FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Ulusal staat al drie weken lang elke avond te demonstreren op het Beursplein in Amsterdam

De jonge Turk voelt een ontembare drang om voorbijgangers te vertellen over het leed dat zijn broeders en zusters in Istanbul wordt aangedaan.

Ulusal op het Beursplein. Al weken is de wereld in de ban van de gewelddadige ontwikkelingen op en rondom het Taksimplein in Istanbul. Foto’s van met bloed besmeurde demonstranten en filmpjes van traangasaanvallen en waterkanonnen worden gretig gedeeld via Twitter en Facebook. Niet alleen door de Turken zelf, maar ook door journalisten, kunstenaars en activisten van andere nationaliteiten. Ja, zelfs mensen van wie je niet verwacht dat ze iets geven om, nou ja, iets… volgen dit nieuws. Door de aanhoudende regen van rubberen kogels vergeten we dat op het Beursplein in Amsterdam sinds 31 mei dagelijks tientallen Turkse Nederlanders bijeen komen om hun broeders en zusters in Istanbul, Ankara en ander steden te steunen. Bij hun eerste samenzijn werd kort stilgestaan, maar sindsdien worden de vreedzame Turken op het Beursplein nagenoeg vergeten. Toch valt elke keer als ik langsloop dezelfde jongen op. Flinke lik gel in zijn haar, nette blouse, warme uitstraling. Hij trekt mijn aandacht omdat hij vele malen jonger is dan de rest van de Turken op het Beursplein. Ik besluit om hem aan te spreken, in de hoop dat hij me kan uitleggen waarom ze in godsnaam nog steeds daar staan, elke avond weer. Andere media stellen deze vraag immers niet. Ulusal (20) fietst loyaal elke avond rond zeven uur vanuit Amsterdam-West naar het Beursplein. Hij behoort tot de harde kern van twintig à dertig demonstranten die geen dag mist. Meestal heeft Ulusal posters en flyers mee, die hij uitdeelt aan voorbijgangers. “Ik probeer Nederlanders, toeristen en ook Turken te vertellen wat er gaande is. Veel Turken in Nederland weten van niks; die kijken alleen naar de staatstelevisie en luisteren naar Erdoğans leugens.” Ulusals ouders komen uit Hatay, een provincie in het zuiden van Turkije. Hij is in Nederland geboren en woont bij zijn moeder. Zijn vader is na de scheiding teruggegaan naar Turkije. Ulusal is niet echt gelovig opgevoed, maar voelt zich wel moslim. Hij werkt parttime in een eetcafé en speelt piano. Volgend jaar wil hij toelating doen voor het conservatorium. Politiek engagement heeft hij niet vanuit huis meegekregen. Ulusal demonstreert dan ook alleen, zonder familie of vrienden. “Ik dwing niemand om mee te doen,” zegt Ulusal. “Ik doe dit vanuit mezelf, voor anderen.” Hij werd gegrepen door het buitensporige politiegeweld tegen de demonstranten die in Gezi Park alleen muziek maakten, yogalessen gaven of andere vreedzame activiteiten organiseerden. Gezi Park was volgens hem heel even een kleine utopie waar kapitalisme niet bestond. “Inmiddels heb ik zo veel beelden van geweld en verwondingen gezien. Dat raakt me echt diep.”

Verschillende demonstranten op het Beursplein, waaronder Ulusal, imiteren de actie van de Standing Man, die acht uur lang stilstond op het Taksimplein en naar een portret van Kemal Atatürk staarde.

Ulusal kan nergens anders meer aan denken en volgt de ontwikkelingen dag en nacht. “Toen het Taksimplein hardhandig werd ontruimd, bleef ik de hele nacht op. Ik keek naar drie tv-zenders tegelijk en checkte constant Twitter en Facebook.” Omdat hij in Nederland toegang heeft tot alle denkbare bronnen, weet Ulusal beter wat er in Istanbul speelt dan de demonstranten daar. Hij is zo gefocust op Turkije dat de recentere (maar vergelijkbare) protesten in Brazilië volledig langs hem heengaan. Natuurlijk heeft Ulusal er over nagedacht om in het eerste vliegtuig naar Istanbul te stappen. “Maar de mensen daar vertellen me dat het beter is dat ik hier blijf en de Nederlanders informeer over de dictatuur die Turkije aan het worden is.” Stoppen met demonstreren is voor hem nog niet aan de orde. “Het woord ‘stoppen’ is op het Beursplein nog niet gevallen. Zolang er in Turkije niets verandert en het aantal gewonden blijft oplopen, gaan de demonstraties daar gewoon door. En ik dus ook.”