FYI.

This story is over 5 years old.

Mode

9 essentiële modetips om de fashionplank net mis te slaan

Als je voor een modedubbeltje geboren bent, word je nooit een fashionkwartje. Negen waardevolle tips over onmiskenbare swagger voor mannen.

Ik stond voor mijn kledingkast. Het was wasdag. Ik moest kiezen tussen een oversized synthetisch Wu-Tang Clan-shirt dat ik dertien jaar geleden met mijn lieve moedertje zaliger in het Zeeuwse Goes kocht, of een gifgroen American Apparel-longsleeve die ik eerder associeer met fistpumpende minimaldj’s dan met goede smaak. Ik neigde naar het Wu-Tang-shirt, maar bedacht toen: jongen, je hebt er vandaag de swagger niet voor. Als je voor een modedubbeltje geboren bent, word je nooit een fashionkwartje. Net als het gros van de Nederlandse mannen wilde ik me minimaal inspannen om er net fatsoenlijk uit te zien, maar zelfs dat zat er vandaag niet in. Toen trok ik uit arrenmoede de longsleeve maar aan en sjokte ik naar m’n werk. Ik dacht: de fashionplank altijd net misslaan is ook best knap. Hier is hoe ik het doe, in negen waardevolle tips.

Advertentie

Weemoed in een Wu-Tangshirt

1. Klamp je vast aan een hobby die erg belangrijk voor je was toen je zestien was, elf jaar geleden. Besef dat grote, lompe skateschoenen slecht staan onder skinny jeans, die sowieso niet echt meer hot staan om je iets te dikke bips. Haal daar dan je schouders weer over op.

2. Doe als je dronken bent een kickflip op een bord met vers griptape, waardoor je enige nette paar schoenen, handgemaakt in een Spaanse werkplaats uit een prachtig stuk soepel leer, onherstelbaar beschadigt. Herinner je dat je moeder had gezegd dat je je nette schoenen beter niet aandoet tijdens ‘het stappen’.

3. Koop een witte nep-Lacoste-trui bij een filiaal van Episode (die in Antwerpen, omdat je toen nog niet doorhad dat Episode een keten is en dat er in Amsterdam een vrijwel identiek aanbod in de winkels hangt) omdat je denkt dat je er ironisch mee wegkomt. De stof voelt synthetisch aan en het krokodilletje is er onwaarschijnlijk pover opgenaaid. Zelfs een blinde man zou je meewarig aankijken. Bij wijze van spreken. Wat een schokkend lelijke trui was dat. Mijn god.

4. Na je 25ste treedt het Verraad van de Stofwisseling in werking en zit je alweer een paar jaar achter een bureau. Laat dat je niet verhinderen om toch dat witte flubbershirtje naar het festival aan te trekken. Dat ene shirtje met die horizontale vaalgroene strepen. Het had iets hipster, iets Fransozigs toen je het kocht. Nu rusten je roze tepels als zieke appelflapjes op een bedje van buik, en steken ze door het wit van het niemendalletje. Je had het moeten weggooien.

Advertentie

5. Gooi sowieso niks weg. Er komt een dag dat het opnieuw al twee weken wasdag is, en dan komt die te kleine hoodie met een ironische afbeelding van een paarse libelle goed van pas om er wat ongelukkig en gedrongen uit te zien. En die twee wollen colbertjes—die je niet draagt omdat je er dan uitziet als een onsuccesvolle James Murphy die bij het corps is gegaan in plaats van dat hij LCD Soundsystem oprichtte—blijven in de kast hangen. Tot het bittere eind. Die verdwijnen pas uit het zicht als je onverhoopt onder een vrachtwagen belandt. Je naasten zullen door hun tranen heen serieus afvragen wat je dacht toen je niet een, maar twee van die wollen colbertjes kocht.

6. Laat je bij het aanschaffen van kleding leiden door slecht onthouden advies dat een goede vriend je vier jaar geleden gaf in Barcelona toen je dronken was. Het was zoiets als: “Ieder kledingstuk dat je koopt moet in principe te matchen zijn met alle andere kledingstukken in je kast—dat is het einddoel.” Herinner je deze vuistregel pas als je de winkel uitloopt met een geruite blouse in een kleur blauw en groen die boven geen enkele broek die je hebt leuk staat.

7. Beknibbel op kwaliteit. Je vindt het niet leuk om op zaterdag in de Zara en de H&M te staan en de kleding die je er koopt is altijd net niet helemaal wat je mooi vindt, of wat je goed staat. Maar je komt er toch weer, omdat je zo schrikt als je in een winkel met kwaliteitsmode staat. Je mompelbloost je daar altijd langs trendy verkopers die je de keuze geven tussen twee overhemden die 160 euro en 175 euro kosten (in de uitverkoop). Je weet niet hoe snel je weg wilt wezen, want je snapt helemaal niets van mode en je weet dat die mensen weten dat jij het niet snapt. Je wilt daar niet zijn. Er staat coole disco op in de winkel, maar jij loopt naar buiten.

8. Maak eigenaardige beslissingen. Besluit die ene keer dat je in Parijs bent in een frivole bui wel 150 euro voor een blouse te betalen. De boutique pakt het mooi in, maar eenmaal thuisgekomen vragen mensen steeds of je het bij de Episode hebt gekocht. Als ze al niet zwijgen. Of zaken als het weer bespreken, of de dood.

9. Probeer als je voor de spiegel staat een paar keer uit of je, conform de mode die je hebt waargenomen bij de allerstoerste boys van de stad, je bovenste knoopje van je overhemd (met smalle kraag) dicht moet doen. Je hoofd ziet eruit als een karbonkelige aardappel die op een zee van stof drijft, maar je twijfelt toch even. Net voor je de deur uitgaat besluit je toch maar het bovenste knoopje open te laten. Het is goed zo.

P.S. Aan alle modemerken die ooit kleding naar me opstuurden omdat ik hoofdredacteur van VICE was: het spijt me. Ik was niet wie jullie dachten dat ik was.

P.P.S. Misschien moet er een award komen voor mannen die er altijd wel aardig uitzien. Maar we zien wel.