Waarom drie Roemeense priesters de hand van een dode man probeerden te stelen

Vorige week werden in Griekenland drie Roemeense priesters betrapt toen ze de hand van een dode man probeerden te stelen. Dit was niet zomaar een hand van zomaar een dode man: de hand in kwestie was van de heilige Charalampus van Magnesia, die volgens de Roemeens-orthodoxe kerk beschermt tegen de pest en hongersnood.

Lokale media meldden dat de priesters, die het klooster in Kalavrita samen met veertig anderen bezochten, de heilige relikwie probeerden mee te grissen tijdens hun tour door het klooster. De Griekse monniken waren echter goed voorbereid op zulke streken. Het alarm ging af, en de beveiliging snelde op de commotie af. De Roemeense priesters zetten het op een lopen, en – zoals elke ervaren tasjesdief zou doen – gooiden de buit snel weg in een struikje, omdat ze wisten dat het een stuk lastiger is om iemand te veroordelen voor diefstal als je ze niet op heterdaad betrapt met het gestolen item.

Als je niet begrijpt waarom deze mensen zo enthousiast werden van een verschrompelde hand; dat komt doordat relikwieën immens populair zijn in Oost-Europa. In Roemenië gaan mensen regelmatig op bedevaartstochten, waarbij ze grof geld betalen om uren en zelfs dagen in de rij te staan, alleen maar om even de vitrine van een relikwie te kunnen kussen. Deze bedevaarten zijn uitgegroeid tot een gigantische business voor Roemeense kerken, omdat pelgrims deze tochten alleen kunnen boeken bij reisbureaus van de kerk. Doordat kerken ook nog eens vrijgesteld zijn van belasting, is het een zeer lucratieve business.

De priesters probeerden waarschijnlijk ook een graantje mee te pikken van al het geld dat aan deze bedevaarten wordt verdiend door de heilige relikwie mee terug te nemen naar Roemenië, en te zeggen dat ze het op wonderbaarlijke wijze hadden gevonden. Het plan mislukte: de drie priesters werden gearresteerd in Griekenland en zijn uit hun priesterlijke functie ontzet.