FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

De turbulente geschiedenis van R&S Records

Het label dat Joey Beltram, Derrick May, Aphex Twin, James Black en Lone ontdekte, verteld door eigenaar Renaat Vandepapaliere.

Er is geen enkel label dat zo behendig op en rond de geluidsgolven van elektronische muziek heeft gedanst als R&S Records dat heeft gedaan. Het Belgische label, wat momenteel zijn 31e levensjaar viert, werd eind jaren '80 een powerhouse binnen de technoscene met releases van Derrick May en Joey Beltram. Vervolgens herdefinieerde het zichzelf in de jaren '90 met het opkomende Aphex Twin, en pushte het label left-of-center-acts het hele muziekspectrum door. Na een heftige strijd met Sony over een groot labelpartnership eind jaren '90 hield R&S een winterslaap, terwijl de eigenaren Renaat Vondepapaliere en zijn vrouw Sabine Maes (de R en S in R&S) de muziekwereld vermeden om een rustig leven te kunnen leiden op een paardenfokkerij. Logischerwijs zou het verhaal hier ongeveer ophouden.

Advertentie

Maar dat is dus niet zo. Toen het koppel zes jaar later terugkeerde uit hun kluizenarij om nieuw leven te blazen in het R&S-label, deden ze dit zonder hooggespannen verwachtingen en met een geheim wapen achter de hand: James Blake. Sindsdien doorlopen ze een gedurfd traject en ontwikkelen ze vooruitstrevende artiesten, die hier en daar bovenkomen in de mainstream (dit gebeurt dikwijls onwillekeurig). Dit jaar released R&S Lone's fantastische Airglow Fires naast andere noemenswaardige releases van Shanghai Den, Tessela, en Datassette.

Het is een lang verhaal geworden, dat hand in hand gaat met de inflatie van de cdverkoop, de wereldwijde opkomst van de elektronische muziekcultuur, en met een guitige Belg genaamd Renaat, die zich iedere keer weer in de nesten weet te werken.

"Ik was een dj en gefrustreerde drummer tegelijkertijd", begint Renaat terwijl hij druk gebarend met een brandende sigaret door de lucht zwaait. "Ik had niet het talent om een drummer te worden. De reden waarom ik het label ben begonnen is om dichter bij muzikanten te kunnen zijn. We zijn begonnen in 1983, ik was nog steeds een puber die in een platenwinkel werkte, die kopieën maakte, en zo muziek jatte. Toen ik Derrick en Joey ontmoette, wilde ik een internationaal gezelschap hier naartoe halen en het vervolgens weer exporteren, aangezien hier niets 'echts' was."

Renaat vertelt verder: "We hadden alleen white labels die in de shop kwamen, soms stond er een telefoonnummer op, soms niet. Met Derrick vond ik wel een nummer. net als later met Aphex Twin. Het was allemaal vrij simpel, want Joey en Derrick waren toen nog jong, Joey was 17. Ze maakten tracks in hun eigen huis zonder dat er enige aandacht op ze was gericht, en op de een of andere manier schopten hun platen het toch tot in België. Ik belde naar New York en zei dat ik hun muziek echt fantastisch vond, en toen heb ik een ticket naar België voor ze gekocht."

Advertentie

"De echte doorbraak kwam met Joey Beltran en zijn track Energy Flash, daarmee verwierven we internationale bekendheid", vertelt Renaat. Samen met releases van Derrick May en Carl Craig groeide R&S uit tot een formidabele naam in de naar vooral linkse techno. Maar Renaat was al op weg naar de volgende horizon, met zijn blik gericht op een rommelig, roodharig jongetje uit het zuiden van Engeland. Een jongetje met een voorliefde voor ruis en compositie.

"Aphex Twin was in 1991. Richard was nog een broekie, en hij maakte dit white label… kwam naar België met een enorme doos vol met cassettes erin. Hij was een arme jongen en had helemaal nul apparatuur, dus hij maakte al die synths zelf en had alleen een cassettespeler om muziek mee op te nemen. Ik herinner me dat Richard ging zitten in mijn appartement en naar al die cassettes ging luisteren, terwijl ik alleen maar dacht: jezus fucking christ, deze gast komt echt van een andere planeet."

Renaat praat verder: "We hebben twee albums tegelijkertijd gedaan, op basis van zijn bandjes. We brachten ze uit maar de echte technofans – terwijl wij 'the Kings of Techno waren – haatten ons echt. Ze vonden het belachelijk, we waren onze naam aan het vernietigen. Maar ik kan dat, muziek releasen die ik niet begrijp, dat is tenminste echt iets anders doen. Ik wilde het label openbreken. Ik had daar kunnen zitten en de markt volgen, zoals 99% van de labels doet, maar dan verveel ik me dood."

Advertentie

Kort daarna raakte R&S betrokken bij het schrijven van geschiedenis wat betreft housemuziek: "Jaydee was volledig per ongeluk een hit", zegt Renaat. "Het kwam niet overeen met enige vraag op de markt of wat er in de clubs gebeurde." Jaydee's track Plastic Dreams werd nummer 1 in de US dance charts, en de grote honden begonnen rond te snuffelen. "We waren op ons hoogtepunt en toen kwam Sony er in als joint venture", licht Renaat toe. Maar er waren meteen problemen. "Het was een major vs. indiestrijd, ja, maar vooral major vs. Renaat-strijd. Ze probeerden Derrick en Ken Ishii direct te tekenen, buiten ons om."

De relatie duurde nog geen jaar en stond op gespannen voet. "Het boeit me niet of het nou Buddha, Allah, God of de koningin van Engeland is, of Obama", praat Renaat verder. "Ik doe beleefd, maar niemand gaat mij dingen opleggen over wat ik wel en niet moet doen. Ze waren al mijn acts eruit aan het gooien en alleen maar op zoek naar de volgende hit. Ik was zo pissig, ik doe niet mee aan die spelletjes. Het is niet mijn doel om the next big thing te vinden. Maar naar mijn idee hadden we onszelf bewezen. We waren het grootste label maar dan gerund vanaf de straat, niet vanuit de boeken of met een sluw businessplan. Als je me vraagt hoeveel platen we gaan verkopen? Ik heb geen fucking idee! Vandaag de dag heb ik nog steeds geen idee!"

Nadat het label zich snel had vrijgemaakt van deze deal, catalogus intact, kreeg R&S nog een problematisch partnership te verduren met PIAS en Renaats geduld raakte op. "De muziek in die tijd was een soort constante herhaling", zegt hij. "Ik heb vaak gezegd dat ik het gevoel had dat ik sinds 1999 non-stop naar dezelfde track aan het luisteren was. Ik was klaar met managers, klaar met de arrogantie van dj's die beroemd waren geworden. Voor mij is het simpel: als ik alleen maar werk voor het geld, dan stop ik er mee. En dat heb ik gedaan."

Advertentie

Na bijna twintig jaar gaf R&S op. Zomaar, ineens. "We werkten toen met 35 mensen," legt Renaat uit. "Ik kwam het kantoor binnen en zei: 'Jongens, het spijt me. Het voelt gewoon niet goed meer.' En toen stopte het gewoon. Ik moest mezelf weer inspireren. Ik startte een stoeterij, ging paarden fokken, ik en Sabine waren heel de dag bezig met strontscheppen. Het was fantastisch. Ik luisterde zes jaar lang niet naar muziek. Naar helemaal niets. Alleen maar stilte."

Het stel leefde een gelukkig en een geïsoleerd bestaan tot 2006, tot er plotseling een bekend gezicht zich uit de modder opdook en aanklopte. "Het was onze oude advocaat die twintig jaar voor ons had gewerkt, samen met een oud-werknemer uit Groot-Brittannië", licht Renaat toe. "Die gasten kwamen naar de boerderij. Ik zat daar, ik zag er echt uit als een boer met een baard; we hadden die afgelopen zes jaar niet eens een nieuwe spijkerbroek gekocht. Ze vroegen ons om terug te komen, de hele tijd met een hoop poeha en mooie woorden. We gingen naar een restaurant en hebben veel gepraat. Na vier flessen wijn zei ik: fuck it, we doen het.

Het was op dat moment dat Renaat opnieuw inspiratie vond. Dat kwam door een onverwachte bron, eentje met dreadlocks: "Tijdens die periode waarin ze me probeerden over te halen om terug te komen, kwam het allemaal van Mala. Dubstep fuseerde met techno, met acts zoals Burial. Mala heeft de weg goed geplaveid voor de hele scene – hij is oprecht de godfather van deze hele scene. Dit is waar ik het gevoel kreeg dat er misschien wel weer wat stond te gebeuren. Dus wilde ik wel weer in het diepe springen."

Advertentie

Het was niet de comeback die je zou wensen. "Het was drie jaar lang een zooitje!", lacht Renaat. "Het werkte niet! Ze wilden alles doen wat voor ons het beste zou zijn, maar er was altijd een probleem. En toen besloten Sabine en ik de volledige controle terug te nemen. Dit was in 2009, we namen overal de leiding over. Ik besloot de A&R volledig op me te nemen. Ik ben 57, de enige oude man die nog steeds op de dansvloer zijn kont staat te schudden en om de haverklap als een klein kind naar de dj rent om te vragen: 'Wat is dit?'. Misschien ben ik wel hartstikke gek."

Gek of niet, Renaat stond op het punt om nog een andere troef van tijdloze composities te onthullen: James Blake. "James blies me echt weg met zijn livesets", legt hij uit. "Hij was zo indrukwekkend. Maar ik mocht hem vooral omdat hij zo'n aardige, simpele en goedgeschoolde jongen is. En nu is hij een ster. Nu moet ik een kerstkaart naar hem sturen met 'Happy Christmas, I'll see you in maybe 2018!'.

Sinds dat moment programmeren R&S en hun housier label Apollozonder angst; ze weigeren zich te laten afbakenen door genres waardoor de catalogus flink is uitgebreid met essentiële namen als Pariah, Blawan, Vondelpark, en sowieso het beste paard van stal: Lone. Zijn debuutalbum Airglow Fires zal ongetwijfeld op alle Best of 2014-lijsten verschijnen, en die kan dan achteraan aansluiten in de lange geschiedenis van provocerende en sterke releases uit de stal van R&S.

Renaat Vandepapaliere en Sabine Maes hebben gewonnen, ze hebben verloren, ze zijn verdwenen en ze zijn weer teruggekomen. Op dit moment is het enige wat telt de muziek, en Renaat spit nog steeds door alle muziek als dat kleine, nerderige jongetje uit die Belgische platenwinkel, die een appeltje te schillen heeft met de moderne smaak. "Dancecultuur gebeurt op de straat", zegt hij. "Het vindt niet plaats in een gouden toren met gouden ringen en bling bling bling. Dat is wat je deze dagen veel ziet: hamburger na hamburger, eenheidsworst en alles smaakt naar fastfood.
Ik zal je eens vertellen waar R&S voor staat: niet altijd de trend volgen, iets anders proberen, misschien begrijpen mensen niet altijd het punt van een release. We kunnen alleen maar hopen dat mensen het leuk vinden. Als ze het niet leuk vinden, nou ja, jammer dan. We hopen dat het tijdloze muziek is en ik blijf daar altijd naar streven."