Afgelopen weekend was het precies twintig jaar geleden dat het bloedbad bij Srebrenica plaatsvond. De herdenkingsceremonie van afgelopen zaterdag werd bijna overschaduwd door de reactie van het publiek op de aanwezigheid van de Servische premier Aleksandar Vucic. Vucic stond tijdens de oorlog te boek als een ultranationalist, en deed ooit de befaamde uitspraak dat hij voor elke vermoorde Serviër honderd Bosniërs zou ombrengen. Toen hij zaterdag een bloem bij het herdenkingsmonument wilde leggen, werd hij door het publiek bekogeld met flessen en stenen, waardoor hij gedwongen was het terrein met gebroken brilglazen en al te verlaten.
Advertentie
Op dit moment is de identiteit van 6.930 slachtoffers van het bloedbad vastgesteld. Zaterdag werden er 136 kisten met overblijfselen, die waren opgehaald uit één van de vele massagraven, begraven bij het herdenkingscentrum in het nabijgelegen Potocari. De plek was tijdens de oorlog de basis van de VN-blauwhelmen. Fotograaf Srdjan Veljovic was aanwezig om dit sombere evenement vast te leggen, waarbij hij zijn camera vooral richtte op nabestaanden en vrienden van de slachtoffers.