Afgelopen zomer dronk ik na werk een biertje met mijn collega Alish. De volgende ochtend werd ik door een vriendin wakker gebeld: Alish was op weg naar zijn huis in elkaar gezakt. Hij had een hartaanval gekregen en lag op de intensive care. Ik was in shock. Hartaanvallen associeer ik met oude, rokende mannen – niet met een sportieve jongen van 28. Gelukkig gaat het nu weer goed met Alish.
In Nederland lijden 1,4 miljoen mensen aan een hart- of vaatziekte, hiervan overlijden per dag 57 vrouwen en 50 mannen. Hart- en vaatziekten zijn een van de belangrijkste doodsoorzaken bij vrouwen, maar nog steeds zijn er weinig cardiologen die verstand hebben van het vrouwenhart. Als gevolg daarvan lopen sommige vrouwen te lang rond met hartklachten. De klachten tussen de seksen verschillen nogal. Een man voelt pijn op zijn borst, pijn in zijn rechterarm en is kortademig. Bij vrouwen komen deze typische klachten ook voor, maar ze hebben ook vaak minder duidelijke klachten, die minder vaak worden herkend, zoals pijn tussen de schouderbladen, extreme moeheid, duizeligheid, misselijkheid en pijn in de bovenbuik, kaak, nek of rug.
De Stichting Hart voor Vrouwen en de Hartstichting maken zich hard om meer onderzoek te doen naar het vrouwenhart en de onduidelijke symptomen en oorzaken van hartinfarcten bij vrouwen. Jarenlang richtte wetenschappelijk onderzoek zich met name op mannen. Onderzoeker Aisha Gohar ontdekte dat bij slechts 15 procent van 360 grote hartonderzoeken naar de verschillen tussen mannen en vrouwen werd gekeken.
We spraken vier vrouwen die een hartinfarct hebben gehad over hoe het gebeurde, of de arts in kwestie hun klachten herkende en wat voor gevolgen het heeft voor hun hart en de toekomst.
Joyce (31) was 26 toen ze een hartinfarct kreeg
Ik voelde me nog steeds niet serieus genomen. Pas toen ik alles bij elkaar aan het schreeuwen was van de pijn, werd er een ambulance gebeld. De ambulance kwam en zag meteen dat het foute boel was. Ik was getroffen door een zwaar hartinfarct. Met spoed ben ik naar het ziekenhuis gebracht, waar de artsen zijn gaan dotteren, maar het was te laat. Ik heb blijvende schade: de voorkant van mijn hart is afgestorven, en de pompfunctie is nog maar 35 procent. Er is niet maar me geluisterd: ik had zulke extreme pijn en gaf dat duidelijk aan. De artsen hadden het zekere voor het onzekere moeten nemen, en dat hebben ze niet gedaan. In de gesprekken met de huisartsenpost na mijn infarct werd mij verteld dat ze het niet hadden verwacht omdat ik zo jong was. Jonge vrouwen krijgen ook hartinfarcten – het zijn niet alleen oude mannen. Mijn leven is in een klap veranderd. De toekomst ziet er anders uit. Ik werkte altijd, sportte veel en had een kinderwens. Ik ben een doorzetter, dus ik wil soms niet toegeven hoe slecht mijn lichaam eraan toe is. Het is het moeilijk om te zeggen wat ik kan verwachten van de toekomst."Met spoed ben ik naar het ziekenhuis gebracht, maar het was te laat. Ik heb blijvende schade."
Advertentie
Wendy (31) was 26 toen ze een hartinfarct kreeg
Ik ben vijf dagen in slaap gehouden, omdat mijn lichaam te vermoeid was. Daarna hebben ze me uit mijn slaap gehaald. Mijn wereld stond op z’n kop: ik werd wakker als moeder én als hartpatiënt. Er waren twee foto’s op de televisie boven me geplakt en de arts zei: “Dat zijn je kinderen.” Diezelfde dag heb ik mijn kinderen voor het eerst kunnen zien. Een jongen en een meisje, allebei gezond ter wereld gekomen. Ik kan van groot geluk spreken dat we er alle drie nog zijn. Ik heb drie weken op de hartbewaking gelegen, en ging stapjes vooruit: elke dag ging er een infuus uit. De kinderen lagen daar op de couveuseafdeling, en twee keer per dag kwamen ze bij mij langs op de afdeling zodat ik ze kon voeden. De pompfunctie van mijn hart is tussen de 15 en 20 procent. Ik ging naar huis met een soort pacemaker. Na een paar maanden werd me gevraagd wat ik van een harttransplantatie zou vinden. Als ik geen harttransplantatie onderga, dan is mijn prognose met hartfalen ongeveer vijf jaar. Dat zou betekenen dat ik nu nog een jaar heb, voordat mijn hart ermee ophoudt. Ik heb een screening gevolgd en sinds eind 2014 sta ik op de wachtlijst voor een harttransplantatie. Als er een match is met mijn lengte, gewicht en bloedgroep, dan moet ik binnen twee uur in het ziekenhuis zijn voor een harttransplantatie. De operatie is risicovol en de revalidatie is lang, maar ik wil mijn kindjes zien opgroeien. Gemiddeld gaat een hart na een harttransplantatie vijftien jaar mee: ik blijf optimistisch en ga ervan uit dat ik 65 word. Ik wil meemaken dat ik oma word. Nu is het wachten totdat het belletje komt – en als dat zover is, ga ik er voor de volle 100 procent voor. Ik heb een aangeboren hartafwijking – een zwakke plek in de kransslagader – waar ik nooit van heb afgeweten. Door de zwangerschap is die slagader gaan scheuren. Het is belangrijk dat er meer onderzoek wordt gedaan naar hartkwalen bij vrouwen, zodat een hartziekte eerder herkend wordt."Mijn wereld stond op z’n kop: ik werd wakker als moeder én als hartpatiënt."
Advertentie
Joyce (38) was 35 toen ze een hartinfarct kreeg
Na mijn infarct kreeg ik hartrevalidatie, en daar stond ik dan als 35-jarige tussen de opa’s en oma’s. Het leven oppakken valt niet mee. Niet alleen mijn leven staat op z’n kop, ook dat van mijn man en drie kinderen. Mijn man werkt zich een slag in de rondte om ons allemaal te onderhouden. Voor mij is de trap oplopen al een uitdaging. Het infarct was drie jaar geleden en sindsdien is het eigenlijk alleen maar survivallen. Fouten maken is menselijk, maar de huisarts heeft mijn hartinfarct afgedaan als spierpijn – dat is wel een heel grote vergissing. Als ze een hartfilmpje had gemaakt, hadden ze nog kunnen dotteren en dan was de schade beperkt gebleven. Het is belangrijk dat er meer onderzoek komt naar het vrouwenhart. De onderzoeken zijn altijd gericht op mannen, terwijl vrouwen andere symptomen hebben."Fouten maken is menselijk, maar de huisarts heeft mijn hartinfarct afgedaan als spierpijn."
Linda (53) was 45 toen ze een hartinfarct kreeg
Twee weken later stond de huisarts voor de deur. Hij zei tegen me: “U hebt uw klachten wel een beetje verkeerd uitgelegd.” Als ik een week eerder door die huisarts was opgenomen en gedotterd, was er geen schade geweest. Die is er nu wel: ik gebruik tussen de elf en dertien medicijnen per dag, ook voor mijn astma en diabetes. En ik moet altijd rustig aan doen. Als ik een man was geweest, was het anders gelopen. Een man hoeft maar te zeggen dat hij pijn heeft op z’n borst, en de alarmbellen gaan rinkelen. Tegen mij werd gezegd dat ik niet te veel moest werken, dat het wel aan de overgang zou liggen. Daarom is het belangrijk dat het stereotiepe beeld dat hartpatiënten altijd oude mannen zijn verandert."Een man hoeft maar te zeggen dat hij pijn heeft op z’n borst, en de alarmbellen gaan rinkelen."