Het gaat weer een stuk slechter met de blauwvintonijn

De blauwvintonijn is de absolute koning van de Japanse keuken. Om je een idee te geven van hoe belangrijk de vis in de Japanse keuken is: grofweg tachtig procent van alle blauwvintonijn in de wereld wordt verorberd op het relatief kleine eiland dat Japan is. En ondanks dat Japanners heus wel weten dat hun obsessie met kuromaguro een houdbaarheidsdatum heeft, willen ze hun eetpatroon niet graag veranderen.

Toen de zelfbenoemde 'tonijnkoning' Kiyoshi Kimura eerder dit jaar met veel trots 118 duizend dollar neertelde voor een blauwvintonijn van tweehonderd kilo, zagen veel natuurorganisaties het als de doodsteek voor een volledig ontspoorde industrie. Hoe ironisch dat de geliefde vis zo'n vijftig jaar geleden nog werd gezien als afvalvis die voornamelijk werd gebruikt in blikjes kattenvoer.

Dat het niet goed gaat met de vis is bekend, maar nieuwe cijfers laten zien dat het echt heel erg slecht gesteld is met de blauwvintonijn. Een rapport van de International Scientific Committee for Tuna and Tuna-like Species in the North Pacific Ocean (de naam ligt niet echt makkelijk in de mond) dat in juli uitkomt, laat zien dat de toekomst van de tonijn allesbehalve rooskleurig is. Volgens de nieuwe berekeningen is de populatie met meer dan 97 procent gedaald ten opzichte van een eeuw geleden.

Er zou van de blauwvintonijn nog maar 2,6 procent over zijn van het aantal dat er zou zijn als er helemaal niet op de vis gevist zou worden. Eerder was dat nog 4,2 procent. Een schatting van het aantal blauwvintonijnen in de zee is 17 duizend ton, in 2014 waren dat er nog 26 duizend.

"De situatie is echt heel ernstig," vertelde Amanda Nickson, directeur van de Global Tuna Conservation at The Pew Charitable Trusts.

De onderzoekers die het rapport hebben samengesteld zeggen dat de nieuwe data betrouwbaarder is dan eerdere cijfers. Momenteel zijn ze aan het uitvogelen wat er nu gedaan kan worden.

Volgens de onderzoekers is de kans dat de populatie zich kan herstellen maar 0,1 procent. Dat heeft te maken met de snelheid waarop tonijnen zich voortplanten en met de manier waarop de kwekerijen zijn ingericht. Het doel is nu om de populatie in 2024 naar 6,4 procent terug te brengen tot een aantal van 42 duizend ton. Maar zelfs als dat lukt, is het niet gezegd dat de soort het overleefd. Experts denken dat tenminste twintig procent nodig is om de vis ooit weer duurzaam te krijgen.

Helaas kan de mens alleen zichzelf de schuld geven van de overbevissing. Laten we hopen dat er nog wat te redden valt en dat de blauwvintonijn niet alleen in nog in kookboeken uit het verleden zal voorkomen.