FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Syrische homo’s worden gechanteerd, gemarteld en vermoord door jihadisten

We spraken een aantal mannen die naar Beiroet wisten te vluchten.

Hoewel hij op een pluche sofa in een van de hipste bars van Beiroet zit, krijgt Ram nog de rillingen als hij zijn ervaringen herbeleeft. Zijn grote groene ogen gaan van mij naar de tolk en vervolgens weer terug naar mij. Hij praat zachtjes, ondanks dat we bijna de enige bezoekers van de bar zijn.

“Ik denk dat ik om twee redenen ben aangevallen: omdat ik een druze ben, en omdat ik homo ben,” zegt hij. “Ze zeiden tegen ons, ‘jullie zijn vies, en door jullie te vermoorden redden we de wereld.”

Advertentie

Rams nachtmerrie, die zich afspeelde op een hete zomermiddag in Damascus, dwong de toen negentienjarige om zijn huis te ontvluchten en naar Beiroet te vertrekken. Damascus is een chaotisch moeras geworden, waar criminele organisaties straffeloos hun gang kunnen gaan en radicaal islamitische groeperingen hun wurggreep op de samenleving verstevigen.

Misschien had je erop kunnen wachten: Ram is een druze – een volgeling van een kleine religieuze groep die nog geen drie procent van de Syrische bevolking uitmaakt – en komt uit een rijke familie die Assads regime openbaar gesteund heeft. Hij wist vanaf het begin van de revolutie dat deze kwesties hem tot een doelwit zouden maken. Maar zijn homoseksualiteit was altijd een geheim geweest tussen hem en zijn vrienden – hij had nooit gedacht dat dát er nou voor zou zorgen dat hij moest vluchten.

“Ik kreeg een telefoontje van mijn vriend,” herinnert hij zich. “Hij vroeg me naar zijn huis te komen omdat hij al zijn geld kwijt was en mijn hulp nodig had. Ik kon hem nooit iets weigeren, dus ik ging er meteen heen.”

Maar Ram liep rechtstreeks in een val.

“Er stond een grote vent voor zijn deur te wachten. Hij had een baard en hield een veeprikker beet. Hij gebood me binnen te gaan. Ik was bang voor hem, dus deed ik wat hij vroeg. Dat huis was altijd een fijne plek geweest, maar toen ik naar binnen ging, rook het naar bloed.” Rams vriend lag bloedend en vastgebonden op de grond, samen met nog een andere vriend die ook naar het huis gelokt was. Ook Ram werd vastgebonden en naast de anderen op de grond gegooid.

Advertentie

Al gauw kwam Ram erachter welke heftige martelingen hem te wachten zouden staan. “Een van mijn vrienden vertelde dat hij met iets was verkracht was en dat hij bloedde. Hij huilde van de pijn, maar ik denk ook dat hij bang was dat mij hetzelfde te wachten stond. Beiden waren met de veeprikker op hun ballen geslagen.”

Drie uur later arriveerde een Range Rover bij het huis, waar een groep mannen uitstapte. “We wisten dat ze van plan waren ons ergens anders mee naartoe te nemen omdat het huis in een gebied stond dat de rebellen niet onder controle hadden. Ze wilden ons achterin stoppen en meenemen naar territorium van het Vrije Syrische Leger,” vertelde Ram. “Ze sleuren me mee het huis uit, maar bij de deur zag ik mijn kans. Mijn handen waren niet goed vastgebonden en eentje was vrijgekomen. Ik trapte de man die me vasthield in zijn ballen en rende naar de souk. Ik wist dat het leger daar was, dus dat de ontvoerders niet achter mij aan konden komen. Ik schreeuwde om hulp – ik had geen schoenen aan en mijn shirt zat vol met gaten. Maar ik dankte God dat ik nog in leven was.”

Ram is er nooit achtergekomen wie hem heeft ontvoerd en waarom precies. Hij zegt dat hij er niet aan twijfelt dat het gaat om leden van een van de strengere islamitische groeperingen die tijdens het uitbreken van de burgeroorlog zijn opgekomen. Hij zegt dat de man die hem in het huis van zijn vriend vastbond een Syriër was – niet uit Damascus, maar uit de noordoostelijke stad Deir Ezzor. Die stad ligt bij de grens met Irak en heeft van alle grote Syrische steden enkele van de zwaarste aanvallen van het regime te verduren gehad. Ook was die stad het toneel van heftige gevechten tussen het Vrije Syrische Leger en buitenlandse, radicaalislamitische groeperingen die bij Al-Qaida aangesloten zijn – zoals bijvoorbeeld Jabhat al-Nusra. Daarnaast gelooft hij dat de vier mannen die hen met de Range Rover kwamen halen Tsjetsjeens waren, duidelijk herkenbaar aan hun kleding, hun huidskleur en hun taal. Ook zij zijn het afgelopen jaar in groten getale Syrië binnengekomen, om zich bij andere extremistische gevechtsgroepen aan te sluiten of eigen groepen te vormen.

Advertentie

“Ik weet zeker dat het allemaal leden van Jabhat al-Nusra waren, omdat ze veel over religie spraken,” vertelde Ram mij. “Ze bleven me maar vertellen dat ik moest zeggen dat Allah de enige God is, en ze zeiden dat mij vermoorden halal (toegestaan) zou zijn omdat ik een druze ben.”

Ram was bang dat hij nogmaals ontvoerd en dan vermoord zou worden als hij in Damascus zou blijven. Hij pakte een paar eigendommen in, verzamelde al het geld waar hij zo snel aan kon komen en vluchtte de grens naar Libanon over om te proberen zijn leven opnieuw op te bouwen. Zelfs hier is hij te bang om naar het salafistische deel van de stad te gaan, uit angst dat er een prijs op zijn hoofd staat bij een extremistische groepering.

Ram is een van de zeven homoseksuele Syrische mannen die ik afgelopen september in Beiroet geïnterviewd heb. Ze zijn allemaal Syrië ontvlucht nadat hun homoseksualiteit ontdekt werd en ze door de chaos en radicalisering in het land in direct levensgevaar waren. Ondanks dat ze bang zijn dat ze gevonden en weer gepakt worden, waren ze bereid om met me te spreken, omdat ze geloven dat wat hen overkomen is ook bij andere Syrische homo’s gebeurt.

In veel gebieden binnen Syrië hebben islamitische groeperingen een soort kleine islamitische staatjes gecreëerd, waarbij sociale controle uitgeoefend wordt via door hen zelf opgezette shariarechtbanken. Er zijn veel ooggetuigenverklaringen en video’s van middeleeuwse straffen en wrede executies, die islamisten uitvoeren op leden van kleine religieuze groeperingen, niet-moslims en mensen die beschuldigd worden van godslastering. Deze verhalen suggereren dat homoseksuelen ook een doelwit zijn – een ontwikkeling die doet denken aan de zwartste dagen in de recente geschiedenis van Irak. Tijdens de opstand van Al-Qaida tegen de Amerikaanse invasie daar, werden homoseksuele mannen regelmatig bij klaar daglicht midden op straat vermoord. In die tijd vluchtten veel homoseksuele Irakezen naar Syrië, toen nog een van de meest tolerante landen in de Arabische wereld.

Advertentie

Raqqa is een stad in Noord-Syrië, en een islamistisch bolwerk. Hier hebben een aantal van de ergste wreedheden van het conflict plaatsgevonden, maar toen Shadi – een 27-jarige uit Deir Ezzor – hier halverwege 2012 naartoe verhuisde stond het gebied nog bekend als een van de veiligste gebieden binnen Syrië. “Ik moest mijn huis verlaten door de beschietingen en gevechten daar,” vertelde hij. En hij was niet alleen – tienduizenden inwoners van Deir Ezzor vluchtten naar het nabijgelegen Raqqa. In die tijd was de stad nog volledig onder controle van Assads troepen, en de bombardementen waren nog ver weg.

In februari 2013 pleegde Jabhat al-Nusra een coup, waarbij het zich op de kaart zette als een van de machtigste rebellengroepen van Syrië. In een paar dagen verdreven de rebellen het regime en namen ze de stad over – het was de eerste grote stad die totaal onder controle van de rebellen stond.

Al snel werden er door Jabhat al-Nusra islamitische wetten ingevoerd in Raqqa. Een inwoner die uit de stad wist te ontsnappen meldde dat de groep een rookverbod instelde en straffen invoerde voor mensen die spijkerbroeken droegen. “Een van mijn vrienden had een winkel in zwangerschapskleding, maar die moest hij sluiten omdat Nusra hem verbood om diensten te leveren aan vrouwen.” zegt hij.

Voor Shadi betekende de opkomst van Jabhat al-Nusra het begin van de terreur. “Het begon toen een van mijn homoseksuele vrienden verdween,” zei hij. “Toen hij twee weken later ineens weer terugkwam was het duidelijk dat hij in een trainingskamp van Nusra was geweest, en begon hij al zijn homoseksuele vrienden te chanteren met de foto’s en video’s die hij van ons had. Hij wist dat als hij die informatie aan Nusra door zou spelen, dat onze dood zou betekenen.”

Advertentie

Toen twee van Shadi’s vrienden weigerden hun afperser meer geld te betalen, moesten ze dat dan ook bekopen met hun leven. “Hij schoot ze neer,” zei Shadi. “Daarna ging door de hele stad het gerucht dat ze waren neergeschoten omdat ze homo waren.”

Toen de afperser op een dag vond dat hij te lang op zijn geld moest wachten, ging hij naar Shadi’s ouders. “Mijn broer heeft alle beelden gezien,” vertelt hij. “Ik heb nu alleen nog contact met mijn moeder.” Hij vluchtte eerst naar een dorpje in de buurt, en maakte vanuit daar de lange en gevaarlijke reis naar de Libanese grens. De route bracht hem langs zowel controleposten van het regime als van Jabhat al-Nusra. “Ik was doodsbang voor beide,” zegt hij.

Shadi denkt dat zijn homoseksuele vriend zich bij Jabhat al-Nusra aansloot uit zelfbehoud. Maar elke homo die er voor kiest om zich bij de extremisten aan te sluiten, brengt zichzelf in een benarde situatie. Jihad, een 28-jarige uit Homs, kwam in levensgevaar toen een vriend van hem met drie heimelijk homoseksuele Nusra-leden naar bed geweest was. Die leden wilden dat hun geaardheid koste wat kost geheim zou blijven, en zorgden dat Jihads vriend het niet verder kon vertellen. “De buren zeggen hij ’s nachts drie uur lang gemarteld is, en daarna is hij neergeschoten: een kogel in zijn been, eentje in zijn zij, een in zijn schouder en een in zijn hoofd. Ik heb samen met zijn zus zijn lichaam opgehaald bij de politie en hem begraven.”

Advertentie

Na de moord werd Jihad gezocht door Nusra. “Omdat ze stelden dat we immorele dingen deden, werden we een lijst gezet van mensen die vermoord moesten worden,” vertelde hij. “Tegelijkertijd stond ik ook op de opsporingslijst van het regime omdat ik lid was geworden van een revolutionaire Facebook-pagina.” Hoewel een aantal Syriërs zich ook heeft aangesloten bij extremistische groeperingen, komt het gros van de jihadistische strijders van buitenaf. “De meeste Nusra-leiders die naar Raqqa zijn gekomen waren Tsjetsjenen, Tunesiërs en Saoedi,” vertelt Shadi. “Ze zeggen dat ze het land willen schoonvegen door de islam in te voeren. Alle seculieren en minderheden zijn uit Raqqa vertrokken – alleen de mensen die het met de Nusra eens zijn of die geen andere opties hebben zijn nog over.”

Het gros van de homoseksuelen die Syrië verlaten hebben, is gevlucht voor dreigende martelingen door extremistische groepen. Die groepen hebben geleidelijk hun grip vertrekt op de gebieden waar Assad is verdreven. Zelfs in de gebieden waar Assad nog steeds aan de macht is, heeft hun opkomst een golf van criminaliteit en wreedheden op gang gebracht.

Steve leidde tot de opstanden een welvarend en voorspoedig leven in Damascus. Hij werkte in de pr, verdiende een goed salaris en had een vriend – hoewel hij zijn geaardheid wel verborgen hield voor zijn familie. Toen hij vlak voor de opstand opgepakt werd op een homofeest, kon hij door zijn netwerk en connecties zijn zaak gesloten krijgen.

Advertentie

Toen begon de revolutie. “Het was één grote chaos,” zegt hij. “Ik kreeg telefoontjes van iemand die zei dat ik hem geld moest geven, omdat hij anders mijn familie zou vertellen dat ik homo ben. Ik veranderde mijn nummer maar de telefoontjes bleven komen. Ik weet zeker dat iemand binnen de inlichtingendienst mijn naam op een lijst heeft gezet, want vervolgens werd ik bij elke controlepost van de regering gestopt en ondervraagd.”

In het begin betaalde Steve de afperser. Hij verloofde zich met een vrouw in een poging om de geruchten over zijn geaardheid te stoppen. Maar uiteindelijk gebeurde waar hij het meest voor vreesde: hij werd ontvoerd. “Mijn ontvoerders lieten me gaan toen ik ze een flink bedrag betaalde en ze mijn telefoon en mijn tas gaf,” zegt hij, “maar de volgende dag gebeurde het weer.”

Uit angst dat hij uiteindelijk vermoord zou worden vertrok hij zonder zijn familie in vertrouwen te kunnen nemen naar Beiroet. “Ik vertelde mijn ouders dat mensen alleen maar geruchten verspreidden omdat ze jaloers op mij waren,” vertelt hij. “Dus ik denk dat ze in de war zijn – ze weten niet wat ze van me moeten denken. Homoseksualiteit is niet geaccepteerd in deze cultuur, waardoor criminelen een manier hebben gevonden om geld te verdienen aan mijn geaardheid.”

Ondanks de verschillen in leeftijd en achtergrond hadden alle mannen die ik interviewde één ding gemeen: allemaal zijn ze Syrië ontvlucht zonder enig vertrouwen dat ze ooit terug kunnen. De plaatselijke homogemeenschap waar ze op vertrouwden is uiteen gevallen en het contact met hun families is veelal verbroken.

Patricia el-Khoury is een psycholoog uit Beiroet, die zwaar getraumatiseerde Syrische homo’s begeleidt. Volgens haar heeft het feit dat deze mannen zo geïsoleerd zijn geraakt een heel zware psychologische impact, wat ze nog kwetsbaarder maakt dan de tienduizenden andere vluchtelingen die Libanon zijn binnengestroomd. “Als ik met deze mannen spreek is wat ze zeggen doordrenkt van schuldgevoel,” zegt ze. “Ze denken dat het hun schuld is dat ze hun familie zijn kwijtgeraakt.”

De 24-jarige Pierre verliet Raqqa ook toen Jabhat al-Nusra in februari de controle over de stad kreeg. Pierre’s familie wist niets over zijn homoseksualiteit, tot iemand diezelfde maand Pierre’s broer een video gaf waarin hij als travestiet te zien is. Zijn broer vertelde het de rest van zijn familie, en schoot hem vervolgens twee keer in zijn been. Terwijl we praten, trekt Pierre zijn broekspijp omhoog en onthult hij een gemeen rood litteken aan zijn enkel. “De kogel heeft mijn bot daar gebroken,” zegt hij.

Het leven van een homo in Beiroet – waar de homoscene veel zichtbaarder is dan in Syrië – is misschien in veel opzichten gemakkelijker, maar de openheid van de stad kan voor de Syriërs ook als cultuurschok komen. “Hoewel Syrië en Libanon buurlanden zijn, zijn ze sociaal gezien erg verschillend,” vertelde Patricia me. “Deze jongens zijn ineens in een totaal andere omgeving terechtgekomen. Ze hebben hier veel meer vrijheid, maar omdat ze die soms niet direct aankunnen, hebben sommigen de neiging om het extreme op te zoeken. Er is veel prostitutie in de homoscene in Libanon, net als drugsgebruik.”

Kort na zijn aankomst in Beiroet kwam Jihad in een lastige situatie terecht. Hij had geen geld, weinig vrienden en geen contact met zijn familie. Toen hij hoorde dat er vacatures waren in een van de hammams in de stad, solliciteerde hij direct. Maar hij realiseerde zich al snel dat het werk inhield dat hij voor geld met mannen zou slapen. “Je krijgt geen salaris, maar alleen fooi van klanten waar je seks mee hebt,” vertelt hij. Maar in Libanon, waar inmiddels meer dan een half miljoen Syrische vluchtelingen leven en waar de prijzen in vergelijking met Syrië astronomisch zijn, had hij weinig andere opties.

Terwijl Syrië in een steeds grotere chaos verkeert, blijven vluchtelingen van alle verschillende achtergronden Libanon binnenstromen. Volgens sommige schattingen bestaat een kwart van het inwoneraantal van dit kleine, politiek gevoelige land nu uit Syrische vluchtelingen. Hoewel veel mensen in Libanon meeleven met wat er zich in hun buurland afspeelt, heerst er ook een gevoel van wrok, woede en angst dat het conflict nog verder de grens over komt. De recente bombardementen en gevechten tussen soennieten en alawieten in de Noord-Libanese stad Tripoli wakkeren de angst en woede jegens Syrië verder aan. De mannen die ik heb ontmoet mogen dan wel aan de dood, ontvoeringen en martelingen ontsnapt zijn in hun eigen land, maar ze zijn nog niet in veiligheid.

“In Beiroet zijn geen problemen voor homo’s,” zei Steve. “Maar er zijn veel problemen voor Syriërs. Ik voel me nog steeds niet veilig hier.”