FYI.

This story is over 5 years old.

The Tp For Your Bunghole Issue

Zigeuners op de schop

Het Britse zigeunerkamp Dale Farm krijgt te maken met een politielaars of honderd.

Een zigeuner houdt een kruis in de lucht terwijl caravans verbranden en activisten stenen gooien. Richard Sheridans gammele Ford-busje komt aanrijden bij het treinstation van Wickford, een buitenwijk van Londen. Door de kranten en lege chipszakjes op het dashboard ziet het busje er wat misplaatst uit tussen de legioenen glanzende taxi’s en identieke rijtjeshuizen. Richard is 37, maar lijkt ouder. Hij gebaart me in te stappen. Er wordt ons verteld dat we stil moeten zijn en uit het zicht moeten blijven als we een reeks wegblokkades passeren. We naderen Dale Farm in Basildon, Essex: het grootste illegale zigeunerkamp van Europa. Daar gaat binnenkort een chaotische massa-uitzetting plaatsvinden. Ongeveer tien jaar geleden verliet een groep zigeuners hun mobiele caravans om zich te vestigen in semi-permanente woningen op Dale Farm. Ze lieten hun nomadische levensstijl achter zich, kochten land en nestelden zich diep in het platteland van Engeland. Daar konden ze zich terugtrekken en ontsnappen aan wantrouwende blikken en politiebezoekjes. Bij de gemeente Basildon werd er aan de bel getrokken omdat de bouwwerkzaamheden op de boerderij uitgevoerd werden zonder officiële toestemming. Dat de bewoners van Dale Farm jarenlang geen verplichte toestemming had om te bouwen op hun eigen grond, vindt de gemeente nu genoeg reden voor sloop van de gebouwen en uitzetting van de bewoners. De gehele operatie zou wel eens 28,5 miljoen pond (33 miljoen euro) belastinggeld kunnen kosten. Na een decennium procederen begonnen lokale autoriteiten in september met de uitzettingsprocedure. De zigeuners hebben de uitzetting kunnen uitstellen, maar tijdens mijn bezoek eind september dreigt er een geweldsuitbarsting op Dale Farm. Activisten timmeren een enorme houten toren in elkaar die de hoofdingangen moet beschermen. Ons busje stuitert over het met kuilen bezaaide asfalt van een eenbaansweg. Op de stoep staan de verslaggevers en televisiebusjes al klaar. De normaal zo rustige velden staan vol slopers, en forse metalen platen liggen op het gras om steun te bieden aan de bulldozers en graafmachines. Het einde van de toegangsweg wordt geblokkeerd door een enorme houten poort ommuurd door metalen palen, vrachtdekzeil, oude banden en prikkeldraad. Steigerpalen zijn opgestapeld boven terracotta mozaïeksteentjes; het is een kruising tussen een bouwput, een middeleeuws kasteel en een vestiging van een post-apocalyptische wooncommune. Dale Farm is in de laatste tien jaren aanzienlijk veranderd. “Het hele gebied was brakke grond toen we hier naartoe verhuisden. Het was een schroothoop voor oude auto’s,” zegt Patrick. Het land werd gekocht door tien families, waaronder die van Patrick. Ze waren op zoek naar een plek waar ze konden blijven wonen en groente konden verbouwen. Sindsdien hebben ze wegen en huizen gebouwd en hun kinderen ingeschreven bij lokale scholen. Rond 2007 woonden er meer dan vierhonderd mensen in Dale Farm. We zitten op boomstronken en oude autostoelen, net buiten de hoofdpoort. Steve omschrijft hoe Dale Farm er vroeger uitzag, met glad asfalt en verzorgde, aangeharkte tuintjes—een plaats waar bevriende families voor elkaar zorgden en kinderen samen speelden. Sommige standplaatsen zijn al leeg omdat de eigenaren ervoor gekozen hebben om hun caravans al vroeg weg te halen. Ze willen niet toekijken hoe ze alles verliezen. Andere huizen staan er nog; die bewoners kiezen ervoor het uit te zitten. Links: Jay, een bewoner van Dale Farm, vlak nadat hij z’n hoofd heeft opengereten aan een betonnen paal. Een arts droeg hem op rustig te gaan zitten en nuchter te blijven. Dat advies sloeg hij in de wind.  Rechts: Jonge bewo-ners spelen op een oude sofa naast de hoofdpoort van Dale Farm. Het terrein is bezaaid met religieuze iconen: een Jezus Christus van glasvezel heeft een arm die er met duct tape weer op is gezet en een afbeelding van de Heilige Maagd Maria staart vanachter gebroken glas naar een ecotoilet. Zigeuners zijn streng katholiek: geen seks voor het huwelijk en scheiden is geen optie. Als de nacht valt en het begint te regenen, veranderen voortuinen onder het gewicht van honderden trappelende voeten in modderbaden. Vannacht zal niemand slapen. Het gerucht gaat dat de uitzetting gaat komen. Zigeuners drinken en zingen volksliedjes, activisten vertrekken naar hun boomhutten en uitkijkposten. Als ik de volgende ochtend wakker word, stik ik bijna in m’n ingestorte tent. Het is zes uur. Er zijn meer barricades gebouwd, dit keer binnen het gebied van de boerderij. Callum, een student biotechnologie, bouwt er eentje die de weg blokkeert. Hij draagt dof geworden zwarte laarzen en een donkere legeruitrusting. Hij ziet er bleek en ongezond uit in het ochtendlicht. Met touw en prikkeldraad bevestigt hij de muur van een kinderspeelhuis aan de steigers. “Dit moet de sloopmachines even tegenhouden, wat ons tijd geeft om op de daken te klimmen en onszelf vast te ketenen,” zegt hij. Ik prop m’n tent in een tas. Er komt een zigeuner aanlopen. Hij draagt een nette pantalon, chique schoenen met wat krassen en een wollen trui met een v-hals. Z’n grijzende haar is achterover gekamd. “Laat maar staan,” zegt hij terwijl hij naar m’n tent wijst met z’n sigaret. Je kunt hier zo lang blijven als je wilt.” Ik volg hem naar z’n caravan om het nieuws te kijken dat rechtstreeks uitgezonden wordt vanaf de camera’s aan de andere kant van het hek. De BBC legt de situatie uit en toont beelden van zigeuners die in de rechtbank pleiten voor het behoud van hun huizen. Nieuwsupdates zijn schaars binnen het terrein van Dale Farm. Mensen zijn afhankelijk van satelliet-tv en autoradio’s. De meeste informatie komt van doorgefluisterde geruchten afkomstig van zigeuners die aanwezig zijn in de rechtbank. De laatste roddel is dat de uitzetting vanmiddag om twaalf uur plaatsvindt. Bij de hoofdpoort wurm ik me langs een uitgebrande auto gevuld met cement. Op de grond liggen activisten in blauwe overalls met capuchons en gezichtsmaskers. Hun ledematen hebben ze aan de binnenkant van de auto vastgeketend. Een jonge bewoonster van misschien vijf jaar sleept haar bezittingen achter zich aan in een Tinkerbell-koffer. Hekken bekroond met grote cirkels prikkeldraad ter grootte van een voetbal creëren een claustrofobische gang, de enige ingang tot het terrein. Een busje blokkeert de weg. Door de platte banden en de activisten die eraan vastgeketend zitten, is het onmogelijk om het te verplaatsen. Op de motorkop staat “NO PLACE LIKE HOME” geschilderd in blauwe hoofdletters. Op zestig meter boven me wordt de lucht doorboord door scherpe metalen barricades. De anders zo terughoudende bewoners van Dale Farm beklimmen aan alle kanten de steigers om het personeel van de sloopbedrijven te spotten en interviews te geven aan de ontelbare journalisten buiten. Moeders leunen op hekken en schreeuwen aanmoedigend naar de activisten. Meisjes trekken hun jongere broertjes en zusjes de steigers op zodat ze mee kunnen doen. Terwijl ze in een cameralens kijkt, schreeuwt een van de meisjes: “Wij gaan nergens heen! Dit is ons thuis! Sommigen van ons zijn hier geboren!” Activisten haasten zich naar de hekken om die te verstevigen. Ze controleren de zeilen die moeten voorkomen dat televisiecamera’s op ladders iets kunnen zien. Ik loop dichter naar de poort waar een meisje ineengezakt ongemakkelijk onder een dekentje ligt met een ketting om haar nek. Een bord waarschuwt dat als het hek geopend wordt, haar nek zal breken. Als ik m’n camera tevoorschijn haal om een foto te nemen, word ik weggeduwd. “Neem daar geen foto van,” zegt een activist. “Ze probeert te plassen onder die deken.” Er wordt een gerechtelijk bevel toegekend tegen de uitzetting, wat de bewoners nog vijf dagen vrijheid oplevert. Vanuit de boerderij klinkt muziek en er worden journalisten toegelaten voor interviews. Zigeuners en activisten staan schouder aan schouder terwijl ze elkaar triomfantelijk feliciteren. Mensen rennen heen en weer om bier te halen door een geheime ingang achter een schuur, door een hek, over een muur, achter een huis en over een hek met prikkeldraad. Activisten proberen de ME tegen te houden in een poging om Dale Farm veilig te stellen. Misschien wordt de crisis wel afgewend en wordt dit een van de vele keerpunten voor de boerderij. Veel mensen zijn geboren, gestorven en getrouwd op deze grond. Het is heilige grond voor de zigeuners. “Mijn broer en schoonzus zijn daar levend verbrand toen hun caravan vlam vatte,” zegt Patrick wijzend naar een lege staanplaats. M’n vader is hier ook gestorven, waarschijnlijk aan ouderdom, maar we konden hem niet op tijd naar het ziekenhuis brengen.” Terwijl hij praat wordt z’n stem steeds zachter en vermijdt hij mijn blik. Z’n vrouw en kinderen zijn vanwege de stress al vertrokken. Nu slaapt hij op de bank bij vrienden. Het juridische proces maalt weken door. Het leven op Dale Farm wordt weer rustiger. Activisten gebruiken deze onderbreking in de spanning als een excuus om te vertrekken—de meesten komen nooit meer terug—en nog meer zigeuners besluiten om het terrein te verlaten. Ze vrezen het ergste. Maar een standvastige harde kern blijft. Rechters delen meer voorlopige bevelen uit die de zigeuners meer tijd geven en de kwelling laat doorslepen. Beslissingen worden dagenlang uitgesteld terwijl de consequenties overwogen worden. Overal groeit wantrouwen: zigeuners tegenover activisten, activisten tegenover journalisten. “Onze kansen zijn 1 op onwaarschijnlijk,” verzucht Patrick. Dale Farm leek Patrick de perfecte plek. Het was afgelegen, er was privacy en niemand anders wilde het hebben. “Als we zelfs niet op een autokerkhof mogen wonen, waar dan wel?” Particuliere sloopbedrijven vernietigen de bakstenen fundering met sloophamers en trekken de leidingen los. Rioolwater spoelt over de straten terwijl de bedrijven huizen wegslepen van families die de schade wilden beperken door te vertrekken. “Ik ga nergens heen. Dit is mijn thuis,” zegt Patrick. Ondanks herhaaldelijk hoger beroep, persconferenties, protesten en demonstraties wordt dan echt het einde van Dale Farm ingeluid. Rechters weigeren bewoners het recht op hoger beroep en de sloopbedrijven geven aan dat er binnen 48 uur actie ondernomen wordt. Een enorme hijskraan staat dreigend te wachten in een aangrenzend veld en er verschijnen ME-busjes. Hordes activisten keren terug naar het terrein om hun armen en benen weer vast te ketenen aan hekken en busjes. Er worden stenen gegooid naar slopers. “We overtreden de wet als we blijven en we overtreden de wet als we rondreizen,” zegt Patrick. Hij neemt een cowboypose aan en doet alsof hij naar het huisje van de sloopbedrijven schiet met een elektrische boor. “Dan overtreed ik de wet maar door te blijven.” Het is 19 oktober. Als ik uit m’n slaapzak kruip verschijnen de eerste blauwe plekken in de zwarte lucht. Ik heb net twee slokjes van m’n koffie gedronken als het alarm afgaat. Vanuit de kijktorens klinkt geschreeuw. Ik gluur uit het keukenraam en zie de glinstering van de maan weerkaatsen op de smetteloze schilden en blauwe helmen van de ME. Ze marcheren over de het uitgestrekte grasveld. In het zwart gestoken activisten stormen op ze af en duwen tegen de barricades van ijzer, hout en prikkeldraad. De politie opent het vuur met tasergeweren. Schreeuwend valt de voorste linie activisten op de grond. Rijen politieagenten stromen door het hek. Onder een hagelstorm van bakstenen en flessen dwingt de politie activisten om zich terug te trekken naar de hoofdingang. Patrick baant zich een weg door de razende menigte om de actie te filmen. Pluimen bijtende rook krinkelen omhoog in de heldere herfstlucht. Een caravan is in de fik gestoken bij wijze van extra verdedigingslinie. Activisten en zigeuners werken samen om banden, banken en oude schuurtjes in het verzengende vuur te gooien. De lucht wordt pikzwart en de stroom wordt afgesneden. Het enige licht komt van de schijnwerpers van de sloopbedrijven. De politie staat klaar achter een muur van doorzichtige schilden. Een activist beent op ze af. Op een meter afstand van de agenten stopt hij. Hij wijst, spuugt en schreeuwt: “Zijn jullie nu blij? Kunnen jullie nu nog slapen vannacht?”