FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Neurowetenschappers begrijpen onze hersenen beter door social media

Neurowetenschappelijk onderzoek naar de vijf belangrijkste vormen van ons social media-gebruik vertelt ons hopelijk meer over de manier waarop onze hersenen werken.
De vijf belangrijkste vormen van social media-gebruik. Beeld: Meshi, Tamir, en Heekeren/Trends in Cognitive Sciences 2015

Bijna twee miljard mensen maken gebruik van social media en dagelijks zijn we verantwoordelijk voor maar liefst een miljard facebookposts en 400 miljoen tweets. Wat kunnen we eigenlijk doen met al die gegevens? Volgens wetenschappers kan een deel ervan worden gebruikt om meer inzicht te verkrijgen in de manier waarop onze hersenen worden beïnvloed door alle social media-berichten die we dagelijks te verwerken krijgen.

Advertentie

Dar Meshi, onderzoeker op het gebied van cognitieve neurowetenschap aan de Vrije Universiteit van Berlijn, denkt dat wetenschappers die onderzoek doen naar "hoe sociale informatie door ons brein wordt verwerkt" zouden kunnen profiteren van data die voortkomt uit ons social media-gebruik. Meshi en zijn collega's publiceerden afgelopen woensdag een paper in het tijdschrift Trends in Cognitive Sciences, waarin ze pleiten voor het analyseren van data die voortkomt uit onze interactie met social media.

Meshi legde uit dat door het analyseren van de vijf belangrijkste vormen van ons social media-gebruik, neurowetenschappers meer te weten kunnen komen over hoe onze hersenen werken. Die vijf vormen hebben betrekking op hoe we met ons gebruik van social media informatie over onszelf de wereld inzenden, hoe we reageren op wat anderen op social media delen en hoe we reageren op dergelijke reacties van andere social media-gebruikers, hoe we zelf kijken naar het social media-gedrag van anderen en hoe we de manier waarop we gebruik maken van social media vergelijken met hoe anderen gebruik maken van social media.

"We proberen te onderzoeken hoe ons brein functioneert en hoe mensen zich in sociale situaties gedragen," zegt Meshi. "We willen modellen creëren waarmee we kunnen verklaren hoe onze hersenen informatie verwerken en doorgeven." We weten bijvoorbeeld al dat de kans dat we via social media informatie over onszelf met anderen delen 80% is, terwijl dat in offline situaties slechts 30% is. "Neurowetenschappers kunnen profiteren van deze natuurlijke variaties in zulke online omgevingen door data over ons online gedrag te verzamelen en deze te vergelijken met onze hersenstructuur en hersenfuncties. Op die manier kunnen nieuwe onderzoeksvragen ontstaan over de sociale functies van onze hersenen en het vermogen om ons aan te passen aan nieuwe omstandigheden," staat in het paper.

Onderzoek naar de interactie van onze hersenen met social media is relatief nieuw. In het paper schrijven de onderzoekers dat de term 'social media' sinds 1997 inmiddels al in meer dan 10.000 onderzoeksartikelen voorkomt, maar dat slechts een paar van die artikelen voortkwamen uit neurowetenschappelijk onderzoek.

Meshi wil daar verandering in brengen: "Misschien oefenen social media toch een bepaalde invloed uit op onze hersenen, waardoor de manier waarop we informatie verwerken we de interactie met elkaar aangaan, in de toekomst verandert. Er valt nog veel te weten te komen over de belangrijke veranderingen die in onze hersenen plaatsvinden."