Advertentie
In de jaren tachtig antwoordde de militaire historicus John Keegan op de vraag waarom soldaten vechten met drie simpele woorden: "aansporing, dwang, verdoving." Hoewel Keegan later besloot dat deze theorie toch te simpel was, betoogt Kamienski dat "verdoving" hier letterlijk genomen kan worden. Om andere mensen te kunnen doden, aldus Kamienski, moet de mens zichzelf eerst in een andere gemoedstoestand brengen. Drugs kunnen ervoor zorgen dat soldaten dingen doen die ze anders niet zouden doen – dat ze hun menselijkheid achter zich laten en een nietsontziende vechtmachine worden."Er is genoeg antropologisch bewijs dat we van nature niet oorlogszuchtig zijn," vertelt Kamienski aan de telefoon vanuit zijn huis in Polen. "Het is zeer moeilijk om de grens te overschrijden waar we in staat zijn om andere mensen te vermoorden. Het draait allemaal om hoe een burger verandert in een soldaat die kan moorden zonder dat het een te grote psychologische impact op hem heeft."Lees ook: De nazi's waren dol op drugs
Advertentie
Advertentie
En het naziregime leverde ook drugs aan hun soldaten. Tijdens de invasie van Polen in 1939 werd de drug Pervitin, een soort crystal meth die helpt tegen stress en vermoeidheid en een euforisch gevoel geeft, door duizenden soldaten geslikt. Na de verovering van Polen bestelde het Duitse leger in 1940 35 miljoen Pervitinpillen voor het Lenteoffensief op Frankrijk.Er was weinig aandacht voor het welzijn van de soldaten. De drug werd gebruikt om de oorlogsmachine van de nazi's in een hogere versnelling te zetten. "De nazi's wilden gewoon betere vechters maken van hun soldaten: dat ze langer konden vechten, minder snel vermoeid raakten, en de blitzkrieg op volle snelheid door kon gaan," vertelt Kamienski. Veel Duitse soldaten raakten verslaafd aan de drug. Toen de officiële voorraad opraakte, werd het door familie en vrienden naar hen opgestuurd vanuit Duitsland, waar het vrij te verkrijgen was. "Vandaag schrijf ik u, voornamelijk om wat Pervitin te verkrijgen," schreef Hein, een 22-jarige soldaat die gestationeerd was in Polen, naar zijn familie thuis in Keulen in de vroege jaren veertig.Maar de Duitsers waren niet de enige strijdmacht die draaide op speed. Iedereen deed het: de Engelsen, Amerikanen, Japanners en zelfs de Finnen, die op dat moment de grootste heroïnegebruikers ter wereld waren. "Mijn conclusie zou zijn dat de Tweede Wereldoorlog draaide op speed en meth," zegt Kamienski.In de twintigste eeuw werden drugs (en de maatschappelijke effecten van drugsgebruik) steeds meer in het verdomhoekje gedrukt, waardoor verdovende en stimulerende middelen niet meer door het leger zelf werden aangeleverd. Toch betekent dat niet dat er in de afgelopen decennia geen drugs meer op het slagveld werden gebruikt. Kamienski noemt de Vietnamoorlog "de eerste farmacologische oorlog" vanwege de enorme hoeveelheden drugs die er werden gebruikt - veel historici schatten dat tien tot vijftien procent van de Amerikaanse soldaten verslaafd was aan heroïne.Uiteindelijk is het vooral een verrassing dat er nog niet eerder zo'n breed onderzoek naar drugsgebruik in oorlogstijd is gedaan als in Shooting Up. Tegenwoordig stellen westerse legers zich strenger op tegen drugsgebruik, alhoewel veel terugkerende Amerikaanse soldaten uit Irak en Afghanistan zeggen dat er daar veel "go pills" zoals Adderall in omloop waren, evenals een breed scala aan proteïnepoeders en supplementen om meer spiermassa te kweken. Maar als je naar de geschiedenis kijkt, zou een Viking alleen maar smakelijk moeten lachen om die bescheiden hulpmiddeltjes.Shooting Up door Lukasz Kamienski is nu verkrijgbaar via Hurst Publishers.Lees ook: De Nederlandse cocaïnefabriek