FYI.

This story is over 5 years old.

Noisey

De kroonprins van D66 vindt Slipknot depressieve shit en Gordon een trailblazer

De 32-jarige Jan Paternotte vertelt wat er leuk is aan het Cooldown Café en welke drugs hij vroeger gebruikte.

De komende weken gaan we  Kiezen met VICE . Tot 15 maart zullen wij jouw bron van verlichting in de democratische duisternis zijn. Dat doen we met artikelen, maar ook met (video)interviews met de lijsttrekkers, waarin we jullie vragen aan hen voorlegden. Volg ons elke dag en mis niks.

Jan Paternotte is fractieleider van D66 in de hoofdstad, en loopt inmiddels al twaalf jaar rond op het Amsterdamse stadhuis. Hij is nu 32 jaar, dus laat dit goed tot je doordringen: inmiddels heeft hij een kwart van zijn leven in het vrij inspiratieloze gebouw aan het Waterlooplein gesleten. Als de verkiezingsuitslag voor D66 voordelig uitpakt, vertrekt Paternotte naar het statige Binnenhof. Hij is opgeroepen om in Den Haag te komen strijden. Met een plek op nummer 9 van de kieslijst lijkt een plek in de Tweede Kamer wel te gaan lukken. Tijd dus om deze jonge blom eens  echt goed te leren kennen, want aan de hand van interviews met hem krijg je de indruk dat hij er meerdere krantenabonnementen op nahoudt, maar geen cent uitgeeft aan muziek. Eerder vroegen we VVD'er Klaas Dijkhoff naar zijn mening over Ismo en carnavalsmuziek. Met Jan Paternotte - ook wel de kroonprins van D66 genoemd - gaan we nog iets dieper en spreken we onder meer over de magie van het Cooldown Café.

Noisey: Politici als Piet Hein Donner en Gerd Leers probeerden in het verleden in hun campagne met een rap jongeren voor zich te winnen. Wat kunnen we van u verwachten?
Jan Paternotte: Het lied van Piet Hein Donner herinner ik me nog wel, vooral vanwege het enorm gênante karakter ervan. Hij was een man die zo saai overkwam, dat het bij hem wel grappig was. Toch vind ik dat je mensen dit niet moet aandoen wanneer je geen talent hebt. Mij wil je sowieso niet horen zingen. Ik heb een paar instrumenten geprobeerd. Mijn keyboard, met stickertjes op de toetsen, ligt nog ergens op de zolder van mijn vader. Ik speelde gitaar in een coverband, Duck Hunt, maar daar was ik al vrij snel weer uit. Niet alleen vanwege een gebrek aan tijd, maar ook talent.

Lees verder op Noisey.