Foto’s van een Iraaks gebied waar volgens sommigen vroeger de Hof van Eden was
Basna balanceert gewassen doeken op haar hoofd. Ze woont al haar leven lang in het moeras. Alle foto's door Tamara Abdul Hadi.

FYI.

This story is over 5 years old.

Foto’s van een Iraaks gebied waar volgens sommigen vroeger de Hof van Eden was

Fotograaf Tamara Abdul Hadi bracht wat tijd door met mensen die in het Iraakse moeras wonen.

Op de plek waar de Tigris en de Eufraat elkaar ontmoeten, wat vroeger het centrum van het oude Mesopotamië was, ligt een moerasachtig gebied dat bekendstaat als de Ahwar van het zuiden van Irak. De lokale bevolking vaart over het water in zelfgemaakte boten. Op deze plek, tussen het vierde en derde millennium voor Christus, bouwden de Soemeriërs hun huizen van riet, iets wat de bevolking hier vandaag de dag nog steeds doet. Sommige mensen geloven zelfs dat in deze regio de eerste en enige utopie gelegen lag: de Bijbelse Hof van Eden. Als dat echt waar is, is er een hoop gebeurd sinds de zondeval. In de jaren vijftig begon de overheid met het droogleggen van het land voor de landbouw, maar niet lang daarna begon het boren naar olie. In de jaren tachtig en negentig, tijdens de oorlog met Iran, vernietigde Saddam Hoessein het gebied om ervoor te zorgen dat de vijand zich er niet kon verschuilen. Pas toen zijn regime omver werd geworpen tijdens de Amerikaanse invasie in 2003 werden er pogingen gedaan om het ecosysteem te herstellen. Dammen werden vernietigd, de mensen keerden terug. Een decennium later, in 2016, werd het gebied – drie archeologische vindplaatsen en vier moerassen – door UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed. Volgens World Heritage Outlook zijn “drie van de vier componenten nog steeds niet uitgeroepen tot beschermd gebied,” en omdat overheidsgeld nog steeds naar oliewinning gaat in plaats van conservatie, blijft water schaars. Maar de mensen hier strijden nog steeds voor wat dit was voor hun voorouders: een paradijs.

Advertentie

Op een mistige ochtend in maart bevond ik mezelf in dit moeras, met de familie van Sayyid Raad. Ze leven van het land, ver weg van de gemakken van de stad. Ik zag hoe ze hun buffels molken. Nihaya, wat ‘einde’ betekent in het Arabisch, een tienjarig meisje, loopt rond met zelfvertrouwen en het gemak van een doorgewinterde herder. Ze melkt een buffel, en gaat dan door naar de volgende. Haar vader en oudere broers en zussen – Hoda, Ahmad en Murtadha – doen hetzelfde. De vrouwen hier zijn sterk, net als Nihaya. Ze brengen hun dagen door met werken – als herder en als buffelmelker, ze verzamelen riet om te verkopen en ze vangen vis.

Ik sliep in het rieten huis van de familie, dat ’s nachts beschermd wordt door een buffel. Toen ik wakker werd, maakte Halima, de vrouw van Sayyid Raad, ontbijt terwijl haar kind van twee slaapt op de grond. Na het eten liep ik naar buiten en ontdekte ik dat alle buffels waren verdwenen om hun dagelijkse wandeling door het moeras te maken. Voor het donker keerden ze terug, alsof ze net als Sayyid Raads familie, geloven dat ze altijd terug moesten komen, naar dit voormalige paradijs.

Een ingestort rieten huis aan de oever van de Eufraat.

Um Haider draagt riet in het moeras.

Nihaya zit op een van de buffels van haar familie.

Hamdiyah verzamelt riet om te verkopen.

De elfjarige Jassem zit op wat riet.

In dit kleine huisje wordt er gegeten en gerust in de ochtend.

Um Jassem breekt riet, om er daarna brood op te bakken.

Een jong meisje verzamelt riet dat haar ouders zullen verkopen in het Al-Chibayish district.

Zahra, 14, staat bij de buffel van haar familie.

Um Mahdi verkoopt sh langs de weg.

Een rieten huisje in het Al-Chibayish district.