FYI.

This story is over 5 years old.

The Fashion Issue 2012

Het vleesbeest

Een interview met Iggy Pop over zijn ongrijpbare, flamboyante en iconische stijl.

Archieffoto’s door Mick Rock Iggy in een teder moment met een vriendin, huis in Miami [2012]. Sommige mensen vragen zich nu misschien af: “Wat weet een gast die minstens tweederde van zijn leven shirtloos heeft rondgelopen in godsnaam van mode?” Als jij een van die mensen bent, is dit interview niet aan je besteed. Misschien moet je dan eerst eens luisteren naar The Stooges, Raw Power, Funhouse, Lust for Life en The Idiot. En misschien kom je er dan achter dat Iggy Pop met zijn beestachtige lichamelijkheid decennialang een inspiratiebron vormde voor mode. Sterker nog, hij zal blijven inspireren, ook nadat hij voor de laatste keer over een podium is gekronkeld en gegleden. Iggy’s alomtegenwoordige uniform—een broek die zo strak zit dat-ie op zijn benen lijkt geverfd; zijn beaderde, blote borst die pas na zijn zestigste begon te verouderen; beatleboots of blote voeten (afhankelijk van zijn bui)—oogt sowieso vijf keer beter dan wat jij nu aanhebt. Zijn outfit is bovendien zorgvuldig uitgedacht, een beetje zoals een gelikte, uitgeklede hot rod die is gebouwd met niets anders in gedachten dan efficiency en snelheid. Als je zijn archieffoto’s en -video’s goed bekijkt, zie je dat Iggy dezelfde zorg besteedde aan zijn verschijning buiten het podium, waar hij doorgaans iets meer kleding draagt; bijna elke outfit is op een of andere manier iconisch en tegelijkerijd natuurlijk en ongedwongen. Voor zover ik weet heeft hij de afgelopen vier decennia niets gedragen wat anno 2012 als beschamend of gedateerd geldt. Zou er iemand op aarde zijn—uitgezonderd designers van herenkleding die getrouwd zijn met hun smokings—over wie je hetzelfde kunt zeggen? Iggy is niet slechts een historisch figuur. In de 21ste eeuw deed hij hard zijn best om zijn naam nieuw leven in te blazen, met Stooges-tours, albums en door samen te werken met verschillende kledingmerken. Hij rechtvaardigt zijn medewerking aan deze schaamteloos commerciële ondernemingen met het argument dat The Stooges nooit de erkenning en inkomsten hebben gehad die ze tijdens hun korte bestaan eigenlijk hadden verdiend. En als dit de manier is om eindelijk wat terug te verdienen, denkt Iggy geen twee keer na voordat hij op de geldtrein springt. Voor zover ik weet had nog nooit iemand Iggy expliciet en exclusief over mode geïnterviewd. Dat is dus precies wat ik heb gedaan. Iggy in zijn zilveren leren broek, die hij alleen bij speciale gelegenheden droeg [1972]. Vice: Herinner je je nog wanneer je voor het eerst het concept ‘mode’ begreep, of tenminste wat ‘cool zijn’ inhield?
Iggy Pop: Toen ik op de basisschool zat, zag ik twee oudere jongens met die typische criminelenlook van de jaren ‘50—jacks met de kraag omhoog; donkerblauwe Levi’s-broeken met de pijpen omgeslagen en Winklepickers-laarzen. Ze stonden om een of andere reden tegen de muur van mijn school aan te leunen. Ze waren te oud om daar rond te hangen en een van hen zei “Shit.” Ik had dat woord nog nooit echt eerder gehoord, maar het klonk slecht. Ik vond ze niet echt cool ofzo, maar er hing op dat moment wel spanning in de lucht. Ja, laten we het zo noemen. Toen vertrokken ze en dacht ik: “Oh mijn god, wat betekent dit?” Rond diezelfde tijd kwam mijn oudoom George Osterberg over vanuit Chili om mijn vader te bezoeken. Zijn dochter kwam met hem mee; zij kleedde zich precies als een mannelijke greaser. Ze had een vetkuif zoals je die bij jongemannen zag en besteedde veel tijd aan niksnutten en alles afzeiken. Omdat zij zich als vrouw zo gedroeg dacht ik: “Wow, zij is slecht. Dat is cool.” Ik was erg onder de indruk; ik vond het aantrekkelijk. Hoe zat het met de Britse invasie in de jaren ‘60? Werd je gevoel voor stijl daardoor beïnvloed, of was je meer bezig met Amerikaanse trends?
Ik vond de look van Charlie Watts altijd wel tof. Ik ging naar kringloopwinkels op zoek naar pakken, zodat ik meer op hem zou lijken. In die tijd was ik drummer, dus hield ik erg van die bijna Savile Row-achtige look, die hij van Amerikaanse jazzmuzikanten had overgenomen. De andere gasten zagen er ook goed uit. Er was een winkel in New York genaamd Paul Sergeant, die de meeste spullen importeerden uit Londen. Dat was een goede plek om te winkelen. In die tijd had je in Amerika twee schoenenketens. De beste van de twee heette Cancellation, waar zwarte mensen in de binnenstad naartoe gingen om hun goedkope, blinkende, Italiaanse modellen te kopen. Daarnaast had je iets wat Flagg Brothers heette. Wat ik eerst niet wist, is dat Flagg Brothers wordt genoemd in een nieuwe film over William Burroughs waar ik ook aan meedeed. Ik denk dus dat het een plek was waar je… Waar goede stijl heerst, ontmoeten jongens elkaar. Dat gebeurde toen erg veel. Klopt het dat jouw look tijdens de vroege dagen van The Stooges veel gemaakter was en minder rauw dan later?
Nou, ik was voorzichtig met wat ik droeg. Vanaf ons tweede optreden leek ik veel meer op hoe ik er in de loop der jaren altijd heb uitgezien: geen shirt; strakke, dunne broek; blote voeten en ik had ook gepermanent haar en een wit geverfd gezicht. Rond ons derde of vierde optreden stopte ik met het permanent en het witte gezicht. Toen begon ik een paar schoenen te dragen dat je altijd zult zien als je foto’s bekijkt van The Stooges vanaf midden ‘69 tot het einde van ‘71. Het waren authentieke beatleboots van Anello & Davide. Dave Alexander had ze uit Engeland meegenomen. Hij en Ron [Asheton] skipten namelijk hun examenjaar om naar Liverpool te gaan en te kijken wat daar zo’n beetje aan de hand was. Ik droeg ze keer op keer en er zaten gaten in de zolen, net als bij een zwerver uit een tekenfilm. Toen ik meer optredens begon te doen, scheurden mijn dunne broeken steeds. Ik liet de scheuren erin zitten. Ik vond het wel goed staan. Het was in die tijd hip voor mensen als P.J. Proby of Jackie Wilson—en zelfs James Brown—om losse stiksels te dragen in plaats van te zorgen voor degelijk naaiwerk bij het kruis. Voor het einde van de show scheurden ze dan op het podium en dat was onderdeel van het optreden. Maar voor zover ik weet was ik de eerste die gewoon met scheuren en al opkwam. Sommigen interpreteerden jouw stijl als machisme, maar je was niet overdreven macho op het podium.
Nee. Ik denk eigenlijk dat er helemaal geen verschillende geslachten zouden moeten zijn. Mannelijke honden ruiken aan elkaars pikken enzo, waarna ze vrouwelijke honden bespringen en alles met alles doen. Zo zijn mensen in wezen ook, maar er zijn allerlei uitgebreide codes die we hebben aangenomen. Hiermee willen we bepaalde soorten gedrag uitroeien: alles wat niet aansluit bij het geslacht of de sociale groep waarbij men wil horen. En ik denk dat het twee kanten op werkt, hetero en homo—elk daarvan verwerpt of benadrukt bepaalde dingen. Het is alsof je haarlak gebruikt voor je persoonlijkheid. Maar nee, ik heb er nooit bijzonder macho uit willen zien. Ik kwam er sowieso achter dat de meisjes er niet echt van hielden. Ik denk dat schoonheidsidealen in onze maatschappij worden bepaald door degenen die zichzelf—al was het maar in hun denkproces—als vrouwelijk identificeren. Of dat nou homo’s zijn of vrouwen die extreem vals, wreed of immoreel denken (want dat is hoe vrouwen denken als het ze menens is). Dat is hoe het zit, dus wilde ik er een beetje gladjes, stijlvol en tegelijkertijd erg recht-voor-zijn-raap uitzien. Iggy absorbeert de zon in zijn tuin [2012]. Toen kwam jouw ‘zilveren periode’, die een evolutie lijkt van deze denkwijze.
Ja, eerst had ik van die zilveren handschoenen, toen ik in het Midwesten woonde. Pas daarna begon ik rond te hangen met glittermensen en iets te beteken in New York en internationaal. Er was meer glamour nodig. Ik gebruikte Streaks ‘n Tips van Nestle voor mijn haar. Dat geeft een fantastisch effect voor op het podium, maar het gaat pas na vier douchebeurten van je lijf af. Ik weet niet of tippelaarsters het ook gebruikten, maar het was er. Het was echte zilververf die je in je haar spoot. Je kon een gouden en een zilveren versie krijgen bij alle goedkope drogisterijen. Uiteindelijk kwamen de zilveren broeken en later de sarongs. Daarnaast had ik een onderbroek gekocht bij een kleine kiosk op Piccadilly Circus, waar ze pinda’s, sigaretten en souvenirs verkochten. Er stond alleen soho op de penis. Volgens mij waren die onderbroeken bedoeld voor vrouwen, maar daar dacht ik niet echt over na. Ik dacht er gewoon aan hoe cool ze mij zouden staan. En als ik foto’s zag van vrouwen in knielaarzen, dacht ik: “Die wil ik. Ik wil knielaarzen dragen en mijn benen showen.” Zo ging dat ook andersom: als ik bikerdingen zag—bijvoorbeeld de Hell’s Angels die wolvenkoppen ofzo gebruiken—dacht ik: “Hmm, waarom geen paardenstaart?”, dus nam ik er een. Ook haalde ik dingen uit oude Griekse en Egyptische boeken. Hoe kwam je aan het nu iconische leren luipaardjack dat op de achterkant van Raw Power prijkt?
James Williamson en ik zaten in Kensington, waar een markt was. Ik bezocht die markt alsof ik Steve Martin in The Jerk was ofzo, weet je wel? Op zo’n manier van: “Ik ben het! Dit is wie ik ben!” Die dag kocht ik het jack en ik kocht ook een mannentas, een soort schoudertas gemaakt van—serieus, zo zag het er echt uit—een zwart-witte chinchillakat. Die dingen had ik dus en ik liep rond in Kensington, Hyde Park, Mayfair en Bayswater in mijn comfortabele leren broek. Ik had twee leren broeken: één van zilver glitterleer, voor speciale gelegenheden zoals een Stooges-optreden of een echt groot optreden, en één van zwart leer. Die broek had klinknagels in plaats van stiksels; het was echt zwaar spul. Ik was toen al bij Anello & Davide geweest voor een nieuw paar beatleboots, waar ze er nog een paar over hadden. Ik maaide, kachelde en slenterde dan zo’n beetje door die buurten, in lange wandelingen, in een poging uit te vogelen waar ik mee bezig was, terwijl ik een luipaardjack, een leren broek en beatleboots droeg. [lacht] Je trok daarmee vast veel aandacht.
Af en toe waren er eenzame mannen in auto’s die gas terugnamen en me aandachtig aanstaarden. Ik had toen geen idee wat dat te betekenen had. En soms gebeurde dat ook bij het andere geslacht. Op een dag in Fulham kwam ik een covergirl van Men Only tegen. Ik ging een tijdje met haar, maar over het algemeen ging ik nooit voor lange tijd met mensen om. Ik ben benieuw of je weleens naar de winkel van Malcolm en Vivienne ging op King’s Road—Let it Rock heette het ofzo.
Ja, dat was Let it Rock. Als je binnenliep, stond er een gigantische, vieze kartonnen doos vol veterloze Winklepickers. Die waren allemaal steenhard; er viel in die schoenen niets van flexibiliteit meer te ontdekken. Ik weet vrijwel zeker dat ze £5 per Winklepicker kostten. Verder hadden ze allerlei rockdingen. James vond het geweldig en ging er veel vaker heen dan ik, maar ik ging daar om een of andere reden ook vaak heen, een beetje rondneuzen. Ik weet nog dat daar een man was, waarschijnlijk Malcolm, en later ook een vrouw, zij moet Vivienne zijn geweest. Later had zij iets met James. Ik weet ook nog dat je daar veel extreem magere gasten had, die op Fulham High Street en King’s Road rondliepen in Amerikaanse scoutinguniforms, pompbediendejacks en oude bowlingshirts. Allemaal vage shit die ik van mijn jeugd herkende. In kringloopwinkels vond je toen ongelooflijk dure Amerikaanse kleding in bizar kleine maten, dus mensen kochten dat ook. Het was raar. Zelden gezien: Iggy met iets om zijn bovenlijf, uitgedost in greaserkleding, in New York [1980]. Nu je het daar over hebt moet ik denken aan het veel te kleine jasje dat je draagt op de cover van The Idiot.
Ik had dat jasje geleend van mijn toenmalige vriendin, Esther Friedmann. Het was een vrouwenjasje. Waarschijnlijk was het Frans of vintage Duits. Het idee was dat het niet in de weg zou zitten. De taille werd kort gehouden en de mouwen waren te kort, waardoor de hand en de lengte van de hele arm werden geaccentueerd. In de late jaren ‘70 en vroege jaren ‘80 probeerden veel mensen de meest afgrijselijke looks uit. Jij had toen juist een goed gevoel voor stijl. Je bent eigenlijk altijd geïnteresseerd geweest in mode, toch?
Begin jaren ‘80 had ik een tijdlang een goede look—de Amerikanen vonden het verschrikkelijk. Ik ging toen nog met Esther en ik kocht allerlei kleding voor haar en ging het podium op met bescheiden hakken, fishnetpanty’s, een minirokje, een klein leren jack en een kleine leren pet. Soms droeg ik er een klein wit t-shirt onder. Ik zag eruit als een tijdelijke secretaresse ofzoiets. Dat was een goede look. Waarom hadden Amerikanen daar zo’n hekel aan?
Bij mijn eigen optredens ging alles prima, maar als ik moest openen voor de Stones [lacht] werd ik bekogeld met flessen en alles wat ze maar konden vinden. Zij hechtten in die tijd veel waarde aan de macholook. Toen rock ‘n roll eenmaal rock werd, toen het werd teruggebracht tot dat ene woord, ging de lol er een beetje vanaf. Denk je dat Amerikanen terughoudender zijn dan de Britten, als het op kleding aankomt?
Absoluut. Het is een groter land en moeilijker te bewegen. Het is geen flamboyante plek. Flamboyant is een goed woord om te beschrijven waar ik het hiervoor over had, dat wat verloren ging rond 1975. Als Amerika ooit iets flamboyants heeft gehad, dan was dat in de 25 jaar van 1950 tot 1975, en had het te maken met de blues, R&B, rock ‘n roll, grote auto’s en gigantische borsten. Iggy, zittend in bed, vermaakt zich met zijn bongo’s [2012]. Tegenwoordig lijkt het wel een zonde wanneer je er als muzikant expliciet goed uit wilt zien en een echte eigen stijl wilt hebben. Vind je dat een belangrijk onderdeel van in een band zitten?
Abso-fucking-luut, ja. Ik bedoel, god, ik was zo teleurgesteld. Ik las een interview in The Guardian met de zanger van Coldplay. De interviewer vroeg hem naar zijn schoenen—hij had een of ander paar coole sneakers aan—en hij antwoordde alleen maar: “Oh, ik weet niet, ik kreeg ze van de stylist.” Dan heb ik zoiets van, kom op gast. Ik dacht: “Kunnen we geen beter iemand vinden om aan het roer van de hedendaagse gitaarmuziek te staan?” Dus ja, het is heel belangrijk en je kunt het op allerlei manieren aanpakken. Er afschuwelijk uitzien is ook goed. Het kan zijn dat de ene gast er supergoed uitziet en de andere afgrijselijk, maar alleen die laatste zal iets losmaken. Het is belangrijk om er fantastisch of onthutsend of intrigerend uit te zien; in ieder geval interessant. Is het de bedoeling om er sexy uit te zien?
Er mag wat seks in zitten, maar humor kan er ook in voorkomen. Ook denk ik dat een vorm van ingeblikte spiritualiteit meespeelt. Terwijl godsdienstige personen het licht zien als ze god ontmoeten, koopt iemand uit de achterbuurten gewoon nieuwe velgen. Snap je? Het gaat er ook vaak om mens te zijn—de spirituelen onder ons moeten wat meer stralen. En nu zijn we weer terug waar het begon. Het lijkt erop alsof elk merk en elke designer op aarde wil werken met muzikanten zoals jij, die van de late jaren ‘60 tot halverwege de jaren ‘70 aan de voorhoede van de mode vochten. Hoe zie jij dit soort samenwerkingsverbanden?
Om een heel direct antwoord te geven: mensen luisteren naar onze muziek via verschillende media, waarbij ze de oude media omzeilen die ons destijds weigerden. Ik heb twee dingen gedaan. Ten eerste heb ik elke deur binnen deze nieuwe media opengetrapt. Ten tweede ben ik gewoon rustig dingen blijven doen voor wat er over is gebleven van de oude media. Onlangs werkte je samen met Vans aan schoenen en een paar andere kledingartikelen. Hoe kwam dat zo?
Ik werd gevraagd ergens aan mee te werken. Dat deed ik met plezier, omdat ik in 1977 hun schoenen regelmatig droeg in Malibu. Toen zat ik in een fase waarin ik uit het rockkeurslijf wilde ontsnappen. Ik had net Lust for Life gemaakt en stond op het punt ermee op tournee te gaan. Ik zat opgescheept met een typisch Amerikaanse, honkbalpetjesdragende roadcrew. Toen kreeg ik een idee: geef me wat huurmeubelen en thuisverlichting. Daarmee maakten we een podium in de oefenruimte die op een woonkamer leek. Ik zong de songs terwijl ik op de bank zat met een klein zakenkoffertje. Daarbij had ik een personage in mijn hoofd: de rockende makelaar. [lacht] Hoe dan ook, op een dag zag ik deze schoenen en ik vond ze cool. Het waren net bootschoenen, maar ze hadden niet die typische vorm waardoor je meteen aan kaalheid en dikke pensen denkt; ze hadden de vorm van sneakers. Maar het was pas echt cool dat de stof zwart en wit geruit was. Die zag je verder niet. Behalve dan de Checkered Demon uit S. Clay Wilsons Zap Comix.
Ja, het deed me denken aan de Checkered Demon! Hij neukte mensen met zijn staart. [lacht] Stel dat een of andere goedzak ‘s avonds een date had met zijn vriendin. Dan kwam de Checkered Demon binnenvallen met zijn staart, die aan het uiteinde een spit had, die hij tussen zijn benen vandaan schoot en dan zijn daden voltrok aan wie hij maar wilde. Ik vond hem altijd fantastisch.