FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Kan een atheïstische kerk ervoor zorgen dat ongelovigen minder vol van zichzelf worden?

Ik besloot atheïst te worden omdat ik thuis wilde blijven op zondagen. Natuurlijk ontdekte ik later dat er ook nog een aantal andere goede redenen zijn om niet in God te geloven.

Ik besloot atheïst te worden omdat ik thuis wilde blijven op zondagen. Natuurlijk ontdekte ik later dat er ook nog een aantal andere goede redenen zijn om niet in God te geloven. Alleen wilde ik op mijn elfde vooral een argument hebben dat mij in mijn gelijk zou stellen om niet naar de kerk te hoeven. Er was namelijk niets erger dan urenlang in de kerk te moeten zitten, luisterend naar de psalmen en de preek. Of toch wel: naar zondagsschool gaan was nog erger. Ik snapte niets van de taal die de leraren daar spraken. Dus zei ik dat ik niet in God geloofde, en uiteindelijk hoefde ik niet meer mee naar de kerk.

Advertentie

Sinds kort vraag ik me af of ik niet iets gemist heb door geen kerkdiensten te bezoeken. Het is niet zozeer het gebrek aan God waar ik me zorgen over maak; God bestaat immers niet. Maar misschien ben ik een ondersteunend netwerk misgelopen dat ik anders wel zou hebben gehad. Als atheïst baseer ik dit vermoeden op wetenschappelijke gegevens: onderzoek wijst uit dat mensen die naar de kerk gaan gelukkiger en gezonder zijn. Ook zouden ze optimistischer zijn. Verder bestrijdt kerkbezoek depressie bij kinderen. Sommige (weliswaar bevooroordeelde) studies laten zien dat het mensen liefdadiger maakt. In de buurt van een kerk of tempel zullen de meeste atheïsten het niet zo naar hun zin hebben, met al die biddende mensen. Maar als je deze studies moet geloven zou het ze wel goed doen.

Dit moeten meer mensen gedacht hebben, gezien de opkomst van atheïstische kerken. Het bekendste voorbeeld hiervan staat in Groot-Brittannië, the Sunday Assemblies. Deze wordt gerund door de comedians Sanderson Jones en Pippa Evans. Ook in de VS en Canada zijn er een aantal te vinden.

The Sunday Assemblies werd in januari opgericht onder het mom van live better, help often, wonder more, en is sindsdien enorm gegroeid in atheïstminnend Engeland. Recentelijk besloot Sanderson om zijn concept ook in de VS aan de man te brengen. Vorige week zondag vond daar het eerste evenement plaats dat de groep had georganiseerd: een samenkomst in een bikinibar in Manhattan.

Advertentie

Toen ik een paar minuten voor aanvang van de dienst arriveerde stond er al een flinke rij mensen voor de ingang te wachten. We hoorden een band opwarmen. De barmannen droegen geen bikini, wellicht uit eerbied voor het evenement, of omdat het een zondagmiddag was. Buiten stond een eenzame demonstrant met een bord met de tekst “DUIVELSE HYPOCRIETEN HEBBEN RELIGIE AFGEPAKT”, tot genoegen van de atheïsten. Als mensen je dusdanig haten dat ze ‘s middags in de hitte gaan staan om vage kreten met je te delen, dan doe je vast iets goed.

Toen de dienst van start ging—begeleid door een meezingversie van With a Little Help from My Friends—stonden er een kleine honderd mensen in de krappe ruimte. Aangezien het een atheïstisch evenement was waren er veel jonge, blanke mensen. Maar er waren ook wat oudere stelletjes. Iedereen zong en klapte mee met de nummers die ten gehore gebracht werden, variërend van Crazy Little Thing Called Love tot Don't Stop.

De grote vraag is natuurlijk wat je als atheïstische kerk gaat doen als de ongelovigen samenkomen. Het is leuk als een kerk verbinding en een gevoel van gemeenschap tussen mensen brengt. Alleen houdt het snel op als je met ze gaat zitten om te discussiëren over het al dan niet bestaan van God. Religieuze gemeenschappen gebruiken hun geloof als excuus om samen te komen en tijd met elkaar door te brengen. Dus wat zou het excuus van atheïsten kunnen zijn?

Advertentie

Sandersons oplossing was om juist niet te praten over het niet-bestaan van God. Hij weerlegde de aandacht naar de wonderbaarlijkheid van het leven. “Van alle atomen in het universum hebben wij de beste tijd!”, zei hij tijdens zijn 'preek'. Hij is een enerverende spreker, bebaard en met lang haar. Hij maakt een grap en gaat daarna meteen over tot een serieus pleidooi over de schoonheid van het leven terwijl hij heen en weer loopt door het publiek.

Er werd een trailer vertoond van een documentaire over priesters en pastoors die van hun geloof gevallen waren. Ook werd er voorgelezen uit een stuk van Teddy Roosevelt, The Man in the Arena.Dan was er nog gelegenheid tot bezinning in stilte, wat aandeed als een gebed. Auteur Chris Stedmen, van Fatheist: How an Atheist Found Common Ground with the Religious, gaf een toespraak. Het verhaal van Chris is interessant. Hij groeide op in een niet-religieus gezin maar bekeerde zich tot het Christendom in zijn tienerjaren. Daarna ontdekte hij dat hij homoseksueel was. Hij ging door een periode vol zelfhaat alvorens hij zijn geaardheid kon accepteren. Dat was ook het moment dat hij realiseerde dat hij toch niet in God geloofde.  Tegenwoordig is hij 'menselijk prediker' aan Harvard, waar hij wekelijks meetings en projecten organiseert.

Chris en Sanderson zijn beiden voorbeelden van 'tolerante atheïsten', oftewel ongelovigen die religie niet zien als 'het kwaad' dat uitgeroeid moet worden. Bij the Sunday Assembly maakte iemand de grap dat hij iedereen aardig vond, mits men niet christelijk was. Sanderson pakte toen de microfoon en riep dat iedereen welkom was en dat gelovigen ook goede mensen zijn. Dat ligt ver van het geloof van ‘Nieuwe Atheïsten’, zoals Richard Dawkins en Christopher Hitchens, die hele boeken wijdden aan het niet-bestaan van God. Volgens hen ben je een idioot als je denkt dat hij wel bestaat. In publieke debatten pleitten zij ook tegen het idee van ‘God’.

“Ik denk dat het hele debat omtrent het wel of niet bestaan van god zinvol is,” zei Chris na de Assembly. “Ik vraag me dan altijd af wat er bereikt wordt of wat het doel is. Vaak lijken deze debatten op een sportevenement, waarbij beide kanten hun eigen kant aanmoedigen.” Chris doet veel interfaith werk; hij is een soort bruggenbouwer tussen mensen die verschillende visies hebben op geloof (hier krijgt hij veel kritiek op van militante atheïsten die elke vorm van religie uit hem willen stampen). Zelf zegt hij hierover: “Als iemands geloof in God diegene inspireert om voor anderen te zorgen, en zich in te zetten voor sociale gerechtigheid, dan vind ik dat positief. Ik zie er geen nut in om diegene over te halen niet meer in God te geloven.”

Sanderson sneed dezelfde punten aan in zijn preek: "Ik vind atheïsme vrij saai," zei hij. "Waarom definiëren we onszelf aan de hand van iets waar we niet in geloven?" Voor mij klinkt die boodschap spannender dan het vooruitzicht elke zondag liedjes te zingen. Het is mooi als er onder atheïsten gemeenschappen gevormd worden. Nog mooier is het als ze over zichzelf heen kunnen stappen en een manier vinden om hun ongeloof uit te dragen, zonder neerbuigend te zijn over religies. Woede die gerechtvaardigd wordt door religieuze onrechtvaardigheden uit het verleden is niet verkeerd, maar je bouwt geen gemeenschap op basis van anti-God-razernij en zelfvoldaanheid. En ik denk dat er niets mis mee is als de Sunday Assembly en andere atheïstische kerken hun kern vinden in ‘wees aardig en de wereld zal een betere plek worden’.

De Sunday Assembly in New York was een weergaloos succes. Er kwamen mensen op af en ze hadden een leuke tijd. Toen er met een schaal werd rondgegaan doneerden ze geld (net als in de kerk kosten zulke evenementen geld). Als het goed is zal daar op 28 juli opnieuw een middag plaatsvinden. Het is nog even afwachten hoe het dan zal verlopen, zonder Sanderson. Hij zit dan weer in Engeland. Ook is de nieuwigheid er dan wel van af: eenmalig naar een atheïstische kerk gaan is grappig, en geeft een excuus om 's middags te kunnen drinken in een bar. Eens per maand je zondag opgeven vraagt meer verbintenis.

Maar het aangaan van die verbintenis is juist het punt. Zo worden dingen gevormd. Het is een spannend idee dat je betrokken bent bij de basis van iets goeds, door naar zo'n eerste atheïstische samenkomst te gaan. Sanderson zei nog dat hij hoopte dat mensen de Sunday Assembly als hun tweede thuis zouden gaan zien. Als een plek waar mensen willen trouwen, en belangrijke ceremonies houden. Bij dat laatste ging hij bijna de mist in: hij had het over kinderen dopen. Gelukkig corrigeerde hij zichzelf meteen: "Eh, ik bedoel naamgevingsceremonies!"