FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Hoe tientallen Afghaanse meisjes en vrouwen in Nederland mochten blijven

Tijdens het Tweede Kamer-debat over de politietrainingsmissie in Kunduz in 2011 hoorde Tofik dat Sahar en haar familie Nederland uitgezet dreigden te worden. Hij vertelt wat er achter de schermen gebeurde.

De Tweede Kamer.

Er is de afgelopen weken weer een hoop gezegd over het kinderpardon - een regeling voor langdurig in Nederland verblijvende asielkinderen. Het ene kind mag wel blijven, het andere niet. Door de weer opgelaaide discussie moest ik denken aan iets dat ik jaren geleden heb meegemaakt toen ik in de Tweede Kamer zat - een gebeurtenis die laat zien hoe willekeurig de politiek kan werken als het om asielkinderen gaat.

Advertentie

Op donderdag 27 januari 2011 moest ik het moeilijkste besluit van mijn politieke loopbaan nemen: voor of tegen een politietrainingsmissie in de Afghaanse provincie Kunduz stemmen. De steun van mijn partij GroenLinks was voor het eerste kabinet Rutte met gedoogsteun van de PVV doorslaggevend.

De media lieten de ene kritische Afghanistan-expert na de andere aan het woord, op Twitter stroomden al dagen adviezen binnen en zelfs vrienden stuurden berichtjes via Facebook. Normaal hadden ze schijt aan wat ik in de politiek deed, maar nu lieten ze van zich horen: "jullie waren toch een pacifistische partij?" en "jullie ook al schoothondjes van Amerika?"

De andere kant van het verhaal was dat Afghanistan volgens de meeste onderzoeken het gevaarlijkste land ter wereld was voor meisjes en vrouwen. En dat GroenLinks hier iets tegen wilde doen in plaats van alleen maar te zeggen hoe verschrikkelijk het is dat tienermeisjes gedwongen worden te trouwen, verminkt worden als ze de 'goede zeden' schenden en gevangen of gedood worden als ze publieke functies willen bekleden. Politieagenten opleiden was een manier om iets van veiligheid te creëren voor onschuldige burgers.

Tijdens het pingpongen in mijn hoofd tussen voor- en tegenargumenten, verscheen er een brief van het kabinet in mijn email. Ik weet nog steeds niet of het strategisch getimed was of puur toeval. Er kwam per dag een shitload van zulke brieven over een shitload aan onderwerpen binnen, maar deze was van minister Leers van Immigratie en Asiel. Dat was mijn terrein, dus ik las het meteen.

Advertentie

De brief ging over Sahar, het Afghaanse meisje uit het Friese Sint Annaparochie, dat al tien jaar met haar familie in Nederland woonde en dreigde te worden uitgezet. In de brief deelde minister Leers doodleuk mee dat hij in beroep ging tegen een besluit van de rechter om Sahar en haar familie in Nederland te laten blijven.

Ik was verbijsterd. Terwijl wij worstelden om met een door de PVV gesteund kabinet zaken te doen over een politietrainingsmissie in een verscheurd land, wilde datzelfde kabinet daar meisjes naartoe sturen? De missie werd juist opgezet omdat Afghanistan zo onveilig was, vooral voor meisjes en vrouwen.

Er was niet veel tijd, omdat het debat over de missie een paar uur later zou beginnen. Ik besloot om het momentum van dat debat te gebruiken om achter de schermen iets uit te proberen. Het kabinet wist namelijk nog niet honderd procent zeker of we uiteindelijk allemaal voor de politietrainingsmissie zouden stemmen. Ik kon dus proberen te dreigen met een tegenstem voor de missie, om het kabinet te overtuigen de uitzetting van Sahar en soortgelijke gevallen op te schorten.

Ik belde Annelies Pleyte, de politiek assistente van premier Rutte. Zij zou de boodschap direct bij de premier kunnen droppen. Het was een kort gesprek waarin ik mijn onbegrip over de brief uitlegde. Ze luisterde en zei weinig. Ik hing op en al gauw bleek dat de verhalen over haar invloed klopten. Binnen no time werd ik gebeld door minister Leers.

Advertentie

Ik vertelde hem dat met de missie instemmen voor mij nu extra zwaar ging worden. Ik voegde daaraan toe dat als ik tegen zou stemmen, de kans bestond dat andere Kamerleden zouden volgen. Leers zei te begrijpen hoe ik me voelde, en dat hij zijn best zou doen. Ook hij was bezorgd over de positie van Afghaanse meisjes en vrouwen. Ik zei dat dat niet genoeg was. Hij stelde me gerust.

Een geruststelling was mooi, maar geen garantie. In mijn achterhoofd vroeg ik mezelf hoe ver ik wilde gaan om dit voor elkaar te krijgen. Was ik bereid hiervoor tegen de missie te stemmen? Het antwoord was: nee. Hoe groot de verleiding ook was, dat zou onethisch zijn. Ik zou na het debat op diezelfde avond nog beslissen of ik wel of niet voor de politietrainingsmissie zou stemmen. Pas na het debat kon ik een inhoudelijk oordeel vellen over de aard en het doel van de missie. Maar richting het kabinet probeerde ik mijn waarschuwing zo dreigend mogelijk te maken.

Om half drie in de nacht stemden we allemaal - met uitzondering van Ineke van Gent - vóór de politietrainingsmissie. Ik hoopte dat het kabinet erin geloofde dat ik alleen voor had gestemd om een stop op uitzetting van Afghaanse meisjes voor elkaar te krijgen.

Het bleef een tijd stil. Tot 8 april. Toen kwam er een nieuwe brief van minister Leers: "Verwestering wordt onderdeel van de afweging voor terugkeer van Afghaanse meisjes." Het klonk wat vaag, maar het betekende dat Afghaanse meisjes die minimaal tien jaar oud zijn en minimaal acht jaar in Nederland woonden, zodanig 'verwesterd' zijn dat ze niet langer uitgezet werden. Leers en (indirect) de premier leken zich aan hun woord te houden.

Advertentie

Ik vond de willekeur van de regeling pijnlijk, omdat bijvoorbeeld Somalische meisjes die een enorme kans lopen om besneden te worden niet onder deze regeling vallen. Maar het was tenminste iets. Naar schatting mochten er uiteindelijk veertig tot honderd Afghaanse meisjes en hun families in Nederland blijven.

Nu het debat over het kinderpardon opnieuw is opgelaaid en de geschiedenis zich lijkt te herhalen, besloot ik Gerd Leers te bellen. Ik was me al die tijd blijven afvragen of mijn experiment tijdens het Kunduz-debat van invloed was geweest op zijn besluit over de nieuwe regeling. Hij vertelde me dat hij op dat moment in 2011 zelf al aan het onderzoeken was wat hij voor de 'Sahars' zou kunnen betekenen, maar dat mijn signaal naar Rutte invloed heeft gehad. En hij zei ook dat hij een dagboek heeft bijgehouden van zijn tijd als minister, waarin hij precies heeft bijgehouden wat er die dag gebeurd is. Tot mijn verrassing kreeg ik de pagina over 27 januari 2011 toegestuurd, en zijn toestemming om fragmenten ervan hier te publiceren.

Afghanistan.

Uit het dagboek van Gerd Leers:

Donderdag 27 januari 2011

"Om 9.00u heb ik een ontmoeting met Luc Carbones, de ambassadeur van België. Hij gaat vertrekken en komt dus afscheid nemen. Het is een fijne vent en ik hoop hem in de toekomst nog een keer te ontmoeten."

"Dan om 10.00u NRC. Een stevig interview over Sahar. [De journalist] confronteert me vooral met het gegeven dat het allemaal zo lang geduurd heeft en dat het ook de schuld van de overheid is. Wellicht had ik daar een steviger antwoord van tevoren op moeten bedenken. Maar ik kom er goed uit. Het is een mooi beeld dat uit het gesprek naar voren komt. Hij voelt vooral de worsteling goed aan, en dat valt ook goed af te leiden uit het uiteindelijke NRC-bericht."

Advertentie

"En dan vlak voor 15.00u, het moment waarop de brief over Sahar aan de tweede Kamer gestuurd wordt, informeer ik achtereenvolgens de woordvoerders van de coalitie, bel Spekman, de voorzitter van CDA Friesland en laat via hun persafdeling ook Maxime [Verhagen - redactie] en de VVD op de hoogte stellen. Heb dan een interview met NOS en RTL over Sahar."

"Mark Rutte belt al spoedig na het uitkomen van de NRC. Hij heeft zorgen over de koppeling tussen deze zaak en het Afghanistan-debat zoals dat in de Tweede Kamer loopt. GroenLinks is cruciaal en hij heeft signalen dat Tofik Dibi wel eens op dit punt een afvallige zou kunnen worden. Ik beloof hem met Dibi te bellen, maar geef toch aan het zeer oneigenlijk te vinden dat er een koppeling wordt gelegd."

"Het gesprek met Dibi verloopt in twee fasen. Het eerste telefoongesprek vindt plaats op de kamer van Bob, mijn persoonlijk assistent. Onze DG [directeur-generaal - redactie] Loes Mulder luistert mee, evenals Bob en Elaine, mijn woordvoerster. Ze delen mijn lijn: vasthouden. Het kan niet zijn dat er een koppeling wordt gelegd. Ik probeer Dibi hiervan te overtuigen. En licht toe dat ik een principiële keuze moest maken. Natuurlijk snap ik zijn zorgen. Maar hij moet het niet vermengen. Dat zullen de mensen nooit begrijpen, hou ik hem voor. Ik geef hem mee bereid te zijn mee te denken voor hij vanavond in debat gaat met zijn fractie."

"Tijdens het BPO [overleg van alle CDA-ministers - redactie] krijg ik weer Tofik Dibi aan de lijn. Hij geeft mij aan grote moeite te hebben in te stemmen met het Kabinetsvoorstel over de politiemissie in Afghanistan als wij tegelijkertijd zo hardvochtig zijn over het kunnen blijven van de vluchtelingen en de fam. Sahar. Ik overtuig hem van het feit dat een koppeling zeer ongewenst zou zijn en oneigenlijk en dat het bovendien nog niet allemaal gelopen is met de fam. Sahar. Ik ben vastberaden daar een oplossing voor de vinden. Maar dat ik niet op deze principiële kant kan toegeven. Ik ben bereid te kijken naar de 'gevaren' situatie - via toetsing van het UNHCR-rapport dat ik ook in gang heb gezet. Ik beloof hem dat ik daarbij zijn opvattingen wil betrekken. En nodig hem uit voor een gesprek. Maar hij moet nu de zaken niet vermengen."

"Hij laat zich overtuigen - wat ik echt klasse vind - en ik spreek met hem af dat we beiden Rutte zullen informeren. Dat doe ik dan ook. Mark is zeer blij, ik vertel hem dat Tofik Dibi akkoord zal gaan."

"Hoewel ik het niet van plan was, vertel ik toch maar in grote lijnen de inhoud van dit telefoontje tijdens het BPO. Mirjam [Sterk - redactie] wist het al. Ook Ben Knapen was er al van op de hoogte. Maxime deelt mijn lijn. Terug in mijn appartement spreek ik met Elaine. Die is natuurlijk zeer bezorgd en vraagt zich af of we niet teveel 'toegezegd' hebben. Ik wijs haar op de passage in de brief rond de UNHCR. Alles wat we kunnen doen om de fam. van Sahar hier te houden doen we, maar niet omwille van het feit dat ze al zo lang procederen maar omdat het echt te gevaarlijk is voor jonge meisjes."

"Het is altijd een hele organisatie: zorgen voor sportkleren en douchespullen en de weekendtas. Ik kijk natuurlijk nog naar de uitslag van het Afghanistandebat. Dat ziet er goed uit. Een prachtig staaltje van politieke kracht. Ondanks een minderheidskabinet en geen steun van de PVV toch een meerderheid voor de missie. Ik ben blij er een beetje aan bijgedragen te hebben. Alhoewel ik me realiseer dat de winst vooral naar de VVD/Rutte gaat. Maar dat verdient die dan ook."