FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Achttien jaar geleden werd ik verliefd op het peukrokende, hakkende hippiekind Arjuna Schiks

Een interview doordrenkt van trots en melancholie.
Het was 1996 toen ik het tienjarige broertje van een goede vriend ontmoette. Het jochie werd door zijn grote broer gesommeerd om voor te doen hoe je moest hakken. Die dag is de geschiedenis in gegaan als de dag dat ik verliefd werd op het tienjarige, peuken rokende, hakkende hippiekind Arjuna Schiks. 

We werden onafscheidelijke vrienden en nu, zo'n achttien jaar later schrijf ik het minst objectieve interview dat ooit is afgenomen. Een interview doordrenkt van trots en melancholie, waarin ik de in mijn ogen essentiële momenten in Arjuna's carrière aan hem voorleg, met als directe aanleiding de zes uur durende liveset die hij vrijdagavond in de Chicago Social Club speelt.

Rebirth (2003)
Kun je je nog herinneren dat ik je het programma Rebirth gaf?
Ja, als de dag van gisteren. Je kwam aan met het programma, op een diskette nota bene. Je was ervan overtuigd dat het iets voor mij was. Ik zag het als een soort computerspel, begon er mee te klooien en ben eigenlijk nooit meer gestopt. Het was een fantastisch programma om de basis van elektronische muziek te leren. Je had een 909, 808 en twee 303's en dat was het. In retrospect was het de basis van alles dat ik daarna heb gedaan.

Advertentie

Je groeide op in Amsterdam-Noord, waarbij jouw huis fungeerde als de thuishaven van onze vriendengroep. Niet in de minste plaats door Mama Mieke, jouw fantastische hippie-moeder die ons altijd thuis liet voelen. Hoe belangrijk was die plek voor jou? 
In die tijd voelde het niet als een hele belangrijke plek, maar als ik er nu op terugkijk was het dat wel. Het was de plek waar we alle muziek hebben ontdekt. Het was ook de plek waar ik mijn eerste samenwerkingen met echte artiesten deed. Moet je je voorstellen, Isis van der Wel en DJ Dimitri, allebei volwassen mensen, die in mijn ouderlijk huis langs kwamen om muziek met me te maken. Het was een prachtige combinatie van ongemakkelijkheid en totale ongedwongenheid.

Je allereerste echte optreden was in 2006. Het was een avond in DJ-café Twstd op de Weteringschans in Amsterdam, georganiseerd door onze goede vriend Tim Nieburg. Hoe herinner je je die avond? 
In mijn herinnering was het supergroot en belangrijk. 
Ja? In mijn herinnering waren er een man of tien à vijftien, waarvan 95% tot onze vriendengroep behoorde. 
Haha, echt? Nee, volgens mij waren er veel meer mensen! Ik had me er in ieder geval echt iets van vier weken gigantisch op verheugd. 
Vertel eens over de set-up die je toen had. 
Ja, dat was een dingetje. Ik had in die tijd nog geen laptop. Flatscreen monitoren waren nog een soort luxe die niet iedereen zich kon permitteren. Ik wilde zo ongelooflijk graag optreden dat ik toen m'n hele desktop heb meegesleept. Inclusief zo'n scherm van een halve meter diepte. Die mensen van de Twstd keken me aan alsof ik helemaal gek geworden was. Het optreden ging op zich goed en ik was meteen verslaafd aan de kick van optreden.

Advertentie

In 2007 ontmoette je Isis. Hoe ging dat? 
Isis leerde ik kennen in 2007 en die ontmoeting heeft veel voor me betekend. Carita La Nina, die ik kende via Willie Wartaal, had een demo van me gehoord die ze bij de sound van Isis vond passen. Ze gaf haar de demo en niet lang daarna nam ze contact met me op, waarna we begonnen met muziek maken in m'n ouderlijk huis. Daarnaast hielp Isis met de zakelijke kant van m'n carrière, waar ik op dat moment echt helemaal niets van af wist. Door haar raakte alles in een stroomversnelling.

In 2007 stond je ook in de finale van de Grote Prijs. Het was een rare avond in Paradiso en je won niets. Hoe kijk je daar op terug?
Eigenlijk wel positief. Ik had mezelf eigenlijk helemaal niet gepromoot en dat speelde denk ik ook wel mee in het feit dat ik niets won. Achteraf vind ik dat ook eigenlijk helemaal niet erg. Er heerst toch een beetje een vloek op het winnen van de Grote Prijs voor elektronische muziek. Eigenlijk alleen Pitto, Applescal en Nobody Beats the Drum hebben als oud-winnaars een beetje naam gemaakt. Toch is het een sleutelmoment in m'n carrière geweest. Ik had die bevestiging van in zo'n finale staan echt nodig om te beseffen dat muziek maken m'n werk zou kunnen worden. Dat had ik voor die tijd eigenlijk nooit gedacht. Na de Grote Prijs sloot ik me definitief aan bij het label en de agency van Isis.

In 2008 maakte je Konijntje, toen we met z'n allen op een huisfeestje waren. Weet je nog hoe dat ging? 
Ja, tuurlijk! We zaten op dat feestje bij Willie Wartaal thuis en hadden zin om muziek te maken. We gingen z'n thuis-studiootje in en hadden Konijntje echt binnen een kwartier gemaakt. Een paar maanden later stond ik ineens in De Wereld Draait Door, wat natuurlijk super-surrealistisch was.

Advertentie

Ik kan me nog echt een exemplarisch Arjuna moment herinneren tijdens je allereerste primetime optreden, later dat jaar, op een feest van Loveland, waar je optrad tussen Marnix en Michel de Hey. Iets met kabeltjes…
Haha, ja dat klopt inderdaad. Ik ben niet echt een techneut, zeker niet in die tijd. Vlak voor m'n optreden ging het helemaal mis. Het geluid stond vol open, en er ging iets goed mis met een kabeltje. Uiteindelijk moest ik m'n laptop opnieuw opstarten waardoor je over de soundsystem van de club dat Apple opstartgeluidje hoorde. Heel gênant, maar ook wel echt hilarisch als ik er aan terugdenk. De rest van dat optreden ging trouwens best goed, ik heb het laatst nog nageluisterd

In 2010 woonde je in een antikraakhuis in de Jordaan, waar de hele dag een klein straalkacheltje stond te loeien omdat het zo koud was. Daar liet je me je een van je belangrijkste nummers horen, Mahesvari. Wat heeft die plaat voor je betekend?
Het is tot nu toe de belangrijkste plaat in m'n carrière geweest. Mijn moeder kwam destijds af en toe bij me schoonmaken omdat ik zo'n sloddervos was. Op een van die middagen kwam ze binnen en was ik bezig met Mahesvari. Zij zei toen meteen: "Dit wordt je hitje." Ik moest lachen en omdat ik het zo leuk vond dat ze dat zei vernoemde ik de track naar haar. Mahesvari is haar Indiase naam.

Toen de track af was speelde ik 'm eigenlijk nooit live omdat ik het gevoel had dat ie te soft was. Totdat ik 'm opzette tijdens een after in Haarlem. Ik kon het geluid niet meer horen, zoveel lawaai maakten de mensen. Sindsdien speel ik 'm veel vaker en kreeg m'n moeder gelijk. Inmiddels heeft de plaat iets van een half miljoen gecombineerde views / plays op Spotify en Youtube.

In 2012 deed je een show van vier en een half uur in de Chicago Social Club. Was dat een groot moment voor je?
Die avond was bizar. Er stond een rij tot aan het Leidseplein en ik besefte voor het eerst dat ik echt fans had. Daar werd ik vreselijk zenuwachtig van, waardoor ik tijdens die avond niet echt heb doorgehad hoe tof het was. Dat zag ik uiteindelijk pas op Youtube, haha.

Vroeger waren we allebei heel erg fan van Aril Brikha en in 2013 heeft hij je geremixed. Dat was ook wel een ding, hè?
Voor mij is dit echt een van m'n hoogtepunten. M'n grote held, die maar iets van vier of vijf remixen ooit heeft gemaakt, wilde mijn nummer remixen! Ik had Aril daarvoor al een keer ontmoet op een Loveland feest, maar op zo'n moment is het toch te ongemakkelijk om daarover te beginnen tegen zo iemand. Uiteindelijk heeft Darko Esser het geregeld, waarvoor ik 'm eeuwig dankbaar zal zijn.

Laatste vraag, wanneer komt dat album nou uit? Het zou dit jaar gebeuren toch?
Nee, het staat nu op de agenda voor 2015. Het moet perfect worden dus ik heb er iets meer tijd voor nodig. Als het af is wil ik ermee gaan touren, liefst over de hele wereld. Dat kan nu ook, want ik heb me dit jaar aangesloten bij het boekingskantoor en label van m'n goede vriend Einmusik, die alle boekingen in Duitssprekende landen voor me afhandelt. Het werpt ook al best wel z'n vruchten af, ik doe nu één a twee gigs per maand in het buitenland. Maar na de release van m'n album worden dat er hopelijk veel meer.

Arjuna draait op vrijdag 31 oktober een allnighter in de Chicago Social Club