FYI.

This story is over 5 years old.

familie

Mijn oma heeft me vergiftigd

Wat doe je als je denkt dat je een moordenaar in de familie hebt?
Illustraties door Matt Rota

Toen ik vier of vijf was, trof ik mijn oma soms huilend in haar slaapkamer aan. Dan zat ze aan haar kant van het bed, en jaagde ze er dozen tissues doorheen. Ik geloof niet dat dit een kant van haar was die ze graag met andere mensen deelde. Ze zal zich er bij mij genoeg voor op haar gemak gevoeld hebben, omdat ze het gevoel had dat we een kosmische band hadden: ik ben vernoemd naar haar vader, en ik heb ook zijn blonde trekken. Ze huilde om Martha, haar dochter, die op 28-jarige leeftijd aan huidkanker overleed. Tien jaar later, toen Norman – haar jongste zoon, mijn oom – ook op zijn 28e stierf, huilde ze om hem.

Advertentie

De mensen om oma heen bleven maar sterven – haar kinderen, haar echtgenoten en haar minnaars, dus haar levenslange staat van rouw was begrijpelijk. Als je haar toen zag zitten, diep weggezonken in haar hoge en zachte bed, omhuld door de duisternis van de zolder en omgeven door de geur van huid en spuug die altijd om oude mensen hangt, wist je dat moeders nooit krijgen wat ze verdienen. Maar als ik er tegenwoordig aan denk, vraag ik me niet af of oma heeft gekregen wat ze als moeder verdiende, maar wat ze als moordenaar verdiende.

Een paar maanden geleden propte ik mijn vrouw en kinderen in een auto en sleepte ze mee om oma op te zoeken. Ik had haar al meer dan anderhalf jaar niet gezien, en in die tijd was ze verhuisd van haar eigen huis naar twee verschillende tehuizen voor begeleid wonen. Er was geen excuus voor het feit dat ik haar zo verwaarloosd had. Ik denk dat ik niet goed kon omgaan met de manier waarop we haar oude huis hadden achtergelaten. Catastrofaal. Het huis stond vol troep. De kopers zeiden dat ze dat wel voor eigen rekening zouden nemen en dat deden ze: ze braken de hele boel totaal tot de grond toe af. Mijn broer had een vriend die in de buurt in Long Island woonde, en die zei dat het voor de buurt het schandaal van het jaar was geweest.

Dat huis, waar ik zo'n groot deel van mijn jeugd bij oma op bezoek had doorgebracht, was verschrikkelijk smerig. Tegen de late jaren negentig hadden mijn broer en ik drie dagen aan opruimwerkzaamheden besteed. Joe, de laatste vriend van mijn oma, was overleden, en al zijn spullen waren er nog. Hij was een van de vijf dode mensen wier spullen er nog lagen. De spullen van mijn tante, de spullen van mijn oom, van mijn opa en van oma's tweede man namen samen, zo schat ik, de helft van het totale volume van het huis in beslag. Rijbewijzen en belangrijke papieren en halfafgemaakte projecten en kleine aandenkens. In de kelder vonden we een set half gesmolten heroïnelepels (oma had soms wat twijfelachtig bezoek over de vloer gehad) en in de achtertuin vonden we een grote vuilniszak vol dode dieren. Van de buitenkant van de zak kon je zien dat het dieren waren: je zag de vorm van de lijkjes. We wierpen een blik in de zak, maar zo vlug dat we alleen konden zien dat er inderdaad dode lichamen in zaten, maar niet wat voor soort. Mijn broer zegt dat hij schildpadden zag, wat waarschijnlijk is, aangezien mijn moeder een half dozijn schildpadden had gehad die allemaal waren gestorven in een plotselinge, onverklaarbare natuurramp in hun ecosysteempje. Ik dacht dat ik een uil had gezien, wat ook mogelijk maar minder waarschijnlijk was. De kans was het grootst dat het wasberen en katten waren, die altijd in oma's vuilnis aan het wroeten waren. Ze probeerde ze dan weg te jagen door vanaf de veranda naar ze te schreeuwen. De laatste keer dat ik de zak zag, lag het op het grasveldje te wachten tot de vuilniswagen het kwam ophalen. In het zwarte glanzende plastic waren ronde ruggetjes afgetekend.

Advertentie

In dat huis was zelfs de rommel die normaal de moeite van het bewaren waard was geweest deprimerend. Ooit prachtige eikenhouten schommelstoelen en kersenhouten schrijftafeltjes waren bedekt met de lelijke witte verf van de veranda. Op de boekenplanken stond alleen werk dat de bibliotheek niet meer wilde hebben, aangevreten door muizen. Het tapijt was overwoekerd met schimmel. Op het servies zaten vlekken of stukjes aangekoekt eten. De toiletten waren vol, niet doorgespoeld en bedekt met babypoeder. Oma zei dat ze met niet doorspoelen geld wilde besparen, maar het was meer een manier voor haar om je eraan te herinneren dat alles in het leven om geld besparen draait.

Dat is niet verwonderlijk: oma groeide op tijdens de Grote Depressie en heeft die periode mentaal nooit verlaten. Toen de economie twintig en tien jaar geleden weer instortte, wees ze altijd op de culturele gelijkenissen: tijdens angstige momenten richten mensen zich op mystieke zaken, op zelfhulp en op het occulte. Ik twijfelde er niet aan dat ze daar gelijk in had. Zelfs op hoge leeftijd had ze scherpe inzichten en was ze goed op de hoogte. Ze scharrelde rond in haar vieze huis met de publieke radio tetterend in elke kamer. Ze wist alles, bijvoorbeeld dat pruimensap als haarverf gebruikt kon worden (tot de dag van vandaag zijn haar haren pruimbruin). Van een tandarts had ze op de radio het advies gehoord dat het heel belangrijk was om je mond te spoelen met water en te flossen, zelfs als je niet de mogelijkheid had om je tanden te poetsen. En terwijl ik dit schrijf is ze 94 en heeft ze nog al haar tanden. Alleen zitten ze nu los. Haar hele kaak ziet eruit alsof hij los in haar mond zit.

Advertentie

Toen we haar opzochten in de aanleunwoning, deed ik haar gehoorapparaat even goed terwijl mijn vrouw op zoek ging naar de Tena Lady's. Mijn grootmoeder wist amper nog wie ik was, en toen ik haar vroeg naar haar eigen kinderen, bleek dat ze zich zelfs Martha helemaal niet meer kon herinneren. Ik had haar al die tijd niet bepaald gemist, dus ik had niet verwacht dat ik van streek zou raken tijdens dit bezoekje. Maar dat ze zelfs niet meer wist wie Martha was, en er zo bij lag, kwijlend met haar openhangende mond, met tanden die bijna uit haar mond vielen, maakte dat ik het even te kwaad kreeg. Mijn kinderen staarden haar aan met hun ogen en mond wijd open van ongeloof, geschrokken van de weerzinwekkende aanblik van de vrouw die ooit hun overgrootmoeder was geweest. Ze hadden de laatste jaren al vaker aan een doodsbed gestaan, aan dat van andere voorouders, en het was duidelijk dat deze de volgende zou zijn.

Toen oma aan mijn kinderen vroeg om wat voor haar te zingen, zetten ze zich over hun schrik heen en brachten een paar oude Duitse liedjes ten gehore die ze ooit op school hadden geleerd. Oma zong ook mee. Ze zei dat zingen haar terugvoerde naar haar kindertijd, ze beleefde de liedjes alsof ze weer kind was. Überhaupt vroeg ik me af of er nog iets anders te vinden was in haar brein dan haar kinderlijke zelf – soms wees ze naar haar voorhoofd en grapte ze over haar 'vergetelleritus'. Het is gek om een ouderlijk figuur zo te zien veranderen. Als kind logeerde ik vaak bij mijn oma, zodat mijn ouders, die mij veel te vroeg hadden gekregen, even een time-out hadden. Soms bleef ik weken achter elkaar bij haar. Ze vertelde me dat Joden echte uitvinders waren, dat Joden geen alcohol drinken en dat Joden slim zijn omdat het binnen het jodendom belangrijk is om te filosoferen. Ook vond ze dat ik Joden geen 'Joden' mocht noemen. Toen ik haar vertelde over mijn verloving met een niet-Jood, viel ze op haar knieën en smeekte me om niet in de kerk te trouwen.

Advertentie

We trouwden uiteindelijk op een tennisbaan, en mijn oma was de ster van de avond. Ze paradeerde in het rond en flirtte met de twintig jaar jongere ooms van mijn vrouw. Met oma had je altijd plezier – helemaal als ze niet verantwoordelijk was voor het eten, dan was het alsof ze boven zichzelf uitsteeg en alsof ze echt vrij kon zijn. Oma's kennis en expertise over voeding en gezondheid dateerde uit de jaren zestig. Midden jaren zeventig had ze al een paar publicaties over voeding en medicijnen op haar naam staan, die ze zelf uitbracht in kleine oplages. Ik denk dat het ongeveer in die periode geweest moet zijn dat ze mensen begon te vergiftigen.

Ik kan er niet precies de vinger op leggen wat ze deed en met welke ingrediënten het gebeurde. Ik ben er niet eens honderd procent zeker van dat ze ook echt deed wat ik denk dat ze deed. Ik heb alleen indirecte bewijzen en ingevingen die door de jaren heen een steeds verdachter karakter kregen. Ik verdenk haar ervan dat ze eerst vitamine toediende (wat onder meer slaperigheid, troebel zicht en verkoudheid kan veroorzaken), vervolgens laxeermiddelen, en daarna, toen ze ouder en luier werd, ging ze aan de slag met voorgeschreven medicijnen.

Oma maakte nooit twee keer hetzelfde eten – haar maaltijden dropen altijd van het vet en sowieso waren het gewoon best rare creaties. Gebakken kip met abrikozen en tomaten uit blik, bijvoorbeeld, of gehakt met pruimen of augurken. Ze was berucht bij de plaatselijke groenteboer: ze bewaarden er haaienlever voor haar. Toen ze ouder werd begonnen kant-en-klare ingrediënten een steeds grotere rol te spelen in de maaltijden die ze je voorschotelde – uiteindelijk werd dat haar favoriete methode. Ze had een strategie waarbij ze op zoek ging naar het eten dat je het allerlekkerst vond, kocht daar immense partijen van op, en bleef je vastberaden opscheppen. Je bleef maar eten en eten, en dan kwam nog kaas en ijs, en uiteindelijk plofte je uitgeput op de bank neer of je zat volgevreten in de trein terug naar de stad. Hoe langer je bij oma bleef, hoe meer kans je had dat het slecht met je afliep: je kreeg diarree, raakte uitgeput of je begon steeds slechter te zien.

Advertentie

Mijn moeder was de eerste die weigerde om oma's maaltijden nog te eten – ik vond het paranoïde van haar. Toch begon het me op te vallen: telkens als we bij oma waren geweest, ging ik ongeveer out op de bank of in de trein. Toen ook ik stopte met het eten van wat mijn oma voorschotelde, vond mijn broer dat ik overdreef. Maar toen hij doorkreeg dat ook ik daardoor niet meer out ging, weigerde hij ook om haar maaltijden nog te eten.

Het is moeilijk te geloven dat je oma je aan het vergiftigen is. Je weet dat ze van je houdt, daar is geen twijfel over mogelijk, en ze is echt zo'n lief en charmant oma-achtig omaatje. Je weet dat het nooit haar bedoeling kan zijn om je te vergiftigen. Tegen beter weten in eet je haar eten totdat je zo vaak out bent gegaan dat je het niet meer kan verantwoorden aan jezelf. Uiteindelijk gingen we in vakanties gewapend met boodschappen en afhaaleten naar oma toe, en leek ze ergens opgelucht dat ze van ons niet meer bij het eten in de buurt mocht komen. Tegen die tijd was haar zicht al zo verslechterd dat ze de hoeveelheid chemische poeders die ze over je lekkere bordje met prei heen strooide, niet meer goed kon zien.

De vraag was: hoe konden we aan oma's gasten duidelijk maken dat ze haar eten niet meer moesten eten? Zo kwam het een keer voor dat mijn broer tijdens een bezoek zijn nieuwe vriendin mee had genomen, een actrice. Oma had van tevoren beloofd niets klaar te maken, dus we hadden niets tegen de actrice gezegd. Maar na de lunch kwam oma opeens met zelfgebakken rozijnenkoekjes aanzetten. Ze zagen er heel vies uit, met allemaal bulten, alsof er iets flink fout was gegaan met het bakpoeder. De vriendin van mijn broertje at er twee, waarschijnlijk uit beleefdheid. We keken gespannen toe hoe het verder zou gaan. Ze had een auditie in de stad, maar ging out op de bank en miste haar auditie.

Advertentie

Waarom wilde oma ons vergiftigen? Mijn moeder hield er een theorie op na dat oma een psychische aandoening had, Münchhausen by Proxy. Dat is een syndroom waarbij iemand de mensen om zich heen expres en stiekem verwondt of vergiftigt. Ik weet zeker dat mijn oma niemand pijn wilde doen. Als ze je een gedrogeerd koekje toespeelde, was dat omdat ze wilde dat je nog even bleef – ze hield ervan om mensen net zo lang bij zich te houden tot ze hun trein misten. "Blijf toch logeren, blijf toch gewoon," koerde ze dan.

Op andere momenten leken oma's zorgen praktischer. Toen mijn moeder voor een korte tijd terugging naar oma, had ze veel huisdieren. De schildpadden, honden, hamsters en katten werden allemaal ziek en gingen dood. En dan was er Joe, de ex-paratrooper en oma's laatste vriend. Hij maakte er een gewoonte van om zijn pensioen te verbrassen in Atlantic City en te bedelen bij oma tot de volgende betaling kwam. Toen hij een gebroken been had kregen we allemaal hysterische telefoontjes van oma, die zei dat ze gedwongen was hem op zijn wenken te bedienen – en toen was hij dood.

En wat zou oma zeggen? Nou, zelfs als ze in staat zou zijn om me te vertellen waarom ze deed wat ze deed, denk ik niet dat ze het zou kunnen. Ze was altijd al een mysterie, zelfs voor haarzelf. Dit verhaal vertelde ze graag: toen ze een heel jong meisje was, probeerde een jongen haar te zoenen in een kast, dus duwde ze hem weg, rende naar huis en huilde. "Waarom, oma?" vroegen we haar. "Omdat," zei ze dan, "ik verliefd op hem was!"

Advertentie

Oma's vader was een oudere man, lang en knap. Een weduwnaar die ooit een ruiter was geweest in Rusland. Haar moeder was zeventien toen ze met hem trouwde. Het stel had vier dochters en een zoon, die jong overleed. Toen de Grote Depressie losbarstte werd oma's vader naar het kantoor geroepen van de fabriek in Brooklyn waar hij werkte als voorman,en werd hij ontslagen. Hij bleef smeken om een baan – welke baan dan ook – om zijn familie te kunnen onderhouden. Zo werd hij aangenomen als 'vuurman'. Hij schepte kolen in een oven. Een explosie verwonde hem ernstig en hij kwam niet meer thuis. Hij verdween. Drie weken na het ongeluk ging mijn oma naar buiten om met een man te praten die op de stoep tegenover haar huis zat. Zijn gezicht zat in het verband. Ze vroeg hem waarom hij niet thuisgekomen was en hij antwoordde: "Ik was bang dat je niet meer van me zou houden." Hij was de rest van zijn leven bang. Ik heb mijn overgrootvader Benjamin, mijn naamgenoot, nooit ontmoet.

Oma's eerste man, Irving – waar ze ergens in de jaren vijftig mee getrouwd is – werd door iedereen aanbeden, net als haar vader. Hij deed zaken met wat Italianen, wat een eufemistische manier is om zijn beroep te omschrijven. Na twintig jaar huwelijk scheidde ze van hem, en niet veel later kreeg ik het vage vermoeden dat dat was omdat Irving een duistere kant had.

In 1982, toen hij zeventig jaar oud was, kreeg Irving een auto-ongeluk. Hij reed zijn Cadillac van de snelweg. Hij kan in slaap gevallen zijn, maar het kan ook gelegen hebben aan de schroevendraaier die in het stuur werd gevonden. Hij had tijdens het ongeluk ernstige hoofdwonden opgelopen, maar hij was een taaie oude Jood. Na een paar uur werd hij wakker en vocht nog eens tien uur tegen zijn verlamming. Hij was eind tachtig toen hij overleed. Ondertussen werd zijn geld het onderwerp van een gecompliceerde rechtszaak, wat er uiteindelijk toe leidde dat Irving's zakenpartners en zijn tweede vrouw (die voor hem zorgde) het grootste deel van zijn fortuin kregen. Tijdens het proces begon oma te klagen over het feit dat ze Irving verlaten had. Ze zei: "De dingen die hij de hele dag deed, dan kun je niet thuiskomen en ineens een lieverdje zijn, echt niet."

Advertentie

Martha, oma's oudste kind en mijn tante, kreeg rond haar twintigste kanker. Oma zorgde voor haar. Martha kan overleden zijn aan haar ziekte, maar… nouja, ik weet het niet. Aaron, oma's tweede man, overleed ook aan kanker in de jaren zeventig. Hij was doof, haatte televisie en schreeuwde naar kinderen. Oma zei dat ze met hem was omdat hij "de enige was die me wilde." Hij rookte pijp. Na zijn eerste operatie, aan keelkanker, speelde hij pingpong met me. Hij leek gelukkig en was minder een monster. Hij begon te tuinieren. Maar hoeveel hij ook at, hij bleef afvallen en kwijnde weg. Of… Nee, het zal wel de kanker geweest zijn.

De volgende in de rij begrafenissen was die van Norman, oma's jongste kind en enige zoon. Hij was maar acht jaar ouder dan ik en hij pestte me toen ik klein was. Hij had de meest afschrikwekkende lach, als een krijsend varken. Geen blij varken. Als een varken dat pijn had. Hij bedreigde me met messen, stal mijn spullen en maakte ze kapot. Hij probeerde me ervan te overtuigen dat hij me midden in de nacht zou ontvoeren en me zou verkopen aan "de Arabieren". Misschien was dat omdat hij jaloers op me was. Hij was mollig en zag er heel Joods uit, en oma vond hem niet om aan te zien. In tegenstelling tot Norman, haar vlezige teleurstelling, was ik blond, van nature atletisch met zachte gelaatstrekken. Dat maakte me haar favoriet. Ik zag oma Norman ooit straffen door hem voor het fornuis te zetten, de boiler nog wat op te stoken en te dreigen dat ze zijn piemel eraf zou branden. Hij was toen misschien twaalf. Ze maakte ook enorme borden met eten klaar, die ze hem aanbood. Hij zei dan nee omdat hij niet dikker wilde worden, maar ze bleef het eten onder zijn kin duwen tot hij uiteindelijk at – en dan viel ze tegen hem uit omdat hij zo dik was.

Advertentie

Norman hield van wapens. Hij verzamelde dingen waar je mee kan moorden, zoals kruisbogen en bijlen. Iedereen was doodsbang voor hem. Soms stormde hij door en rond het huis met een mes of een machete, en dan schuilden we in onze kamers. Toen ik zeven was, doop hij mijn arm in methaangas en stak me in brand. Gewoon om te laten zien hoe krachtig methaangas was, en dat het aansteken me geen pijn zou doen. Het klopt dat ik geen pijn voelde, maar het brandde wel al het haar van mijn arm. Toen ik een andere keer in Long Island was, tackelden wat andere kinderen me en bleven me schoppen. Mijn moeder dacht dat Norman ze gestuurd had.

Had ik hem al een genie genoemd? Dat was hij namelijk. Hij kon alles. Toen ik acht was liep hij met me mee naar Canal Street, om de hoek van waar ik woonde in Tribeca. Hij liet me zien hoe je in een middagje tijd met oude, bij rommelwinkeltjes opgesnorde computeronderdelen een werkende computer in elkaar kon zetten.

Tegen het einde van de jaren tachtig, hij was toen 28, woonde Norman nog steeds bij oma, maar hij had zijn zaken inmiddels stukken beter op orde. Hij was flink wat gewicht verloren, had inmiddels een vriendinnetje, en overwoog een carrière in computers. Hij deed toentertijd ook fanatiek aan diepzeeduiken, en bracht soms zelfs een hele nacht in bad door met zijn volledige uitrusting aan. Soms huurde hij een boot om op de bodem van de zee foto's te maken van scheepswrakken.

Op de dag van het ongeluk ging hij weer eens met een gehuurde boot varen. Oma wilde liever niet dat hij ging – ze klaagde altijd over de extreme kosten – dus diende ze hem stiekem iets toe. Dat denk ik, tenminste. Hij zei nog dat hij zich niet zo lekker voelde en dacht dat hij misschien een griepje onder de leden had. Zijn duikpartner haalde hem over om toch te gaan, en toen bleek er tijdens het duiken ineens iets mis te zijn met Normans duikapparatuur. Misschien lag het aan de apparatuur, of misschien was het zijn eigen schuld: hij had de duikapparatuur zelf aangepast omdat hij nou eenmaal een verschrikkelijk handig mannetje was. Zijn duikpartner kwam alleen boven, en bleek niet te hebben gemerkt dat hij misschien zijn zuurstof moest delen met Norman. We weten niet precies waarom Norman op de bodem bleef hangen. Misschien had hij niet genoeg zuurstof om gecontroleerd naar boven te gaan zonder zijn longen te laten imploderen, misschien zat hij vast in het scheepswrak. Of misschien was hij gewoon te erg naar de klote om überhaupt een beslissing te maken. Er zijn van die vlaggen die duikers in geval van nood omhoog kunnen schieten, zodat de aanwezige reddingsduiker weet dat er iemand hulp nodig heeft. Norman vuurde zijn noodschot af, maar omdat ze het in Long Island niet zo nauw nemen met de regels omtrent duiken, was er geen reddingsduiker aanwezig. Niemand zag zijn noodvlag en Norman stierf ter plekke.

Dan is er nog de miskraam van mijn vrouw. Grappig – of eigenlijk is 'grappig' niet het goede woord – dat ik dit hele voorval was vergeten tot ik dit verhaal ging schrijven en wat van mijn oude aantekeningen doornam. Toen we de zwangerschap van mijn vrouw aankondigden ging oma totaal door het lint over het feit dat er "nog een mond te voeden" zou zijn, en hoe we daar toch helemaal geen geld voor hadden. We bezochten haar vlak voordat mijn vrouw een miskraam kreeg, en ondanks het feit dat mijn vrouw wist dat ze niets moest eten van oma, is dat per ongeluk toch gebeurd. En, nou ja, het was ongebruikelijk laat in de zwangerschap om nog een miskraam te kunnen krijgen. Datumtechnisch klopt het precies, al kan dat natuurlijk ook toeval zijn geweest.

Toen ons kind eenmaal geboren was, kwam oma op bezoek om ons te feliciteren. Ze bracht een cadeautje mee: een medische schaar – een scherpe, puntige schaar. Bij een later bezoekje bracht ze bieten mee. Ik vroeg waarom ze ons vijftien potten met bieten gaf, waarop ze antwoordde dat ze allemaal recepten had met bieten erin, en soms wat zonnebloempitten. Ze was enorm trots op haar ontdekking, want je kon er ontzettend lekkere dingen mee maken, zoals bieten-zonnebloempitten-ijs. Ze zei dat het erg voedzaam was, en dat ik het maar op moest zoeken op internet, als ik haar niet geloofde. Ik googlede inderdaad op ingeblikte bieten en zonnebloempitten, en kreeg direct een mededeling dat de fabrikant alle blikken bieten had teruggeroepen.

Soms, als ik deze verhalen weer eens aan iemand vertel, vragen mensen waarom ik haar nooit heb tegengehouden. Maar als kind was het gewoon lastig om dit allemaal te bevatten. Soms bracht oma me een kopje warme chocolademelk, voor ik naar bed ging. Het zag er heel olie-achtig en dun uit. Wanneer ik vervolgens wakker werd bleek ik soms wel 24 of zelfs 72 uur te hebben geslapen. We zijn drie of vier keer naar het ziekenhuis geweest omdat ik midden in de nacht moeite had met ademhalen. Het duurde tot mijn dertigste voordat ik inzag dat drie dagen achter elkaar slapen helemaal niet oké was, en dat de enige drie keer in mijn leven dat ik midden in de nacht naar het ziekenhuis moest vanwege ademhalingsproblemen, ik toevallig bij oma logeerde.

Zelfs toen ik dingen op een rijtje zette en alles verdacht begon te vinden, wist ik nog niet zo goed wat ik ermee aan moest. Nadat oma's vriend Joe was overleden en ik naar de politie stapte om te melden dat ik dacht dat oma hiermee te maken had, kreeg ik een simpele "En wat wil je dat we daarmee doen, vriend?" naar mijn hoofd geslingerd. En nu, zoveel jaar later, heb ik weer het gevoel dat ik hier iets mee moet. Alsof ik het goed moet afsluiten. Of ik moet er vrede mee zien te krijgen in mijn hoofd en mijn oma vergeven, of ik moet bewijs vinden voor wat ze allemaal heeft gedaan en de zaak echt tot de bodem toe uitzoeken. Ik heb me altijd voorgenomen om haar huis nog eens goed te doorzoeken, maar dat huis is er nu dus niet meer. Oma weet niet meer wat waarheid is, en er zijn geen lichamen waarmee we iets kunnen bewijzen. Er komt dus geen grande finale. Terwijl ik zat te luisteren hoe oma liedjes zong met mijn kinderen, realiseerde ik me dat het me eigenlijk niets uitmaakte wat er nu precies zou gebeuren. Dat het niemand eigenlijk iets uitmaakte wat er nu verder zou gebeuren. Je over dit soort dingen kwaad maken is voor agenten in CSI en dokters in ER.

Een tijdje geleden had ik het er met een vriend over, die opmerkte dat oma me eigenlijk best had kunnen omleggen. Dat verraste me, en klopte voor mijn gevoel toch niet helemaal. "Maar je had toch moeite met ademhalen, waardoor je meerdere keren in het ziekenhuis bent beland? Ze probeerde je waarschijnlijk niet echt te vermoorden – alleen te controleren – maar toch had het echt verkeerd af kunnen lopen." Ik knikte langzaam, en zei een tikkeltje ongelovig dat dat inderdaad had gekund. Maar oma zou me nooit opzettelijk pijn hebben willen doen. We hadden namelijk een kosmische band.