Een derbydag met de supporters van IJsselmeervogels tegen Spakenburg
Alle foto's door Roos Pierson. 

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Een derbydag met de supporters van IJsselmeervogels tegen Spakenburg

“Als je verliest, word je gewoon een half jaar belachelijk gemaakt in het dorp. Dat wil je niet.”

De kratten bier worden buiten gezet en op tafel staat allemaal sterke drank om mee te mixen. Een gewoon feestje dus eigenlijk, ware het niet dat het al half elf ‘s ochtends is. Ik sta in een tuin in Spakenburg en aan de schuttingen hangen verschillende vlaggen, sjaals en spandoeken van IJsselmeervogels.

Ik ben hier vandaag om met een groep fanatieke supporters van IJsselmeervogels de derby tegen aartsrivaal Spakenburg mee te maken. De burenruzie is twee jaar weggeweest omdat de ploegen in verschillende divisies speelden, maar omdat Spakenburg vorig seizoen naar de Tweede Divisie promoveerde staan ze deze zaterdag eindelijk weer tegenover elkaar. De vogels zijn lekker begonnen aan de competitie en staan bovenaan. In aanloop naar de wedstrijd ben ik door Jeff, een supporter van IJsselmeervogels, uitgenodigd voor een feestje bij een vriend van hem thuis.

Advertentie

Jeff is een van de bestuursleden van supportersvereniging NAS. Zij proberen de sfeer te verhogen bij wedstrijden van IJsselmeervogels. Hij is een kleine man van 24 jaar en draagt een sjaal van IJsselmeervogels om zijn nek. De eerste bierflesjes worden in de tuin al opengetrokken. Jeff kan wel een drankje gebruiken tegen de zenuwen. “Ik ben echt de hele week al uit mijn doen,” zegt hij. Hij kan bijna niet onder woorden brengen hoe de zenuwen tot uiting komen. Arjan komt bij ons staan, en vult zijn vriend aan. “Als je verliest, word je gewoon een half jaar belachelijk gemaakt in het dorp. Dat wil je niet.”

Rondom de derby geldt er een algehele drooglegging in het vissersdorp, en mogen de kroegen geen alcohol schenken. Om dat te compenseren worden er op de wedstrijddag allerlei rooie- en blauwe preparty’s bij mensen thuis gehouden. Arjan vindt het zwaar overdreven dat dit allemaal nodig is. Hij vertelt dat de incidenten uit het verleden met supporters vooral werden veroorzaakt door mensen van buiten het dorp. “En die blauwen kunnen er ook wat van”, roept een supporter vanaf de andere kant in de tuin. “Die zijn de laatste jaren genoeg in het nieuws geweest door relletjes.”

Er druppelen steeds meer supporters binnen in de tuin, waaronder iemand die de muziek van deze ochtend voor zijn rekening neemt. Hij besluit de derbydag te openen met een klassieker. “Neuken, neuken, neuken!” galmt er door de tuin. Jeff legt ondertussen rustig uit hoe diep de rivaliteit bij sommige mensen geworteld zit. Zo kan hij zich nog goed herinneren dat hij voor het eerst bij de ouders van zijn huidige vrouw thuiskwam. De eerste vraag van zijn schoonvader was: “Jij bent dus Jeff. Ben je rood of blauw?” Hij antwoordde dat hij rood was, en vanaf dat moment gingen alle deuren open.

Advertentie

Jeff staat even later wat onwennig te schuifelen aan de statafel. Dan doet hij een bekentenis. “Ik heb ook een zwarte bladzijde in mijn leven,” zegt hij schuldbewust. Hij vertelt dat hij vroeger een periode bij de rivaal heeft gespeeld. Zijn opa, die ook rood is, nam hem dat niet in dank af. Die weigerde bij de wedstrijden van zijn kleinzoon in het blauw te gaan kijken. Toen Jeff weer bij IJsselmeervogels ging spelen, stond zijn opa weer trouw langs de lijn. “Daar hadden we in de jaren veertig een andere naam voor, Jeff,” lacht Arjan. “Je zit nu bij de NAS, en toen je daar speelde bij de NSB.”

Er klinkt ineens gejuich in de tuin. Er komt een gigantische bak op tafel met kibbeling van de plaatselijke visboer. Dan komt oudste man van het gezelschap de tuin binnengelopen. Hij heet Mark, en stroopt een mouw van zijn shirt omhoog. Op zijn arm is een tatoeage van het logo van IJsselmeervogels te zien, al ontbreekt er een stukje aan de onderkant: de naam van het dorp, Spakenburg. Dat is immers ook de naam van de grote rivaal. “Dat zet ik niet op mijn arm,” zegt hij resoluut.

Mark krijgt tussendoor een blauw wedstrijdkaartje in zijn hand gedrukt. Ik probeer hem uit de tent te lokken door te zeggen dat zijn kaartje een mooie kleur heeft. “Waarom denk je dat ik hem in mijn kontzak doe?”, antwoordt hij razendsnel.

Dan is het voor Jeff en een aantal andere jongens tijd om richting het complex van IJsselmeervogels te lopen. De sfeeractie moet worden voorbereid. Jeff waarschuwt me vast dat ik niet op te veel pyro moet rekenen. Vuurwerk is verboden, en bij incidenten wordt hij als bestuurslid van de supportersvereniging diezelfde avond nog door de club op het matje geroepen. In een dorp met 20.000 inwoners, waar bijna iedereen elkaar kent, ben je er nu eenmaal snel bij.

Advertentie

Als we over de markt van Spakenburg lopen komt ons een sterke vislucht tegemoet. Achter een van de kraampjes staan twee meisjes te werken. Eentje in het blauw van Spakenburg, de ander in het rood van IJsselmeervogels. Vanaf de markt lopen we langs de haven, waarachter de complexen van de clubs liggen. IJsselmeervogels speelt vandaag een uitwedstrijd, maar qua afstand maakt dat weinig uit: de ingangen van de twee clubs liggen letterlijk naast elkaar. Een corteo heeft geen zin, want binnen dertig seconden sta je op het complex van de rivaal.

Op het complex van IJsselmeervogels gaan de supporters snel aan de slag om allerlei spandoeken en vlaggen onder de hoofdtribune vandaan te halen. Er heeft zich nu ook een jonge groep met supporters van een jaar of zestien bij hen gevoegd. Het zijn de jongens van Vak Midden-Noord. Ze zijn constant aan het zingen en trommelen er stevig op los. Nu de derby dichterbij komt, giert de adrenaline bij iedereen door het lijf.

Een van de jongens van Midden-Noord heet Calvin. Hij draagt een vlag als cape, een sjaal om zijn mond en heeft een rode bucket op zijn hoofd. En zijn hoge energielevel is niet alleen te verklaren door de derby, vertelt hij. “Ik heb veel te veel energy drink en cola op vanochtend,” zegt hij trots. “Ik denk dat ik van de week meteen naar de tandarts moet.”

Arjan kijkt tevreden naar de luidruchtige jonge generatie IJsselmeervogel-supporters. Hij vertelt ondertussen dat hij in de rust weer even terug zal lopen naar de kantine van zijn eigen club. “Ik ga ze daar bij Spakenburg niet spekken,” zegt hij. Calvin sluit zich aan bij Arjan: “Geen ene euro aan die blauwen.”

Advertentie

Nadat assistent-trainer Pascal Bosschaart de supporters nog even op het hart drukt dat er vandaag gewonnen moet worden, is het tijd om naar Spakenburg te lopen. Supporters van blauw en rood lopen gewoon door elkaar, en er worden weinig lelijke dingen naar elkaar geroepen. Ik heb zelf ook een rode sjaal gekocht om mijn blauwe spijkerjack te compenseren. Een supporter van Spakenburg heeft nog wel een vriendelijke boodschap voor me: “Jullie bien allemaal homofiel.”

Een minuut later neem ik plaats op de staantribune aan de lange zijde van het veld. Op de achtergrond zie ik de masten van de vissersboten nog boven de bomen uitsteken. De leden van de NAS zijn druk bezig om de sfeeractie voor te bereiden. Vlak voor aanvang van de wedstrijd delen ze confettikanonnen en vlaggetjes uit. Er wordt volop gezongen. Vooral het nummer Una Paloma Vogels, naar de wereldhit van George Baker, doet het lekker.

Als de spelers het veld opkomen, begint iedereen met de vlaggen te zwaaien en de confetti te ontpoppen. Iemand heeft toch nog stiekem een rookpotje mee naar binnen gekregen. Vanaf de eerste trede van de staantribune is het voor mij eigenlijk onmogelijk om de wedstrijd te volgen. Ik zie helemaal niks. Het is zo druk dat ik ook niet hoger op de staantribune kan komen. Het enige dat ik kan wél kan zien is het doel waar Spakenburg moet scoren, en al snel valt daar een doelpunt. Maar een paar minuten later staan we alweer met z’n allen te springen en vliegt er alcoholvrij bier in het rond – aan de andere kant is blijkbaar de gelijkmaker gescoord. De supporters schreeuwen het uit en iedereen valt over elkaar heen.

Advertentie

Om me heen op de tribune staan alleen maar supporters van IJsselmeervogels, maar er lopen wel regelmatig fans van Spakenburg langs om wat te drinken te halen in de kantine. Dat gaat prima, al worden er veel smerige blikken uitgewisseld. Als twee jonge meisjes van een jaar of zes in het blauw langskomen, zegt een jongen naast me: “Wat zonde, zo jong en nu al bedorven.”

Vlak voor rust hangt er een grafstemming onder de supporters van IJsselmeervogels. Spakenburg neemt namelijk opnieuw de leiding. Maar in de tweede helft vliegt het bier nog een keer in het rond, omdat IJsselmeervogels weer de gelijkmaker maakt. De supporters vliegen elkaar in de armen en de trommelaar heeft zijn instrument als een kampioensschaal boven zijn hoofd. Verschillende supporters staan op de de reclameborden te springen. Een nog groter feest zit er vandaag alleen niet in voor de vogels, want de wedstrijd eindigt met een gelijkspel.

Direct na de wedstrijd worden de fusten weer aangesloten en mag er weer gedronken worden. Er staan nog twee feesten op de planning. Een rood feest in de sportzaal van IJsselmeervogels, en een blauw feest in de sporthal van Spakenburg. Jeff ziet er inmiddels wat meer ontspannen uit dan voor de wedstrijd. “Er zat meer in vandaag”, zegt hij. Aan de andere kant is hij ook opgelucht dat ze niet hebben verloren. “Ik heb namelijk ontzettend veel blauwe collega’s”, lacht Jeff. De gelijkmaker bespaart hem in ieder geval een hoop grappen op maandagochtend.

Advertentie

Bekijk hieronder meer foto’s van de wedstrijddag.