FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Eten met fret-mensen

Ik ging naar de de ‘Friends of Ferrets Club’ in de Oregon Ferret Shelter, om echte fret-mensen te ontmoeten.

De auteur van dit stuk met Ping, die misschien gek ruikt maar overduidelijk een goed hart heeft.

Als mensen aan fretten denken, denken ze aan gigantische ratten die naar muskus en pis ruiken. Elke eigenaar van een fret kan je echter vertellen dat deze beesten geen ratten zijn. Fretten zijn namelijk marterachtigen. Zonder verder in te gaan op zaken als anale klieren en snijtanden, betekent dit dat een fret net zo veel verschilt van een rat als een mens verschilt van een ezel. En aan die geur wen je. Ik kan het weten, want ik had ooit een fret, Wiggy. En alle zeven jaar van z’n leven heb ik om ‘m gelachen. Ondanks z’n gekke glibberige lichaam waren we de beste vrienden. Ik heb me dan ook altijd afgevraagd waarom mensen die een fret hebben als rare types worden gezien.

Advertentie

Mijn vriendin legde het me uit: "Als je aan ratten denkt denk je aan viezigheid, en fretten zijn een soort ratten. Ze stinken, verscheuren dingen en stelen je shit om het in hun nesten te bewaren. Ze zijn het soort huisdier dat een hamsteraar zou hebben. Het huisdier van een viespeuk." Dit zei ze tegen me terwijl ze d’r dunne neurotische hazewindhond zat te aaien. "Dus," zei ik, "als het waar is dat huisdieren op hun baasje lijken, dan horen fretten bij mensen die de hele dag in hun met pisvlekken bezaaide joggingbroek met de ramen dicht zitten te roken en pizza lopen te vreten, alleen maar zodat ze daarna weer een pizzadoos aan hun verzameling toe kunnen voegen." "Precies," antwoordde ze. De hazenwindhond staarde me aan zonder met zijn ogen te knipperen.

Om echte fret-mensen te ontmoeten, en het cliché dat ze omringt te ontkrachten, ging ik naar een bijeenkomst van de ‘Friends of Ferrets Club’ in de Oregon Ferret Shelter. Dit is het grootste frettenasiel van het westen van de VS waar men bij een eventueel overschot niet doet aan inslapen. Een getrouwd stel runt deze non-profit organisatie in hun semi-landelijke huis in de buurt van Portland. Ze redden fretten om vervolgens een nieuw huisje voor ze te zoeken.

Toen ik binnenkwam sloeg de geur van muskus in mijn neusgaten. Alsof ik een klap in m’n gezicht kreeg. Met vijftien man sterk zat men in de huiskamer om een soort kippenren heen gevuld met buizen en rondspringende fretten. Het was een gevarieerd gezelschap: jong en oud, dik en dun, met tatoeages en zonder. Bijna allemaal blank. Ik zwaaide. Ze zeiden gedag en zwaaiden terug.

Advertentie

Dave Mathis, eigenaar van het frettenasiel, houdt een bijzonder exemplaar omhoog.

Een vrouw met kort haar gaf me een hand. “Ik ben Chris.” Chris en haar man Dave Mathis runnen dit asiel sinds 1993. Ik pakte iets te eten en niet lang daarna was Dave aan het beschrijven hoe een boommarter de schedel van zijn prooi breekt om als eerste de hersenen op te eten. “Dat is waar het vet zit, het is een slurpend geluid—ze zuigen gewoon die hersens eruit… Lekkere soep trouwens, James,” voegde hij aan het verhaal toe, terwijl hij zich naar een andere fretten-liefhebber richtte.

“Het is kool uit onze tuin,” antwoordde James. “Zit geen zout bij, alleen een beetje kippenbouillon.” James is 37 jaar oud en heeft een lange paardenstaart. Hij draagt knallend blauwe renschoenen, een wijde spijkerbroek en een zwart sportvest. Hij en z’n vrouw Jeni hebben negen fretten, los van de twee die onlangs overleden zijn. Jeni vertelt me dat wanneer ze een feestje geven ze ook één of twee hokken buiten zetten. “Zodat de fretten van de zon kunnen genieten.” Ik vind het vooral een geruststellend idee dat fretten-liefhebbers net als Star Trek-fans en World of Warcraft-beoefenaars liefde kunnen vinden.

Ik weet het niet zeker, maar dit zou zomaar de grootste verzameling van fret-fans kunnen zijn in West-Oregon. Onder de aanwezigen was Stephanie, een 36-jarige vrouw met een bril en een wenkbrauwpiercing. Daarnaast had ze achttien fretten. Ze had er eerst dertig maar kanker en andere doodsoorzaken hebben dat aantal naar beneden gebracht. Eén van haar beestjes, Dookie, heeft zijn eigen Facebook-pagina. “Hij is bekend in 23 landen,” zei Stephanie. "Hij heeft die man van Pit Boss en de cast van Grimm nog ontmoet. Ze vonden hem geweldig." Om ervoor te zorgen dat de oude en zieke fretten in het asiel met waardigheid en liefde kunnen sterven regelt Stephanie de stervensbegeleiding. “Ik zeg altijd: mijn fretten zijn mijn kinderen." Tara, een bedrijfsanaliste, en haar man George, een softwareontwikkelaar, hebben na een sterfgeval afgelopen week nog drie fretten. Hun dochter van tien zit er aan te denken om een albino fret met de naam Ping te adopteren.

Advertentie

Het interieur van het huis van Chris en Dave zou je kunnen omschrijven als “fret-georiënteerd”.

Onze gastvrouw laat iedereen ver achter zich als het gaat om de hoeveelheid fretten. Chris heeft minstens vijftig fretten gehad. Daarnaast heeft ze twee teckels, drie Engelse dogs en talloze katten. “Ik haat die katten,” zei ze spottend. “Als ik de tijd terug kon draaien, zou ik geen kinderen hebben. Ik hou van m’n kinderen maar ze kleven zo aan je.” Chris neemt de zorg voor de dove fretten en de exemplaren die bijten en dus geen thuis kunnen vinden op zich. “Zij hebben ook liefde nodig.”

Toen ik vroeg waar ik de wc kon vinden werd ik door haar man naar het toilet aan het einde van de gang gestuurd. “D’r zit een baby Brahma-kip in die andere.”

Dit was het soort mensen met e-mailadressen als “Ferretgirl37”, het soort mensen dat zowel de namen van de mensen als de namen van de fretten noemen als ze foto’s laten zien, het soort dat hun fret vrij laat lopen in hun huis en laat slapen in hun bed. Net zoals ik deed met Wiggy. Dus waarom worden fretteneigenaars bestempeld als rare types?

“Omdat we dat ook zijn,” zei Chris. “We zijn gek.”

“We geven ’t toe,” zei Stephanie. “We omarmen het.”

Een kat sprong op de tafel en landde bijna op de taart.

Chris zei: “Mijn dochter zal je vertellen dat al mijn vrienden raar zijn.”

“Ik zou liever fretten hebben dan kinderen,” zei Stephanie. “Het hebben van een fret is een verslaving.”

Advertentie

Daar was Tara ’t mee eens. “Ik kan je garanderen dat iedereen die hier binnenkomt en er eentje neemt er uiteindelijk meer gaat nemen.” Ze praatte over fretten alsof het om tatoeages ging. Of heroïne.

Een lid van de Friends of Ferrets Club en haar zoon spelen met ping.

Volgens de fretten-liefhebbers komt het stigma dat aan ze gekoppeld wordt door gebrek aan educatie en blootstelling. Doordat Amerikanen alle huisdieren vergelijken met honden en katten hebben ze een onnauwkeurig beeld van wat normaal is. Tara kent genoeg mensen die er niet aan moesten denken om een fret aan te raken maar die, na met haar fretten in aanraking te zijn geweest, er nu geen genoeg van kunnen krijgen.

Natuurlijk, fretten zijn niet aan iedereen besteed. Sommige mensen zijn bang om gebeten te worden en anderen worden helemaal naar door de manier waarop die beesten bewegen, als een soort slinky met een vacht. Dan is er nog de geur. “Het zijn een soort natte honden,” legde Chris uit. “Als je ze mee naar buiten neemt en ze worden nat gaan ze stinken, maar dat doet je hond ook. Hondeneigenaren raken er gewend aan.”

Stephanie zet ‘r bril goed. “Het valt me niet eens meer op. Mensen hun kinderen stinken ook. Daar hoor je mij toch ook niet over klagen?”

Naast de normale bijeenkomst zou er ook een verkleedwedstrijd plaatsvinden, maar hier hadden maar twee mensen gehoor aan gegeven: Amy, die haar fret in een kleine maliënkolder had gestoken, en Lisa, wiens fret Kasper een Gandalf-pakje aanhad. Als ik had moeten gokken had ik Lisa met haar zwarte kanten jurk en lange blonde haar eerder als een reptielenpersoon bestempeld. Dit laat nog maar eens zien dat vooroordelen fout en schadelijk zijn. Ze houdt namelijk van vogelspinnen en fretten.

Advertentie

Lisa en haar snoezige huisdier Kasper.

Iemand vroeg aan Lisa hoe ze haar fretten zo kalm hield. George: “Drogeer je ze?”

Lisa glimlachte.

Na de wedstrijd zaten we om de kippenren heen en keken naar de fretten.  Terwijl ik zat te spelen met een fret genaamd Viper, kondigde Chris aan dat de volgende bijeenkomst gehost zou worden door Tara en George. Ze zouden een Thanksgiving-maaltijd gaan bereiden. “Ik neem glutenvrije vulling voor de kalkoen mee,” zei Chris. “Ik hoop dat dat ok is.”

“Hoeveel fretten heb jij inmiddels?” vraagt Lisa.

“Drie,” antwoordt George. “Er is er net eentje doodgegaan, dat was ons eerste sterfgeval.”

Dave lacht. “Ik vind het beter om niet te tellen.”

Lisa: “Mijn man zegt dat ik er niet meer dan tien mag.”

Dave aaide Ping terwijl hij vertelde over zijn werk. Hij was 64 en verdiende zijn geld door technische ondersteuning te verlenen aan de Air National Guard. Zonder waarschuwing hing ‘ie Ping ondersteboven en begon te zingen, “I am cool/ I am sweet/ I’m a ferret hangin’ by my feet.” Toen gaf hij Ping een zoen op zijn neus. “En,” vroeg ‘ie aan Lisa, “is er nog nieuws?” Het leek op elk ander etentje: eten, drinken en verhalen over werk.

Chris mag dan zeggen dat fretten-liefhebbers raar zijn–en wie kan dit beter beoordelen dan zij–maar alle andere mensen zijn ook best raar. Lam worden op een bruiloft en de bruidegom in verlegenheid brengen? Elke dag precies om drie uur naar de wc om te kakken? Gigantisch veel mensen vinden het leuk om puisten uit te knijpen, terwijl anderen de amandelen die ze eten tellen om hun gewicht op peil te houden. Normaal is niet de norm, raar is de norm. Als je het dunne vernislaagje dat beschaving heet wegkrast, kom je de gedachten, gewoontes en fixaties van mensen tegen die heel raar lijken maar eigenlijk helemaal niet zo abnormaal zijn.

Advertentie

Fretten-liefhebbers zijn net als de rest van ons; het zijn mensen die in de donkere krochten van de buitenwijken op zoek zijn naar een leuke tijd, gezelschap en wederzijds begrip. Alleen hun huizen ruiken soms naar pis. En wat dan nog? Heb jij je wasmand wel eens goed geroken?

Nog een fretten-attribuut.

Terwijl ik nog meer taart at en de fret-foto’s aan de muur bekeek vroeg Jeni me: “En, wat denk je van ons?” "Eigenlijk best normaal," zei ik. “Ik zeg wel eens: we zijn raar, maar als je met ons in een lift vast komt te zitten is het niet eng. Ok, nu moet ik vijf fretten castreren die we vanavond meenemen.”

Terwijl ze naar de achterkant van het huis liep zei haar man, “Was dat vanavond?”

“Ja!” riep ze. Een stripper bracht deze fretten de laatste drie jaar steeds naar het asiel om ze later weer op te halen. “Ze zijn aan elkaar gewend geraakt, wat kan ik eraan doen?”

James haalde z’n schouders op. “Het maakt me niet uit hoeveel het er zijn, ik maak me alleen druk om de tijd die er in gaat zitten.”

Toen ik wegging stond iedereen in een achterkamer om stapels hokken heen. Ze wisselden verhalen uit over tragische adoptiegevallen en alvleesklierkanker. Dave bood me een glutenvrije muffin aan. Toen ik buiten stond zei Stephanie tegen me: “Je kan altijd terugkomen. Kom op maandag. We kunnen altijd hulp gebruiken met het schoonmaken van de hokken. Neem je vriendin mee.”

Toen ik thuiskwam rook mijn vriendin aan m’n jas. “Oh mijn god. Dat moet allemaal in de was.”