Een socioloog legt uit waarom we ons zo depressief voelen na een festival
Illustratie door Lia Kantrowitz

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Een socioloog legt uit waarom we ons zo depressief voelen na een festival

Afgezien van de chemische kater dan.

Het euforische gevoel dat je hebt op een festival staat in schril contrast met hoe gedeprimeerd je je voelt als je weer thuis bent. Het ene moment ben je in een sprookjeswereld waar iedereen je accepteert zoals je bent, maar daarna zit je weer in de sleur van het dagelijks leven. Nog afgezien van de chemische kater, heb je een gevoel van eenzaamheid dat hoort bij een terugkeer naar het normale leven.

Advertentie

Dr. Rob Gardner is als socioloog verbonden aan het Linfield College in McMinnville in de Amerikaanse staat Oregon. Hij weet alles over dit fenomeen. De afgelopen twintig jaar heeft hij uitgebreid onderzoek gedaan naar muziekgemeenschappen en subculturen. Hij werd zelf ook een doorgewinterde festivalganger. Hij gaat vaak naar bluegrass-festivals, maar bezocht ook veel concerten van de Grateful Dead en soortgelijke bands als Phish, String Cheese Incident, Leftover Salmon en Yonder Mountain String Band.

Ik belde onlangs met Dr. Gardner om te praten over post-festivaldepressie vanuit een sociologisch perspectief, om erachter te komen welke magie er ontstaat als mensen samenkomen op plekken met harde muziek en felle lichten, en waarom het zo kut is als je daar weggaat.

Noisey: Festivals zijn essentieel voor het samenbrengen van mensen als gemeenschap, maar waarom vinden mensen dat eigenlijk belangrijk? Wat is de reden dat mensen graag samenkomen?
Dr. Rob Gardner: Ik denk dat we in essentie erg sociale wezens zijn. We hebben andere mensen nodig om te overleven. Ik heb veel nagedacht over de vraag waarom mensen een gevoel van gemeenschap zoeken. Waarom nu, op dit punt in de geschiedenis? Ik denk dat mensen nu, in onze huidige sociale context, een gevoel van gemeenschap zoeken omdat het er weinig is in onze dagelijkse levens. We hebben een klein groepje vrienden, onze collega's, maar het grote deel van ons leven zijn we vrij geïsoleerd. De mogelijkheid om allerlei verschillende mensen te ontmoeten en met hen te binden op een intieme manier is ongewoon geworden. Het vormt een groot contrast met ons dagelijks leven.

Advertentie

We zijn dan wel extreem verbonden via sociale media, maar er mist iets. De intieme ervaring van dezelfde fysieke ruimte delen met een ander, of duizenden anderen, mist in ons leven. Antropologisch gezien hebben we altijd in kleine groepjes geleefd, stammen, gemeenschappen, dorpen, en het is pas sinds driehonderd jaar dat we in grote steden leven als individuen. Ik denk dat er iets is waar we naar terugverlangen, bewust of onbewust, en dat we dat zoeken in festivalervaringen.

Hoe valt die drang naar gemeenschap te rijmen met de drang naar individualisme?
We hebben een diepgewortelde hang naar individualisme dat in strijd is met dit gemeenschapsgevoel, omdat festivals een podium worden voor zelfexpressie en allerlei soorten van identiteitsperformance. Festivals creëren een vrije ruimte die onafhankelijk is van het alledaagse leven, waar mensen kunnen experimenteren met andere soorten van identiteit of om een deel van henzelf te laten zien dat ze in het dagelijks leven onderdrukken. Iedereen kan alles doen. En je wordt geaccepteerd.

En als je dan thuiskomt, voel je je ellendig.
Ja. Als je zo'n plek verlaat zit je ineens weer met je familie, werk, school en wat mensen van je verwachten. Het is veel minder vrij. Dat kan echt een klap in het gezicht zijn.

Heb jij dat weleens gehad?
Ja, en het komt vaak voorbij in mijn onderzoek. Ik denk dat het veel te maken heeft met de structuur van dit soort evenementen. Festivals creëren een tijdelijke gemeenschap die fysiek, sociaal en qua beleving anders is dan het dagelijks leven. Als we er zijn, kunnen we er andere dingen doen dan normaal en mensen ontmoeten die je doorgaans niet zou ontmoeten.

Advertentie

Het is een bekend feit dat drugs een grote rol spelen op muziekfestivals. Hoeveel van die connecties die we op festivals maken hebben daarmee te maken?
Ik ben naar veel verschillende soorten festivals geweest. Festivals waar het merendeel van het publiek onder invloed is, maar ook festivals waar niemand iets gebruikt. Op sommige bluegrass-festivals bijvoorbeeld, die heel traditioneel zijn, en de gemiddelde leeftijd rond de 65 ligt. Mensen zitten daar gewoon op een stoel, ze dansen niet eens, ze genieten gewoon van de muziek.

Ervaar je daar hetzelfde gevoel van saamhorigheid?
Jawel. Het was anders, niet per se mijn scene. Maar ik denk dat drugs en alcohol zorgen voor een intensere ervaring, zeker als mensen drugs als xtc gebruiken of hallucinogenen. Dat soort middelen zorgen ervoor dat je reacties en interacties met anderen veranderen. Als je een publiek hebt waarvan iedereen in die staat is, heeft dat zeker impact.

Ik ging een keer naar een bluegrass-festival, Walnut Valley, een soort Burning Man voor folk. Ik was compleet nuchter. Sommige mensen dronken whisky of moonshine, anderen rookten wiet, maar meer dan dat werd het qua drugs niet. Terwijl ik mijn tentje opzette, hoorde ik een liedje dat ik graag speel, Salt Creek. Ik liep naar het geluid toe en zag twee gasten met enorme cowboyhoeden en hun shirts in hun broek gestopt. Mensen waar ik normaliter niet mee om zou gaan. Toch zat ik daar, te zingen met die gasten. Ik voelde daar iets bijzonders dat ik niet snel zal vergeten.

Dus een connectie die tot stand komt via een diepe waardering voor muziek kan net zo sterk zijn als een band die gesmeed wordt door drugs?
Zeker. Het heeft ook te maken met wat Émile Durkheim 'collective effervescence' noemt, collectief bruisen. Als je bij een voetbalwedstrijd bent en er wordt gescoord, juist iedereen en is het net alsof er een onzichtbare kracht is die je optilt uit je stoel. Dat heeft iets, iedereen afgestemd is op dezelfde frequentie. Die frequentie wordt gevoed door de energie van het publiek en vice versa, zodat er een feedback loop van energie ontstaat. Als je dat ervaart als publiek en je kijkt om je heen en je ziet dat iedereen hetzelfde ervaart. Er is iets met die gedeelde ervaring.

Als je die setting verlaat, word je eigenlijk gestript van die collective effervescence en teruggebracht tot je individuele zelf. Kan dat schadelijk zijn?
Menselijke verbintenissen zijn niet alleen belangrijk om te overleven, maar ook voor je welzijn. We halen dat gevoel van een mens zijn van anderen. Dat klinkt tegenstrijdig, maar we zitten vast aan relaties met anderen. Ik weet wie ik ben, gerelateerd aan mijn relatie met jou, de signalen die ik krijg van jou, en het geven en nemen van interacties. Als we ergens zijn waar je positieve feedback krijgt van anderen en niemand heeft kritiek op je, kan je doen wat je wil en niemand zal anders over je gaan denken. De structuur van een festival kan daarvoor zorgen. Je hebt niet echt iets anders om te doen. Maar als je het festival verlaat, laat je dat gevoel achter. Dat is een deel van jezelf in die setting dat je niet zomaar mee kan nemen naar de echte wereld.