keti koti
Keti Koti in Nederland in 1963. In dat jaar was de slavernij honderd jaar afgeschaft. Beeld met dank aan Mitchell Esajas / The Black Archives
Keti Koti

Waarom Keti Koti een nationale vrije dag zou moeten zijn

Het herdenken van de slavernij vraagt om aandacht en rust. "Een dagje vrij nemen, uit protest tegen het kapitalistische en racistische systeem."

Het idee dat de dag waarop er officieel een einde kwam aan een eeuwenlange periode waarin miljoenen mensen werden verhandeld en gedwongen tot arbeid een nationale herdenking verdient, bestaat al een tijdje. Maar dit jaar lijkt er voor het eerst in het hele land over te worden gesproken. De gemeentes van Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag stelden een brief op waarin ze voorstellen om “jaarlijks landelijk aandacht te schenken aan het Nederlands slavernijverleden.” Bij voorkeur gebeurt dat op 1 juli, de dag waarop met Keti Koti de afschaffing van de slavernij wordt herdacht.

Advertentie

Radiozender FunX, archief The Black Archives en stichting Nederland Wordt Beter zijn een petitie gestart (je kunt die hier vinden) waarin gevraagd wordt om van 1 juli een nationale vrije dag te maken, en die is inmiddels al meer dan veertigduizend keer ondertekend. Ook staat er in die petitie dat de Nederlandse staat formeel excuses moet maken voor haar aandeel in de trans-Atlantische slavernij. 

We spraken initiatiefnemers Mitchell Esajas (The Black Archives) en Jerry Afriyie (Nederland Wordt Beter) over Keti Koti, het belang van nationale vrije dagen en hoeveel werk er aan maatschappelijke verandering vooraf gaat. 

VICE: Waarom zijn jullie deze petitie gestart?
Jerry Afriyie:
In de tijd dat ik opgroeide werd er aan 1 juli bijna geen aandacht besteed, misschien alleen met een stukje tekst in de krant ter grootte van een advertentie de dag erna. Dat irriteerde me. Hoe kan het zijn dat een geschiedenis die zo’n grote impact heeft gehad op de samenleving, op de wereld, op de samenstelling van Nederland nu en op onze welvaart, zo’n minimale aandacht krijgt? Dat is frustrerend. 

We zijn geen pioniers wat dat betreft, er is al heel veel moeite gedaan om 1 juli een waardige en respectvolle invulling te geven, en om daarbij betrokkenheid te vragen van de politiek. Dat is tot nu toe achterwege gebleven, maar voor ons is de tijd nu gewoon gekomen om het Atlantische slavernijverleden een plek te geven. We merken dat het de samenleving in de weg zit, het is een obstakel op de weg naar een gezamenlijke toekomst.

Advertentie

Daarom is zo’n nationale dag niet alleen iets dat alleen de slachtoffers van de slavernij en hun nakomelingen ten goede komt, maar aan de hele maatschappij. Zolang wij hier niet mee dealen, niet in de spiegel kijken, blijven we het meesjouwen. De vraag is niet zozeer waarom we dit willen, maar waarom het niet al veel eerder is gedaan. De petitie is een eerste stap, als die door veel mensen wordt ondertekend is het een goede manier om druk te zetten vanuit de samenleving.

Mitchell Esajas: Een nationale vrije dag is daarnaast een vorm van erkenning vanuit de overheid dat de Nederlandse staat direct betrokken is geweest bij de slavernij. De staat heeft het gefaciliteerd, gestimuleerd en ervan geprofiteerd. In een uitzending van Pointer (Wie werd er rijk van de slavenhandel, red.) licht ik toe op welke manier de staat betrokken was bij de slavernij en hoe het debat rond de afschaffing is verlopen. Het zou ook een vorm van erkenning zijn dat Nederland het een en ander onder het tapijt heeft geprobeerd te vegen, door die geschiedenis maar ook de erfenis daarvan niet te erkennen. En bij erkenning hoort in onze ogen ook een bepaalde manier van verantwoordelijkheid nemen en herstel. 

Hoe zouden jullie het liefst willen dat de nationale dag eruit komt te zien?
Afriyie:
Er wordt natuurlijk al lange tijd gesproken hierover. Ik ben van mening dat er hoe dan ook, of het nou op twee dagen of op een dag plaatsvindt, een duidelijk onderscheid gemaakt moet worden tussen de herdenking en de viering. Het moet niet zo zijn dat iedereen straks aan het feestvieren is zonder te weten waarom. Er zijn veel feestdagen waarbij ieder jaar weer massaal “waarom doen we dit eigenlijk” gegoogled wordt, en zo’n dag moet het niet worden.

Advertentie

Bij de herdenking staat het verleden centraal, maar ook de tot slaaf gemaakten zelf. Zij moeten hun moment krijgen, zonder dat het verwaterd of iets wordt dat even tussendoor wordt gedaan. Dat moet net zoveel, of misschien zelfs meer aandacht krijgen dan de invulling van een mogelijke viering, zodat we gezamenlijk naar de toekomst kunnen. Op dit moment lopen viering en herdenking op 1 juli nog een beetje door elkaar. Iedereen komt vooral voor de kraampjes met lekkernijen. Maar je wil dat de herdenking meer aandacht krijgt, want dat zorgt voor besef. 

Esajas: Ik sluit me daarbij aan. We moeten waken voor festivalisering en zorgen dat er een belangrijk en serieus moment ontstaat. Er is hierover inderdaad al best lang discussie binnen de gemeenschap, er zijn natuurlijk ook verschillende vormen van herdenken. Ik denk dat daar ook ruimte voor moet zijn, dat is ook vrijheid. Sommige mensen willen graag herdenken op 30 juni, en dan op 1 juli het einde van de slavernij vieren. Ik persoonlijk vind het fijn om 1 juli in de ochtend de herdenking te hebben, en dan andere activiteiten in de middag. 

Afriyie: Eigenlijk zou er in de hele maand juni in educatie hierover moeten plaatsvinden, op scholen en in de samenleving, in de vorm van lespakketten, colleges, en noem maar op. Belangrijk is dat mensen meer te weten komen over het slavernijverleden, zodat er bewustwording ontstaat. Als mensen niet inzien wat dat verleden betekent, dan gaat het aan ze voorbij. Als ze meer weten, dan kunnen ze ook de sporen ervan zien die nog altijd in onze maatschappij aanwezig zijn. 

Advertentie

Zou de herdenking ook een vrije dag moeten zijn?
Esajas:
Het belangrijkste is dat mensen de ruimte te hebben om er bij stil te staan. Een groot aspect van slavernij was gedwongen arbeid. Mensen moesten onder mensonterende omstandigheden werken, zonder enige vorm van vergoeding en onder dreiging van geweld. Daarom is het denk ik symbolisch van belang dat je juist op zo’n dag niet geforceerd wordt om te werken, als je werknemer bent. Dat we een dagje vrij nemen, ook als protest tegen het kapitalistische en racistische systeem.

Afriyie: De vraag die we onszelf moeten stellen als we met z’n allen vol afschuw naar het verleden kijken is: waarom voelen we die afschuw? Een van de grote aspecten is dat mensen gedwongen werden om werk te verrichten voor de welvaart van dit land. En als je als land dan zegt - dat was niet hoe het moet, dan vind ik dat je eigenlijk verplicht bent om uit solidariteit met de mensen die in het verleden zijn uitgebuit, het werk een dagje stil te leggen. Er zijn drie bedrijven die dit al doen of gaan doen, Tony’s Chocolonely, Lush en FunX (ook VICE Nederland inmiddels laten weten dat werknemers vrij zijn op 1 juli, red.). Het kan dus. Er is geen betere vorm van solidariteit vanuit de brede samenleving dan zeggen: op deze dag leggen we het werk even neer. 


Waarom heeft het eigenlijk zo lang geduurt voordat hier nationale aandacht voor was?
Esajas:
Gloria Wekker schrijft in White Innocence dat Nederland een heel dominant zelfbeeld heeft als land van openheid, tolerantie, gelijkheid en vrijheid. Er wordt misschien wel schoorvoetend toegegeven dat er een geschiedenis van slavernij is geweest, maar het wordt gebagatelliseerd. Het wordt gezien als iets wat heel lang geleden is gebeurt en geen connectie meer heeft met het heden. Dat is heel lang de overheersende manier van denken geweest, waardoor er weinig ruimte en erkenning was voor het slavernijverleden. Binnen de gemeenschappen, vooral de Afro-Surinaamse en de Caribische gemeenschap, wordt het al tientallen jaren herdacht. In Suriname is het allang officieel een vrije dag. In ons archief hebben we ook mooie beelden die laten zien dat Keti Koti al sinds eind jaren veertig wordt herdacht.

Advertentie

Maar het bleef echt heel lang binnen de gemeenschap. Dat er nu brede aandacht voor is komt door activisme, doordat het door mensen uit de gemeenschap wordt opgeëist. Door de beweging van de afgelopen tien jaar, door Zwarte Piet is Racisme en andere anti-Zwarte Piet-groepen, is dat bewustzijn gegroeid. En vorig jaar met Black Lives Matter al helemaal.

Is er nu sprake van een omslagpunt?
Afriyie:
Ik denk dat mensen nu meer realiseren dat het niet alleen om een klein groepje gaat. De massaliteit die we vorig jaar zagen tijdens de Black Lives Matter-protesten toonde dat aan. Mensen zagen hun buren, hun collega’s, hun vrienden, kennissen of juist mensen die ze helemaal niet kennen, mensen met een Fries accent, mensen met een Brabants accent...ze zagen zo’n diversiteit aan personen, die allemaal ervaringen deelden die hier en daar verschilden maar ook veel met elkaar overlapten. Maakt niet uit of je in de stad woont, of op het platteland. Er is een massale stem gehoord. We hebben nu moment, en wij proberen dat om te zetten naar kansen. En dat is eigenlijk wat waar we het afgelopen jaar 24 uur per dag mee bezig zijn geweest. Anders blijft het bij een moment, en dat is zonde van al het werk dat daarvoor is verricht. 

Het is een vergissing om te denken dat die verandering vanzelf komt. Sommige mensen horen iets over een gemeente die Zwarte Piet in de ban doet of een attractie die wordt aangepast en denken dan: “Oh, het gaat goed!” Maar voor die dingen wordt echt heel hard gewerkt door activisten en organisaties, er gaat heel veel arbeid en hoofdpijn aan vooraf. Dat bewustzijn zou wel meer mogen doordringen, dat de zon niet vanzelf opgaat. Verandering komt niet vanzelf, dat wordt actief in gang gezet. Als je niet de moeite neemt om dingen op te eisen, gebeurt er niets.

Dank jullie wel!