FYI.

This story is over 5 years old.

Het Superkawaii!-Issue

Djoek jezelf

De mystieke dansende derwisjen in Zuid-Irak beoefenen een extreme vorm van Islam, waarbij ze zichzelf steken met messen enzo.

De mystieke dansende derwisjen van Zuid-Irak vormen een vredelievende en over het algemeen hoogopgeleide moslimminderheid. Ze leven bewust in armoede, in de hoop nederigheid te leren. Zoals de meeste islamitische sektes worden ze niet gewaardeerd door hun religieuze broeders (vooral niet door extremistische groeperingen zoals Al Qaida). Vaak worden ze gemeden, lastiggevallen of zelfs vermoord. Deze voortdurende aanvallen hebben hun rotte vruchten afgeworpen: veel derwisjen zijn de laatste jaren naar hun land van herkomst gevlucht.

Advertentie

De weinige derwisjen die zijn achtergebleven gaan door met het beoefenen van een nogal intense variant op de islam. Ze doen bijvoorbeeld aan een speciale vorm van ‘dhikr’ (een godsdienstige ceremonie gewijd aan het herdenken van Allah en het opzeggen van gebeden), waarbij de mannen zich continu in hun eigen hoofd en buik steken met messen en speren. Dit ritueel gaat terug naar de begindagen van het soefisme en wordt door de beoefenaars opgevoerd als het bewijs van hun spirituele superioriteit. Ook dient het ritueel om nieuwe leden te ronselen, door Gods bestaan te bewijzen aan de hand van Zijn Helende Krachten. Niet zo gek lang geleden bezocht ik de Zuid-Iraakse olieplaats Basra. Ik had toen het geluk om uitgenodigd te worden bij een van deze stekelige ceremonieën.

De rite vond plaats in een derwisjtempel in Al-Zubair, een van Basra’s armzaligste gebieden. Het is een verlaten buurt met modderwegen en afzichtelijke, strenge flatgebouwen. Toen ik de tempel binnenkwam werd ik warm ontvangen met een sobere maar heerlijke maaltijd, die bestond uit linzensoep, plaatselijk brood en sinaasappels. Hierna begonnen vijf jonge jongens op pauken te spelen terwijl ze zongen: “Er is geen god behalve Allah.” Ondertussen zwaaide een bijeengekomen cirkel van mannen hun hoofden ritmisch op en neer, hun ogen gesloten. Ik zou er snel achterkomen dat dit hun manier was om zich voor te bereiden op een staaltje serieuze lichaamsperforatie.

Advertentie

Ongeveer dertig mannen van verschillende leeftijden zaten bij elkaar. Zes van hen waren uit zichzelf bereid om gestoken te worden. De jongste van hen zag er niet ouder uit dan zestien, maar zijn kalmte en vertrouwen duidden erop dat hij vaker onder het mes was gegaan. De kalief (de leider van de ceremonie) pakte de bruine lederen bundel uit, gevuld met speren en messen van verschillende omvang. Alí, een jonge oliewerker, pakte een hamer en sloeg zich hiermee op zijn hoofd, waarna hij een mes in zijn voorhoofd joeg. Hij liep naar me toe en vroeg of ik een foto van hem wilde maken. (Ik mocht foto’s maken, maar filmen is verboden, omdat volgens Alí een vorige gast een video op YouTube had geplaatst voorzien van een tekst in de trant van: “Hoe Al Qaida-extremisten zich voorbereiden op de jihad.”) Hierna vroeg hij me om het mes uit zijn schedel te trekken. Uit beleefdheid deed ik mijn best, maar het mes leek vast te zitten. De kalief kwam in actie en verwijderde het mes zonder enige moeite. Kort hierna zei een man genaamd Aqil (die zojuist twee messen in zijn hoofd had geschoven): “Het mirakel zit hem in het helingsproces. Ik heb geen serieuze verwondingen; je zult zien dat andere mensen zelfs vitale organen doorboren zonder gevolgen voor hun gezondheid.”

Het verbaasde me niet eens dat een paar minuten later een man genaamd Hassan een speer door zijn onderbuik had gestoken. Met een pijnlijke grimas vertelde Hassan me: “Vandaag deed het wel degelijk een beetje pijn, omdat de speerpunt mijn heupbeen raakte voordat hij bij mijn rug weer naar buiten kwam.” Ik vroeg of hij niet bang was dat de speer door zijn nier was gegaan. “Dat is mogelijk,” antwoordde hij en voegde daaraan toe dat het niet de eerste keer zou zijn dat zijn nier werd doorboord. “Een keer, na een perforatie zoals deze, raakte een vriend in de problemen en werd hij naar de spoedeisende hulp gebracht. Na de operatie vertelde de dokter hem dat hij nog nooit zoiets had gezien—hij had meer dan vijftien gaten in zijn nier.”

De ceremonie duurde drie uur, waarvan slechts een half uur was gewijd aan het snijden en steken. Er was zelfs een cooldown, waarbij iedereen op zijn knieën ging en begon te bidden. De enige die leek te bloeden was Aqil, die een doek om zijn hoofd had gewikkeld om het bloed te absorberen. Er waren geen dokters of ander medisch personeel aanwezig en niemand scheen zich druk te maken. Toen de ceremonie tegen het einde liep, schudde iedereen me de hand en bedankten ze me. Uiteraard werd ik ook gevraagd om me bij deze godsdienst aan te sluiten. Ik was voorzichtig en wilde niet onbeleefd overkomen, dus verzekerde ik hen dat ik uiterst dankbaar was voor hun genereuze aanbieding maar er eerst over wilde nadenken.

De derwisjen vertelden me ook dat afgelopen jaar een Japanse journaliste hun uitnodiging had geaccepteerd. Ik moest lachen bij de gedachte aan het arme meisje, wier aangeboren culturele beleefdheidsnormen haar natuurlijk niet toestonden om zo’n aanbod af te slaan. Wie weet ondergaat ze nu allerlei mesceremonieën, in haar eentje in een of ander duister appartementje in Tokio. Al snel voelde ik me schuldig over hoe deze mannen zich misschien wel ernstig hadden verwond, waarin ik op zijn minst een klein aandeel had. Hassan, die zojuist een speer door zijn zij had gestoken, verzekerde me dat ik geen reden tot zorgen had. Hij stelde voor dat we de volgende dag zouden afspreken, zodat ik Gods helende krachten met mijn eigen ogen zou aanschouwen.

De volgende dag reed een blakend gezonde Hassan naar me toe op zijn mountainbike. Hij was precies op tijd. Hij stopte vlak voor me, deed de knoopjes van zijn shirt open en toonde trots een lachwekkend klein littekentje op zijn buik.