FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Britse ex-moslims durven geen afstand te nemen van de islam

De kans om verstoten te worden is groot.

De East London Moskee in Whitechapel

De islam is de snelst groeiende religie in Groot-Brittannië. Volgens een volkstelling zijn er tussen 2001 en 2011 ongeveer 40.000 Britten moslim geworden—waarvan bijna twee derde vrouw en 70 procent blank is.

Hier is in de media veel aandacht aan besteed, omdat mensen het interessant lijken te vinden dat Westerse mensen zich bekeren naar een geloof dat in het Westen al een decennium lang gestigmatiseerd wordt. Zeker als ook blijkt dat veel gevangenen zich bekeren omdat ze denken dat ze dan beter eten krijgen en beter behandeld worden tijdens hun gevangenschap.

Advertentie

Er wordt echter minder aandacht geschonken aan moslims die de islam verlaten hebben. Dat komt deels doordat het moeilijk is om vast te stellen hoeveel mensen dat precies gedaan hebben, maar ook—vertelde voormalig moslim Shahid Abbas* me via Skype—doordat “veel jonge mensen zich niet agnostisch of atheïstisch noemen omdat ze bang zijn dat ze iets moreel verkeerds doen”. Shahid vervolgde door me te vertellen dat hij —gebaseerd op zijn ervaringen—denkt dat “20 tot 30 procent” van de moslims in Groot-Brittannië agnostische of atheïstische neigingen heeft. Een andere reden dat er zo weinig statistieken over islamverlaters te vinden zijn is dat ex-moslims vaak met de dood bedreigd worden als ze in het openbaar hun geloofsverlies bekendmaken. Daarnaast lopen ze het risico dat hun familie en vrienden hen in de steek laten.

Shahid, een 19-jarige economiestudent, is een van deze ex-moslims. Zijn familie is erg gelovig—zijn vader wordt een “Haji” (iemand die een pelgrimstocht naar Mekka gemaakt heeft) genoemd, en zijn moeder geeft les over de Koran op een islamitische school. Shahid vertelde me dat hij zichzelf tijdens zijn puberteit dwong om zijn twijfels over de islam te onderdrukken en er zelfs voor koos om al zijn vrije tijd te besteden aan het bestuderen van islamitische teksten, zodat hij zich aan het geloof kon binden. “Als je in zo’n soort omgeving opgroeit, dan voel je veel druk,” zegt hij. “Vooral omdat ik altijd aan de reputatie van mijn familie herinnerd werd. Mijn vader moedigde me zelfs aan om een imam te worden.”

Advertentie

Shahid verloor zijn geloof toen hij het vak filosofie op de universiteit volgde: “Nadat ik veel verschillende filosofen bestudeerd had, en me had verdiept in het wetenschappelijk rationalisme, kwam ik er achter dat veel van de islamitische redeneringen niet klopten,” zei hij. “Ik heb geprobeerd om erover te praten met de islamitische gemeenschap, en zelfs met de lokale imam, maar die wilden er niets van weten. Ze zeiden dat de sahi’taan (duivel) me probeerde te manipuleren.”

Maryam Namazie, van de Raad voor Ex-moslims in Groot-Brittannië

Dat gebrek aan uitleg dwong Shahid om andere manieren te vinden om de spirituele leegte in zijn leven te vullen. Hij ontdekte de humanistische gemeenschap van de universiteit, waar hij nu een actief lid van is. Hij heeft zijn familie echter nog niet verteld dat hij de Islam heeft verlaten, omdat hij bang is dat ze hem “verstoten of nog iets ergers doen”. Het is een verhaal dat “veel voorkomt onder ex-moslims in Groot-Brittannië”, meent de in Iran geboren journalist en mensenrechtenactiviste Maryam Namazie.

Namazie is de vertegenwoordiger van de Raad voor Ex-moslims in Groot-Brittannië (CEMB). Ze verliet Iran in 1980, vlak nadat het islamitische regime van ayatollah Khomeini aan de macht kwam, en daarmee decennia van seculiere wetgeving tenietdeed. “Het was de eerste keer dat ik zag hoe politiek de islam kon zijn,” herinnert ze.

Namazie zegt “verbijsterd” te zijn geweest toen ze er achter kwam hoeveel moslims rondlopen met atheïstische, agnostische en seculiere neigingen. Tegelijkertijd geeft ze toe dat een organisatie als het CEMB deze mensen moeilijk aan kan trekken, omdat veel van hen bang zijn om hun opvattingen in het openbaar bekend te maken. “Moslims zijn geen heterogene groep,” zegt ze, benadrukkend dat—zoals elke mens op aarde—ze niet willen dat hun identiteit bepaald wordt door stereotypen. Jammer genoeg speelt de angst om verstoten te worden een grote rol, en doen islamverlaters daarom in het openbaar net alsof ze geloven, in plaats van toe te geven dat ze niet, of in mindere mate geloven.

Advertentie

Ik was eerder deze week bij een evenement van CEMB, waar Namazie opmerkte dat de angst om jezelf een ex-moslim te noemen nog steeds erg aanwezig is. Wel kon ze laten zien dat de organisatie veel vooruitgang heeft geboekt, sinds de oprichting in 2007—de organisatie telt inmiddels ruim vierhonderd leden, en heeft daarnaast een netwerk opgebouwd met soortgelijke groepen in het buitenland.

Op een gegeven moment vroeg een lid van de aanwezige pers aan Namazie of haar organisatie een front is voor “militant atheïsme en islamofobie”. Namazie gaf snel antwoord: “De CEMB is niet bedoeld als stem voor een groep—we zijn niet als de islamitische organisaties die denken dat ze voor alle moslims mogen spreken.” Ze vervolgde door te zeggen dat het grootste gedeelte van de CEMB gerund wordt door ex-moslims, maar dat ze respect hebben voor iedereen die naar hun toe komt voor begeleiding. “We zijn er voor de mensen die de islam hebben verlaten, en voor moslims die het geloof in twijfel trekken.“

Namazie stelde me toen voor aan een aantal CEMB-leden die hun “coming-out”-ervaringen met me deelden.

Maha Kamal.

De in Amerika geboren Maha Kamal groeide op in een zeer gelovige familie, maar begon al op vroege leeftijd aan haar geloof te twijfelen. Uiteindelijk werd Kamal uit de moskee geschopt omdat ze was gaan kijken in het gedeelte waar alleen mannen mochten komen. Na haar coming-out werd ze door haar familie verstoten. Ze is gelukkig goed terecht gekomen: ze heeft een hogere opleiding gevolgd en vertelde me dat ze “geen spijt” had van haar beslissing. Ze geeft wel toe dat het voor andere mensen misschien moeilijker kan zijn, omdat die uit kleinere dorpen met daarbinnen hechtere banden komen, en omdat niet iedereen de mogelijkheid heeft om alles achter zich te laten en naar het buitenland te vertrekken.

Advertentie

Ook Muz, een 24-jarige software-ontwerper, waarschuwt iedereen die de islam wil verlaten. “Je moet secuur je gevechten kiezen—familie komt nog altijd eerst, en het verlaten van de islam heeft ook voor hen gevolgen.”

Muz is niet verstoten door zijn ouders, maar hij wist me wel te vertellen dat familie en cultuur de grootste obstakels zijn voor mensen die eerlijk willen zijn over hun geloof. “De angst om je familie te verliezen is een veel grotere consequentie dan welke vorm van culturele isolatie dan ook,” zegt hij.

Maar familie is niet het enige waar ex-moslims zich zorgen over moeten maken, meent de 28-jarige studente Halina: “Het is ook belangrijk dat je financieel je zaken op orde hebt en dat je een goed steunnetwerk hebt.” Halina had een van de meest opmerkelijke verhalen die ik op het evenement hoorde—eerst was ze een militante moslim, maar in tien jaar tijd verloor ze al haar geloof.

Eerst volgde Halina alle islamitische gebruiken, had ze een actieve rol in de Dawah (de Dawah probeert andere mensen te bekeren) en steunde ze de islamitische groep Hizb-ut-Tahrir (HT) in London. Uiteindelijk raakte ze echter teleurgesteld in de Salafistische denkwijze die de groep domineerde. Ze zocht toen in eerste instantie naar andere methoden om haar geloof te uiten (ze sloot zich in haar tienerjaren bijvoorbeeld aan bij een andere tak van de islam). Uiteindelijk vond ze pas steun toen ze met groepen ex-moslims praatte op het internet.

Advertentie

Ze is nog wel op haar hoede, ook al is ze erg veranderd. Ze heeft haar familie nog niet verteld dat ze niet meer gelooft. “Hopelijk kan ik het vertellen als de tijd rijp is,” zegt ze. “Bovendien is mijn zus nog lid van HT, en zij weten nog steeds wie ik ben. Ik weet zeker dat ze het niet echt kunnen waarderen als ze er achter komen dat ik geen moslim meer ben.”

Er zijn steeds meer Britse ex-moslims, maar zelfs nu ze in grotere getale zijn begeven ze zich op de rand van de nationale debatten over de islam, wat veel seculiere campagnevoerders jammer vinden. Het negeren van geloofscrises kan tragische gevolgen hebben. In september pleegde CEMB-lid Irtaza Hussain zelfmoord, omdat hij er niet mee om kon gaan dat hij zijn geloof was verloren. Een ander lid van de CEMB, woordvoerster Nahla Mahmoud, ontving doodsbedreigingen van islamieten nadat ze op Channel 4 geïnterviewd was over de Sharia-wetten.

Terwijl ik het evenement verliet, bedankte een andere ex-moslim—een studente uit Pakistan—me, omdat ik de tijd had genomen om ze te interviewen. “We willen geen debat domineren, of mensen vertellen wat ze wel of niet moeten geloven,” zei ze. “We willen alleen dat onze stem gehoord wordt.”

*de namen in dit stuk zijn veranderd om identiteiten te beschermen

Volg Hussein op Twitter: @HKesvani