FYI.

This story is over 5 years old.

Een Issue Vol Zand, Glitter & Badzout

Libische oorlogskunst

“De grote dinosaurus bij de ingang moet Kadhafi voorstellen.”

Foto: Karim Mostafa

In het centrum van Benghazi staat aan de waterkant één van de meest luxe huizen van de Libische havenstad. Een enorm pand dat ooit werd bewoond door Italiaanse kolonisten en daarna door koning Idris en Moammar Kadhafi. Nu is het gebouw het onofficiële hoofdkantoor van een groep voormalige rebellen. Maar het oude huis valt in het niet bij de tientallen beelden die ervoor staan: roestende sculpturen die zijn gemaakt van het puin dat achterbleef na de revolutie van vorig jaar.

De beeldhouwer heet Ali al-Wakwak en komt uit Benghazi. Een paar maanden na het begin van de revolutie begon hij beelden te maken van het afval dat hij tegenkwam. “Ik begon ermee in mei,” legt hij uit, “toen de sfeer hier heel intens was. Er was een behoefte aan expressie en ik vond genoeg materiaal om mee te werken.” Ali verzamelde allerlei dingen op het slagveld: brokken ijzer, verloren wapens en oude legervoertuigen. Daarna verhuisde hij zijn werkplaats naar de villa in Benghazi.

“De grote dinosaurus bij de ingang moet Kadhafi voorstellen,” vertelt Ali. “Hij is uitgestorven, net als de dinosauriërs.” Trots laat hij me een beeld zien van een vrouw met een rok gemaakt van lege kogelhulzen. “Zij belichaamt de kracht van de Libische vrouwen, die een grote rol hebben gespeeld in de revolutie. Daarom is ze zo lang.” Verderop staat een enorme mier die is opgetrokken uit geweren en een roestende terreinwagen. “Hij staat symbool voor het Libische volk. Kadhafi noemde ons insecten, dus ik zei, prima, we zijn mieren, maar wel enorme mieren!”