De oprichter van Tresor wil een Berlijn-style technoclub bouwen in Detroit. Heeft de stad dat nodig?

Technotitaan Dimitri Hegemann, de oprichter van Tresor in Berlijn (Foto door Marie Staggat)

De Fisher Body Plant 21 in Detroit lijkt op het eerste gezicht niets meer dan een uitgestorven gebouw met gebroken ramen en graffiti. Maar voor Dimitri Hegemann zou het op een dag veel meer kunnen zijn: een bloeiend kunstcentrum, compleet met een technoclub. Het zou niet de eerste keer zijn dat de 60-jarige Berlijner zoiets neerzet; in 1991 zag Hegemann hetzelfde sprankje hoop in een verlaten kelder van een warenhuis, en bouwde hij daar Tresor – nu een van de toonaangevendste technoclubs ter wereld.

"Niemand had ooit gedacht dat een grote beweging als elektronische muziek zou kunnen beginnen in een club als Tresor. Maar het gebeurde, naast andere plekken als Bar 25," zegt Hegemann, refererend aan een andere rudimentaire afterhoursclub in Berlijn die in 2010 haar deuren sloot. "Dit soort plekken brachten duizenden jonge mensen naar Berlijn. Het waren niet de winkelcentra; het waren deze magische plekken."

De Fisher Body Plant 21 in Detroit (Foto door Trevor Dernai)

Hegemann ziet die mogelijkheid nu weer in Detroit. "In Detroit is een nieuwe generatie op zoek naar een alternatieve manier om iets te beginnen. De vibe is goed. We zouden wat deuren kunnen openen," zegt hij. "Detroit en Berlijn hebben een vergelijkbare energie. Ik ben in veel steden geweest, maar Detroit heeft iets bijzonders."

Om zijn dromen voor Detroit dichter bij vervulling te laten komen, is Hegemann de Detroit-Berlin Connection begonnen – een groep bestaande uit muzikale leiders uit beide steden, die zijn enthousiasme delen om de Motor City doormiddel van de technocultuur nieuw leven in te blazen. Hun volgende conferentie zal eind november in Detroit plaatsvinden.

Hegemann ontdekte techno in 1987 tijdens een reis naar de Verenigde Staten. Nadat hij een demo-album van een groep dj's uit Detroit gehoord had, nodigde hij hen uit om in Berlijn te spelen. Toen in 1989 de muur viel veranderde de stad in een raversparadijs. Technoclubs als Tresor popten op in de gebombardeerde ruïnes, en verenigde oost- en west-Berlijners door hun gedeelde enthousiasme voor deze nieuwe, hardere sound.

Restanten van het verleden van Fisher Body Plant 21 als autofabriek (Foto door Trevor Dernai)

Veel leden van de elektronische muziekgemeenschap van Detroit steunen de plannen van Hegemann – ze hopen dat een technoclub in Fisher Body Plant 21 een grotere culturele revolutie zal aanwakkeren. "Detroit heeft een goede club van wereldschaal nodig," zegt Kevin Reynolds, een dj die al lange tijd meegaat in Detroit. "Berlijn was na de val van de muur een harde en economisch uitgedaagde stad, wat overeenkomsten vertoont met het hedendaagse Detroit. Sommigen zagen dat als een mogelijkheid om iets nieuws op te starten."

Erika Sherman van Interdimensional Transmissions, een cult platenlabel en productiecrew van underground feesten, gelooft dat de club niet alleen een bekrachtiging zal zijn van waar de muziekgemeenschap in Detroit om geeft, maar ook een plek waar die gemeenschap heen kan gaan om hun eigen cultuur in hun eigen achtertuin te ervaren. "De muziek die we maken, waar onze stad internationaal bekend om staat, is goed vertegenwoordigd op veel plekken over de hele wereld, maar niet hier thuis," zegt ze.

Erika Sherman van Interdimensional Transmissions (Foto door Amy Hubbarth)

Sherman denkt ook dat internationale technofans meer redenen nodig hebben om Detroit te bezoeken buiten het Movement festivalweekend om. "Technotoerisme is echt een ding," merkt ze op. "Mensen zijn bereid en in staat om een weekend naar een andere stad af te reizen en een geweldig feest of een dikke club te bezoeken. Detroit heeft de mogelijkheid om, net als New Orleans, een culturele bestemming te worden. Om dat mogelijk te maken hoeven er alleen maar een paar zones- en barwetten veranderd te worden."

Aan de andere kant beweren sommigen dat het grootse plan van Hegemann om Detroit te redden doormiddel van techno enigszins geromantiseerd is. De realiteit is dat buiten het Movement festivalweekend de markt voor techno-evenementen in Detroit relatief klein is. Zie de Blank Code-feesten in The Works, een legale afterhoursclub die in Detroit nog het meest in de buurt komt van een Berlijn-style club. The Works is veel kleiner dan de Fisher Body Plant 21, maar verkoopt ternauwernood hun feesten uit. Wil Hegemann een veel grotere club vullen, dan moet hij rekening houden met het feit dat promoters in Detroit al moeite hebben om één keer per maand vierhonderd mensen samen te krijgen.

Berichten in de media over het Fisher Body Plant 21-project laten het vaak lijken alsof een technocultuur in Detroit een sprookjesachtig idee is – wat niet per se waar is. Clubs in de stad zijn vaak maar een kort leven beschoren, vaak veroorzaakt door een combinatie van slecht management en een worstelende nachtlevenindustrie. In de afgelopen jaren zijn grote venues als Vain, 10 Critics en Oslo allemaal gesloten, waar iconische spots als Motor Lounge en The Music Institute – waar Derrick May, Juan Atkins en Kevin Saunderson de tweede vlaag van Detroittechno voedden – al veel eerder verdwenen. Als gevolg zijn technofeesten verplaatst naar lounges, kunstplekken en bars. Whiskey Disco en TV Lounge zijn twee van de weinige clubs die nog overeind staan. "Ik denk niet dat de scene groot genoeg is om een enorme venue te herbergen," zegt Delano Smith, een van de dj's van Detroit die de scene vanaf het begin heeft zien ontwikkelen.

Leden van Detroit Techno Militia, wiens missie het is om Detroit-techno over de hele wereld te promoten

Daarnaast zal Hegemann een aantal enorme hindernissen moeten overwinnen, te beginnen met wettelijke beperkingen betreffende de sluitingstijd van clubs. De Detroit Police Department begon in de jaren negentig raves keihard neer te slaan. Sherman zegt dat de 'twee uur: laatste ronde'-regel in bars een serieuze demper op de late-night-cultuur geplaatst heeft. "De mensen hier zijn vergeten hoe het is om de hele nacht te dansen," zegt ze. "Zes uur durende dj-sets zijn hier simpelweg onmogelijk." Clubs moeten vechten om open te blijven, omdat "niemand zin heeft om voor een paar uur uit te gaan en om twee uur 's nachts buiten gezet te worden," voegt Angie Linder toe, manager van Detroit Techno Militia.

Hegemann zegt dat hij van plan is om een speciale vergunning te krijgen voor de Fisher Body Plant 21. Hij benadrukt ook dat zijn plannen tot ver buiten de club strekken – deze omvatten een groter netwerk van studio's, galerieën, restaurants en winkelruimtes. "Mijn droom zou zijn om een grote markt te creëren [in de Fisher Body Plant 21]," mijmert hij. "We kunnen verschillende werelden onder één dak samenbrengen. We gaan van ruimte naar ruimte en bouwen een innovatiecentrum." Hegemann noemt dit zijn 'één-ruimtestrategie.'

Alles bij elkaar genomen scharen veel mensen in Detroits lokale technoscene zich achter Hegemanns Fisher Body Plant 21-project. De toekomst van Detroits economie ligt ten slotte in de handen van de export, en dit kan de vonk zijn die de gemeenschap nodig heeft om vooruit te gaan. "Er zijn veel mensen in Detroit die de potentie hebben om hier een groot succes van te maken," zegt Linder. "Voor veel mensen van mijn generatie is dit voor het eerst dat we het idee hebben dat Detroit aan de rand van iets groots staat," voegt Reynolds toe. "Detroit is altijd de underdog geweest."