De vrouwen die vochten voor hun recht om professioneel te mogen boksen

FYI.

This story is over 5 years old.

VICE Sports

De vrouwen die vochten voor hun recht om professioneel te mogen boksen

Als vrouwen in de jaren zeventig net als mannen professioneel zouden mogen boksen, zou het volgens velen het imago van de sport volledig verwoesten.

Marian "Tyger" Trimiar (links), Jackie Tonawanda (rechts)

In 1974 dienen Marian "Tyger" Trimiar en Jackie Tonawanda een aanvraag in voor een professionele boksvergunning bij de New York State Athletic Commission. Voor mannelijke boksers meestal een routineklusje, maar voor de vrouwen is het minder makkelijk. Hun aanvraag wordt beantwoord met gelach en sarcasme. Toch houdt het Tyger en Jackie niet tegen, net als de vrouw die hun aanvraag behandelt. "Dit is waar het allemaal begint," zegt ze tegen de vrouwen, terwijl ze hun aanvraag verwerkt. Toch wordt het nog lastig voor Jackie, Tyger om in de jaren zeventig professioneel te boksen.

Advertentie

De New York State Athletic Commission is het er unaniem over eens dat ze Tyger en Jackie geen vergunning hoeven te geven. In Regel 205.15 staat namelijk dat "geen enkele vrouw mag worden geregistreerd als bokser, trainer of een mag vergunning krijgen om mee te doen aan worstelwedstrijden met mannen." De voorzitter van de commissie, Edwin Dooley, is ervan overtuigd dat als vrouwen wel een vergunning krijgen, "het imago van de sport – dat van de mannelijke kunst van zelfverdediging – eronder zal lijden". Maar Tyger en Jackie, twee zwarte vrouwen in een constante stroom van seksisme en racisme, blijven vechten voor hun professionele boksvergunning.

Volgens de New York State Athletic Commission is het gevecht al beslist, maar Jackie Tonawanda is nog niet bereid de handdoek in de ring te gooien en haar professionele carrière te laten stranden. Ze stapt naar de Commissie voor Mensenrechten, omdat de bokscommissie met hun besluit het haar onmogelijk maakt om een inkomen te kunnen verdienen. De woorden van voorzitter Dooley zijn belangrijk voor de rechtszaak die Jackie vervolgens begint. Hij zei bijvoorbeeld dat "professionele vergunningen voor vrouwen ervoor zorgen dat het imago dat serieuze boksfans aantrekt onmiddellijk verwoest wordt en dat het professioneel boksen in diskrediet brengt." Hij zei ook dat zijn commissie verantwoordelijk is voor de veiligheid van haar sporters en dat het sportmateriaal dat ze normaal gebruiken "niet goed genoeg is om vrouwen te kunnen beschermen". De commissie blijft stug volhouden dat het voor de vrouwen niet veilig is en kent ze dus uit bescherming geen vergunning toe, ondanks een jarenlange rechtszaak van Jackie.

Advertentie

Paul Mitrano, de beroemde bokspromotor die ervoor zorgde dat Rocky Marciano's carrière van de grond kwam, denkt er anders over dan de meeste mensen. Hij heeft het idee dat het voor de kijkcijfers en interesse in de sport geen kwaad kan als vrouwen ook meedoen. Maar hij krijgt al snel veel weerstand. In de nasleep van de populariteit van Tyger Trimiar en andere vrouwelijke boksers, raken de meningen over het vrouwenboksen verdeeld in twee kampen. Een deel is enthousiast over de nieuwe kansen voor vrouwen, anderen klagen dat vrouwen nu het laatste bastion van mannelijke vrijheid infiltreren. De beweging voor vrouwenrechten krijgt hier de schuld van en boksjournalisten zijn niet bang om dit aan iedereen te vertellen.

Zo schrijft Nick Thimmesh in 1978 in de Chicago Tribune dat hij vindt dat vrouwenboksen "vreselijk" is en dat het het resultaat is van de inspanningen van dezelfde feministische beweging achter homorechten en abortus. Het publiek van vrouwenboksen deelt hij in twee categorieën in: dwazen en fetisjisten.

Maar de vrouwen geven niet op. In het midden van de jaren zeventig kent een aantal staten in de VS vrouwen wel een vergunning toe, maar New York blijft stug volhouden. In 1977 zijn er dertien staten waar vrouwen wel een vergunning kunnen krijgen, al zijn er vaak beperkingen: rondes van maximaal twee minuten, kritische gezondheidsevaluaties en de vrouwen moeten voor een gevecht verklaringen tekenen dat ze niet zwanger of ongesteld zijn. Tyger Trimiar, Jackie Tonawanda en Claire Piniazik krijgen allemaal geen vergunning van de Amerikaanse staat en dus besluit Cathy "Cat" Davis zich ook in de discussie te mengen.

Advertentie

Cat Davis is een 25-jarige lichtgewicht bokser met veertien overwinningen en maar één verlies op haar naam. Ze woont samen met haar manager, Sal Algier, waarmee ze in 1977probeerde om een vrouwelijke boksersbond op te richten. De bond komt niet van de grond, maar haar carrière wel. In 1978 staat ze op de cover van het magazine The Ring met als kop: "Is women's boxing here to stay?"

Ze is de eerste vrouwelijke bokser op de cover van een groot sportblad en tot 1996 blijft ze de enige. Haar pogingen om vrouwen aan een professionele vergunning te helpen, helpen Jackie en Tyger misschien wel wat, maar onderling is er weinig liefde. Cat is blank, blond, dun en aantrekkelijk en krijgt veel meer aandacht dan Jackie en Tyger.

Na een hoop rechtszaken geeft de bokscommissie van New York eindelijk toe en besluiten ze vrouwen ook vergunningen te verstrekken. Maar daar eindigt het niet mee. Cat is de eerste die een professionele boksvergunning krijgt. Niet Jackie of Tyger, die al jaren voor hun vergunning strijden voordat Cat zich in de discussie mengt. Op de dag dat de vergunningen uiteindelijk worden verstrekt, daagt Tyger Cat meteen uit voor een gevecht. Cat antwoordt: "Dan moet je eerst leren boksen," en de vrouwen vliegen elkaar in het kantoor van de commissie al bijna in de haren. Volgens sommigen is het een poging om aandacht te wekken voor een gevecht, maar volgens de coaches is de ruzie oprecht.

De spanning tussen de vrouwen loopt al langer op. Cat wordt in de media vaak beschreven als sierlijk en mooi terwijl Tyger en Jackie als "grote amazones" worden neergezet. In een krantenartikel wordt Cat zelfs de "The Great White Hope" genoemd, als tegenstelling met de zwarte Tyger. Aangezien Muhammad Ali in die tijd onverslaanbaar is, is Cat volgens het artikel misschien wel de enige blanke die in het boksen nog kan domineren. De auteur schrijft: "Bij professionele boksvrouwen denk je al snel aan afgetrainde, gespierde vrouwen van de Amazone, maar Davis is een ander verhaal. Ze lijkt meer op een balletdanseres dan op een bokser die al bij vijftien tegenstanders het licht uit sloeg."

Racisme is in die jaren nog een enorme kwestie in veel Amerikaanse sporten. De mensenrechtenbeweging van de jaren vijftig en zestig is wel vertegenwoordigd, maar in veel staten is een gevecht tussen blanken en zwarten nog verboden. Sommige gevechten zijn zelfs volledig gesegregeerd. Zo vind je in 1962 in Ohio nog een wedstrijd met "vier uitmuntende worstelnegerinnen" in de hoofdrol. Het is niet duidelijk of Cat Davis haar vergunning eerder krijgt omdat ze blank was, maar het staat wel vast dat haar pogingen ervoor hebben gezorgd dat de commissie vrouwelijke vergunningen ging toestaan. Zowel Cat als Tyger hebben jarenlang professioneel gebokst, maar ze hebben nooit een ring gedeeld. Hun grootste gevecht was uiteindelijk de strijd tegen de bokscommissie zelf, en dat is iets waar we allen dankbaar voor moeten zijn.