
Inmiddels is het Berlijn van toen haast niet meer te herkennen. Op de plek van de voormalige Rijkskanselarij huist nu een Chinees restaurant en een kinderdagverblijf. De bunker is half gesloopt, en zit verstopt onder het parkeerterrein van een groezelig bruin flatgebouw. Hitler zou – met zijn afschuw van moderne kunst - absoluut gewalgd hebben van de glijbaan die nu op de plek van zijn crematie staat. Dat is meteen ook de reden dat mijn Joodse vertaler, Gaïa Maniquant-Rogozyk, hem zo mooi vindt. Ze was meegekomen om me bij te staan, bij mijn gesprekken met de lokale bewoners. Ik wilde er namelijk achter komen hoe het voelt om op een plek te wonen die zo’n donkere geschiedenis kent. Terwijl we op voorbijgangers wachtten, gleden we om de beurt van de glijbaan af.“Ik weet niet zeker of ik hier nu ook geweest was als de bunker er nog stond,” zei Gaïa.“Waarom niet?”“Als je opgroeit in een Joodse familie,” antwoordde ze, “waarvan de helft is uitgeroeid, ben je verplicht het te herdenken. Toen we met school Auschwitz bezochten, drong het eindelijk echt tot me door wat er gebeurd was. Het is zo gruwelijk dat het snel abstract wordt, alsof het maar een verhaal is. Maar in Auschwitz hebben ze van die zalen, bijvoorbeeld met kommetjes die ze gevonden hebben, of met protheses. Maar er is ook een zaal met al het afgeschoren haar van de gevangenen. Toen ik dat zag wou ik weg. Op dat moment zag ik ineens in wat er zich had afgespeeld. Ik wou niets meer zien, mijn taak zat er op.”
Advertentie


Advertentie