FYI.

This story is over 5 years old.

Entertainment

'Dear White People' is hilarisch, realistisch en hard nodig

De nieuwe serie van Netflix laat zien dat er niet maar één manier is om zwart te zijn.

Televisieseries hebben er een handje van om één gekleurd personage toe te voegen aan een lelieblanke cast, om de indruk te wekken dat ze diversiteit belangrijk vinden; het castingequivalent van trots roepen dat je een zwarte beste vriend hebt. Afgezien van hoe lui, isolerend en beledigend dat is, werkt het ook het idee in de hand dat er maar één manier is om zwart te zijn – want laten we wel wezen, de meeste van deze personages zijn inwisselbaar. De nieuwe Netflix-serie Dear White People weet echter maar al te goed dat we allemaal verschillend zijn.

Advertentie

Het is een van de vele redenen waarom deze satirische komedie – Justin Simiens vervolg op zijn film uit 2014 met dezelfde titel – zo verfrissend, noodzakelijk, en goed is. De serie begrijpt ons op een manier die de overgrote meerderheid van televisie, film en boeken niet doet – en gebruikt dat begrip niet om witte mensen iets te leren, maar om ons een spiegel voor te houden en ons de ruimte te geven om te lachen om hoe idioot het allemaal is. We herkennen onszelf in deze personages, die hun best doen om het hoofd boven water te houden op een overwegend witte plek.

De serie begrijpt ook de verschillende lagen van racisme en microagressie: het gaat niet alleen om "neger" genoemd worden of de politie die je om het minste geringste aanhoudt – hoewel deze dingen wel in de serie gebeuren, omdat ze ook in ons leven gebeuren. Het gaat ook om de kleinere kutmomenten die zich opstapelen: wanneer een professor vraagt of iemand met een "speciale connectie" met slavernij de discussie wil leiden en alle witte studenten gelijk naar de enige zwarte persoon in de klas kijken, of een coach die een zwarte student aanziet voor een van de zwarte atleten van zijn team. Of een witte vrouw die de afro van een zwarte man aanraakt, en zegt dat hij op Wiz Khalifa lijkt. Deze momenten in de serie zijn tegelijkertijd tragisch en hilarisch: het is grappig omdat we het allemaal weleens hebben meegemaakt en weten hoe belachelijk dit soort microagressie is, en treurig omdat we het allemaal weleens hebben meegemaakt en weten hoe kwetsend het is.

Advertentie

Het is dan ook passend dat de katalysator van Dear White People een feestje met blackface-thema is dat gegeven wordt door het humormagazine van de universiteit. Als er herhaaldelijk tegen je wordt gezegd dat je het je allemaal inbeeldt en er niks aan de hand is, is het bijna een opluchting als bewezen wordt dat je gelijk hebt – dat er echt een enorm probleem met racisme is. Racisme is niet, zoals een personage zegt, "iets dat alleen gebeurde in de jaren vijftig of in Buzzfeed-artikelen," maar het is hier, nu: het zijn talloze witte mensen die hun gezicht zwart schminken om jouw cultuur belachelijk te maken, zonder ook maar een moment te aarzelen of zich schuldig te voelen, omdat ze weten dat ze veilig zijn in deze wereld.

Het blackface-feest is het startschot voor een reeks gebeurtenissen – terechte woede aan de ene kant, neerbuigend onbegrip en schouderophalen aan de andere – die in de loop van de tien afleveringen steeds verder uit de hand lopen. Hoewel de film briljant was, is de televisieserie nog beter omdat het Simien en zijn schrijvers ruim de tijd geeft om verschillende invalshoeken en perspectieven te verkennen, en te spelen met de verwachtingen van de kijker. (De regie speelt hierbij ook een sleutelrol, en een van meest memorabele afleveringen is geregisseerd door Moonlight-regisseur Barry Jenkins).

Marque Richardson. Afbeelding door Adam Rose via Netflix

Elke aflevering focust op één personage (sommige personages krijgen meer dan een aflevering), maar sommige gebeurtenissen komen in meerdere afleveringen terug, waardoor de kijker ze door verschillende ogen ziet. Het seizoen vertelt een compleet verhaal – het is geen toeval dat de afleveringen "hoofdstukken" worden genoemd – dat zo meeslepend is dat het bijna onmogelijk is om te stoppen met kijken als je er eenmaal ingedoken bent. (Ik heb de tien afleveringen in twee avonden gekeken, en ben alleen even gestopt na een bijzonder heftige aflevering die ik even moest verwerken).

Advertentie

De serie is erg karaktergedreven en belicht verschillende romantische en platonische relaties, terwijl het ook de eerder genoemde veelvoudigheid van zwart zijn benadrukt. Je hebt Sam (Logan Browning), de gemengde protagonist die zich met een combinatie van boosheid, verdriet, intelligentie en voorzichtig optimisme in het studentenleven stort. Ze heeft nog de extra druk van overcompenseren voor het deel van haar dat niet zwart is, en overcompenseren voor het deel van haar dat datet met een witte man (John Patrick Amedori), wiens perspectief ook wordt verkend in de serie. Lionel (DeRon Horton) moet niet alleen z'n plek vinden als een zwarte introverte nerd, maar ook als een zwarte homoman – plus, als journalist zit hij er tegelijkertijd middenin en staat hij langs de zijlijn.

De ambitieuze Coco (Antoinette Robertson) is vaak het mikpunt van grappen over of ze woke is of niet, en hoewel ze haar toekomstplannen op een rijtje heeft, kan ze niet echt haar huidige plek vinden in de wereld en in de zwarte gemeenschap. Troy (Brandon P. Bell) is de zoon van het universiteitshoofd, en voelt veel druk om niet gewoon zwart te zijn, maar "Obama-zwart": afgezwakt, acceptabel voor witte mensen, als een politicus, en als "bewijs" dat er ook "goeie tussen zitten". Reggie (Marque Richardson) is een van de slimste studenten op de campus maar is vaak boos – met goede reden – en vindt het moeilijk om zijn activisme even opzij te schuiven wanneer de stress hem te veel wordt. Een vriend moet hem eraan herinneren dat "het een revolutionaire daad kan zijn om zorgeloos en zwart te zijn," en naarmate de serie vordert, wordt duidelijk dat een televisieserie soms ook een revolutionaire daad kan zijn.

Al deze personages zijn eerlijk en multidimensionaal, en moeten de kloof zien te overbruggen tussen hoe ze zichzelf zien en hoe anderen ze zien. Ze zijn zich ook volledig bewust van hun tegenstrijdigheden op een specifieke manier die centraal staat in onze cultuur: ze geven toe dat ze stiekem The Cosby Show kijken, of trekken van leer over de slavenarbeid van Apple terwijl ze door hun iPhone scrollen. Dear White People gaat over onze cultuur – het is geen show die gemaakt is om witte mensen gerust te stellen, en dat moet ook niet – en dat maakt het zo opmerkelijk en aangrijpend. En het zijn niet alleen de heftige dingen, zoals een discussie over de grens tussen assimilatie en zelfbehoud, maar ook de lichtere dingen: het onderscheid maken tussen "biracial zoals Rashida Jones" en "biracial zoals Tracee Ellis Ross" of een vergeten moment in Brandy's geschiedenis aanhalen.

Dear White People zit vol met specifieke referenties, realisme en humor waarvan je niet eens wist dat je er zoveel behoefte aan had – alsof je een glas water in je handen gedrukt krijgt en je opeens realiseert dat je al jarenlang dorst hebt.