FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Hoe bang moeten we nog zijn voor de moderne Nederlandse rat?

De straatratten van Nederland worden al jarenlang onderzocht door het RIVM, om te kijken hoe ziek we nog van ze worden

Naast dat een rat er gewoon heel vies uitziet, wordt zijn gezelschap om meerdere redenen niet echt gewaardeerd; hij loopt altijd in ons afval te wroeten en staat bekend als een verspreider van enge ziekten. Maar is dat eigenlijk nog wel zo in Nederland?

Toen ik mij hier meer in ging verdiepen, bleek inderdaad dat de rat ons nog heel wat last kan bezorgen. Volgens het RIVM dragen knaagdieren mogelijk nog een hele waslijst aan ziekteverwekkers met zich mee. Heb je een onverklaarbare voedselvergiftiging? Dan heeft een rat misschien wel over je eten geplast. Een paar jaar geleden was er bijvoorbeeld een veertienjarig meisje met koepokken – een infectie waarbij pijnlijke blaasjes ontstaan op het gezicht, handen en armen – omdat ze een wilde rat had verzorgd. Door dit soort verhalen begon me toch een beetje zorgen te maken, aangezien ik mijn kat Phil nog niet zo lang geleden aan een rat zag knagen. Ik belde Miriam Maas, onderzoeker op de afdeling van het Centrum voor Zoönosen van het RIVM, om te vragen waar we vooral nog bang voor moeten zijn bij de rat.

Advertentie

Bij het RIVM verzamelen ze ratten zowel de bruine rioolrat als de iets zeldzamere zwarte rat die gevangen worden door de plaagdierbestrijding. Ratten zijn plaagdieren en worden normaal doodgemaakt, maar in het lab van het RIVM dragen ze toch nog bij aan de wetenschap en worden ze uitgebreid ontleed om te kijken welke ziektes ze kunnen verspreiden.

De ziekteverwekker die bij ratten nog het meest voorkomt is de leptospirosebacterie. Leptospirose kan hoofdpijn, spierpijn en koorts veroorzaken, maar ook ergere aandoeningen zoals bloedingen in de longen of zelf hersenvliesontsteking. In Nederland zijn er ongeveer dertig patiënten per jaar die deze bacterie oplopen en onderzoek van het RIVM bevestigt dat die bacterie nog steeds voorkomt in de Nederlandse rat. Ook zijn recent aanwijzingen gevonden dat het Seoul-virus bij onze ratten voorkomt – waarvan een infectie tot koorts en ernstige bloedingen kan leiden. Tot nu toe zijn er hiervan in Nederland nog geen slachtoffers gevallen.

De bacterie die de pest veroorzaakt – die ziekte die in de Middeleeuwen een derde van Europa heeft uitgeroeid – komt ook nog voor bij ratten, maar vooral in delen van Zuid- en Oost-Afrika, Centraal- en Zuidoost-Azie, Zuid-Amerika en het zuiden van de Verenigde Staten, waar vorig jaar nog een opvallende stijging van de pest werd gesignaleerd. De pestbacterie wordt onder andere alleen verspreid door de zwarte rat, die vooral in het zuiden van ons land voorkomt en in de grote havens zoals die van Rotterdam en Amsterdam. Daar is hij waarschijnlijk terechtgekomen door mee te liften met de scheepvaart.

Advertentie

Maas zegt echter dat ze de pestbacterie tot dusver nog niet in onze zwarte ratten heeft gevonden, al kunnen we niets uitsluiten. Er zou namelijk elk moment zo'n besmette buitenlandse rat uit een containerschip kunnen springen - al is de kans erg klein vanwege ongediertecontroles op de schepen. Ze stelt ons wel gerust met het idee dat er niet meer zo'n extreme uitbraak zal plaatsvinden als vroeger. We kunnen de pest nu beter signaleren en vervolgens gewoon behandelen met antibiotica.

Het is ook niet zo dat elke rat per se een ziekte bij zich draagt. De rat waar mijn kat van zat te snoepen was misschien wel kerngezond. Dat hoop ik dan maar, want volgens Maas kan ik er verder niks aan doen. "Dat is de natuur."

Overigens zijn niet alleen wilde ratten een gezondheidsrisico. De rattenbeetziekte, waarbij er zware griepachtige symptomen optreden, kan ook overgebracht worden door tamme ratten of labratten. Soms komen hier nog andere vage klachten bij kijken. Een 43-jarige vrouw die door haar gedomesticeerde labrat werd gebeten kreeg bijvoorbeeld last van een verzameling puisten op de gekste plekken – op haar knieën, ellebogen, vingers en voetzolen. Vroeger kwam de rattenbeetziekte alleen bij armere mensen voor, die in vervallen huizen woonden waar de ratten over hun voeten liepen. Maar sinds de jaren tachtig kwam is de rat steeds meer in trek als huisdier, vooral onder de punkers die ze als accessoire op hun schouder droegen om mensen te choqueren. Sindsdien zijn er ook veel meer mensen met de rattenbeetziekte.

Om infecties van de rat zo veel mogelijk te voorkomen, moeten we contact met wilde ratten vermijden. Voor bijvoorbeeld leptospirose vertelt Maas dat we beter niet in

lauw stilstaand water kunnen zwemmen. Zo kunnen we namelijk in contact komen met rattenpis en andere uitwerpselen. (Ja, precies, je zwemt dan eigenlijk door de poep en plas van ratten.) Een wilde rat in huis nemen is ook onverstandig, maar dat was je waarschijnlijk ook niet van plan. Alle ratten uitroeien gaat ons in ieder geval nooit lukken; ze planten zich namelijk het hele jaar als een gek voort. "We moeten zo goed mogelijk met de ratten samenleven," zegt Maas. "Ze zullen er altijd zijn."