Mogelijk cocaïne gevonden in het huis van een leider van de Islamitische Staat

Het is rond twaalf uur 's middags, de dag voor Kerst, als ik door de Syrische stad Kobane loop met Mustafa Ali, een lokale journalist, als mijn gids. De straten liggen vol met aan flarden geschoten beton en gebroken glas en er staan autowrakken die doorzeefd zijn met kogelgaten. De lucht trilt door de onophoudelijke explosies en aan het geluid hoor ik welke van de Islamitische Staat komen, welke van de troepen van Obama en welke van de versterkingstroepen van Peshmerga, uit het Irakeze Koerdistan. Al bijna een halve week ben ik op zoek naar een bepaalde vrouwelijke strijder die ik wil interviewen. We hebben net gehoord dat ze nog leeft en zich aan het zuidfront bevindt.

Terwijl we die kant op gaan, bereiken Mustafa en ik al snel het westelijk deel van de Botanwijk, waar een kleine basis van de Volksbeschermingseenheden (YPG) zit. Er is een dozijn jonge strijders aanwezig, gehuld in Koerdische kleding. Iedereen is in een goede stemming. De mannen lachen en roken sigaretten. Dayan, een 32-jarige lokale commandant, nodigt ons uit voor thee. Eenmaal binnen vertelt hij dat dit gebied zo'n vijftien tot twintig dagen geleden is terugveroverd van IS, met hulp van een door de VS opgezet bombardement. Twee Amerikaanse M16-geweren die bij de IS strijders zouden zijn gevonden leunen nu tegen de muur achter Dayan.

De afgelopen dagen hebben de Koerdische troepen in dit gebied vergelijkbare successen geboekt. Straten en strategisch gelegen gebouwen werden ingenomen na lange straatgevechten, zoals het belangrijke Culturele Centrum van Kobana, op 22 december. Een paar uur voor onze komst hadden de goedgemutste strijders van deze YPG-eenheid een succesvolle aanval uitgevoerd op een huis aan het zuidfront, waar IS-leider Emir Abu Zahra zou wonen. Ze vertelden me dat hij bij de aanval was omgekomen.

"Ze hebben ook een aantal dingen van hem gevonden en meegenomen" vertelt Dayan me.

Een iets oudere strijder, die Duits spreekt, loopt de kamer in waar we thee drinken en laat zien wat ze hebben gevonden: onder andere een grote, professionele Dell-laptop. Zo'n robuuste militaire Latitude XFR met bepantsering, die een paar duizend dollar kost. Ze zijn speciaal gemaakt voor extreme omstandigheden, bijvoorbeeld voor mensen die op een olieplatform of in het leger werken. Het is een duur apparaat, maar niet als je, zoals IS, kort geleden nog de centrale bank van Mosul hebt beroofd.

Ze vonden ook een traditionele dolk uit het Midden-Oosten in het huis van de IS-leider. Dat wil zeggen, een kitscherig namaakdolk met een Egyptische sfinx op het holster en een geit met horens op het lemmet. Er zitten geen bloedsporen op.

Het laatste en meest verassende wat ze in het huis vonden ligt voor me. Het is een grote, transparante zak, gevuld met wit poeder. De YPG-strijders zeggen dat ze niet zeker weten wat het is. Als ik mijn vinger erin doop weet ik het gelijk zeker: dit is een hele dikke zak cocaïne. Ik weet hoe dat spul smaakt.

"Cocaïne? Wat is dat?" vragen ze.

De andere mannen hebben geen idee wat deze drug is of hoe mensen het gebruiken. Ze hebben er nog nooit van gehoord en ze zijn het ook nog nooit eerder tegengekomen. Dayan suggereert echter dat Abu Zahra het poeder in kleine porties onder zijn strijders verdeelde.

Er zijn voortdurend geruchten over mogelijk drugsgebruik onder strijders van IS. Leiders van de groep zouden hun strijders drugs voeren, zodat die onverschrokken, zonder enige angst de strijd aangaan. Dit heeft geleid tot succesvolle aanvallen, maar ook tot roekeloze en ineffectieve acties waarbij de stijders snel werden neergeschoten. Volgens sommigen zijn bepaalde milities van IS "gedreven door drugs" en sommige Koerden gaven aan dat ze mysterieuze pillen, capsules en spuiten hebben gevonden bij zowel levende als dode IS-strijders. De moordenaar die achter de beruchte onthoofdingen van westerlingen zat, ook wel "Jihadi John" genoemd, sprak geregeld behoorlijk moeizaam, wat volgens sommigen zou komen doordat hij high was van khat.

Dit alles is enorm in strijd met het imago dat IS constant probeert uit te dragen, als strenge volgers van de Sharia. In propagandavideo's zie je hoe IS-leden bergen met wietplanten in de brand steken die in de buurt van Aleppo zijn gevonden, terwijl je andere mannen flessen drank ziet breken of sigaretten en medicijnen ziet verbranden. Al deze middelen zijn illegaal volgens de Sharia en deze wetten worden zo strikt gehandhaafd dat voor het roken van tabak al eens vingers zijn afgehakt.

De vondst van de cocaïne, die mogelijk van Abu Zahra is, zou de eerste bevestiging kunnen zijn dat er onder IS-strijders inderdaad drugs wordt gebruikt en dat de mannen die de strenge leer van de Sharia preken, zelf vaak high zijn als ze weer eens een bloedbad aanrichten.