapolitiek zonder uitzicht, zonder echte oproep tot solidariteit. Wat zijn woorden dan nog waard?

Leegte

In de aflevering van Nieuwsuur van 15 december wordt Ruttes rechterhand Sophie Hermans gevraagd of ze wel eens heeft gedacht “moet Rutte niet in het belang van het land een stap opzij zetten?” (lichte parafrase) Hermans haalt diep adem en zegt: “Nee [...], nee, ik vond het ongelofelijk heftig, wat er op 1 april en in die nacht van 1 op 2 april gebeurd is, maar dat heb ik niet gedacht.”’ Ze heeft het niet eens gedacht, beweert zij hier. Het is liegen, terwijl je gelooft dat je niet liegt. Het is volmaakte leegte, sublieme holheid, je rol zo goed spelen dat je je eigen stem vergeet. Is dat wat er gebeurt als je te lang in Ruttes buurt hangt?

In een montage die Nieuwsuur van het afgelopen jaar maakte zie je dat Sigrid Kaag na het debat over de toeslagenaffaire wordt gevraagd of zij, als zij in Ruttes positie was geweest, net zo goed was aangebleven. Ze glimlacht en zegt: “ik was er zelf denk ik mee gestopt, maar ik ben dan ook een ander mens dan hij.” In de montage zie je haar daarna met haar hoofd in haar armen liggen, een slim beeld. Als je lang genoeg aan een verrot systeem meedoet bén je dat systeem.

Advertentie

Een van de beste essays van dit jaar was voor mij Mathieu Segers betoog over Ruttes politiek. In dat stuk duidt hij dat Rutte niet alleen een leider van vlees en bloed is, maar ook een symbool, een teken van de ziel van het land. De ziel van ons land foetert een zwarte collega uit omdat ze het lef heeft een vraag te stellen. De ziel van ons land spreekt wel over solidariteit als het gaat over de reisbranche, maar brengt die solidariteit verder amper in stelling op terreinen waar het er echt toe doet. 

Uiteindelijk moet ik ook wel lachen om mezelf, en het foeteren op Rutte in het algemeen, omdat het zo machteloos aanvoelt. Een beetje met je vuist schudden naar iemand die hartelijk lacht en je vriendelijk toeknikt, zo voelt het soms. Toen Rutte in 2010 aantrad zag ik er nog goed uit, en moet je zien wat er nu van mij is gekomen!

Ik, 2010. Foto: Ewout Lowie

Ik, 2010. Foto: Ewout Lowie

Ik, helaas, in 2021. Foto: Rik van Ittersum

Ik, helaas, in 2021. Foto: Rik van Ittersum

Mensen in mijn familie hebben op hem gestemd, en hoeveel ik er ook over mopper, het lijkt ze niets uit te maken. Zelfs de kritiek op Rutte begint me hol in de oren te klinken, als de ultieme poets die hij ons bakt. De enige die hem echt zijn ware aard af en toe laat zien in de Kamer lijkt Sylvana Simons te zijn. Kan het zijn dat Rutte zo woest op haar wordt omdat zij wel bezielde politiek bedrijft, en hij niet?

Hoe het ook zij: we zitten opgescheept met een machtverslaafde man, en dan niet op de manier zoals een cartoon-dictator dat zou zijn – aan zijn lange snor draaien en zijn monocle kwaadaardig kakelend rechtzettende, maar op een nerd-manier: hij houdt zoveel van de politiek dat het zijn leven is. Wat denkt Rutte overigens dat hij krijgt als hij de langstzittende premier ooit wordt? Zal dan die diepe innerlijke onrust weg worden genomen? Of misschien een vlaggetje. Een oorkonde. de uitwerking van dat blijven zitten is een voortdurend politiek heden, geen ruimte om nieuwe mensen nieuwe fouten te laten maken, een meer dan grijze kerst. 

Dus ja, sowieso krijgen we nog een paar jaar Rutte. Er zijn lichtpuntjes: we hebben Sylvana nog. Lodewijk Asscher is lekker bezig op Twitter. De jeugd organiseert zich om massaal te gaan protesteren. Kraken gaat door. Fijne kerst.