FYI.

This story is over 5 years old.

American University Museum

De schilderijen die Noord-Korea nooit verlaten

In het communistische land worden kunstenaars op handen gedragen, maar internationaal kent niemand ze.
Farewell, Park Ryong Sam, 1977. All images courtesy of the American University Museum, B.G. Muhn, and the artists.

Noord-Koreaanse kunst is niet vaak buiten Noord-Korea te zien, maar dankzij de inzet van kunstenaar en curator B.G. Muhn is daar nu verandering in gekomen. De tentoonstelling Contemporary North Korean Art: The Evolution of Socialist Realism is momenteel te zien in het American University Museum in Washington DC. De expositie toont vijftig jaar van kunst uit het genre ‘Chosonhwa’, een vrij ongebruikelijke Aziatische techniek van gewassen inkt op rijstpapier, waarop monumentale taferelen uit de geschiedenis van de Democratische Volksrepubliek Korea staan.

Advertentie

Muhn werd geboren in Zuid-Korea maar bezit ook een Amerikaans paspoort. Het was verrassend makkelijk voor hem om de volksrepubliek te bezoeken en de tentoonstelling te organiseren: “Ik maakte duidelijk dat ik serieuze academische belangen had in het onderzoeken en introduceren van Chosonhwa aan de rest van de wereld, en daar werd positief op gereageerd. Tijdens mijn bezoeken aan Pyongyang bouwde ik werkrelaties op met Noord-Koreaanse musea en met door de overheid gereguleerde ateliers en kunstenaars,” legt Muhn uit.

“Ik denk niet dat ik benadeeld werd door mijn Zuid-Koreaanse afkomst bij het organiseren van de tentoonstelling. Het was zelfs een voordeel, omdat ik de cultuur, de geschiedenis en de taal begreep.”

Sea Rescue in the Dark, een samenwerking tussen Kim Song Kun, Kim Chol, Cha Yong Ho, en Ri Ki Song, 1997

Tiger Dashing in Winter, Kim Chol, 2014

Ondanks zijn vertrouwdheid met de taal en de cultuur en de overwegend positieve reacties uit de Noord-Koreaanse kunstwereld, stuitte Muhn wel op enige weerstand. “Ik kreeg niet veel praktische ondersteuning van de ambtenaren, en ook niet van het Mansudae, een van de grootste kunstateliers ter wereld. De ambtenaren in Pyonyang leken nogal sceptisch over het feit dat ze in Washington een tentoonstelling over Noord-Koreaanse kunst wilden organiseren,” licht hij toe.

Werken voor het Mansudae, wat min of meer betekent dat je direct werkt voor Kim Jong-Un, is de grote ambitie van nagenoeg iedere Noord-Koreaanse kunstenaar. Dankzij zijn vele bezoeken weet Muhns hoe belangrijk kunstenaars zijn in het land: “Ik was totaal verbaasd toen ik ontdekte welke rol kunst speelt binnen de samenleving en met hoeveel respect kunstenaars worden behandeld. Ze gaan een intense competitie met elkaar aan en worden jarenlang opgeleid om daarna hopelijk gekozen te worden als Mansudae-kunstenaar. Hun trots op het kunstenaarschap stamt uit de overtuiging dat hun vaardigheid en creativiteit worden gebruikt om het land en de bevolking te dienen.”

Advertentie

Contemporary North Korean Art: The Evolution of Socialist Realism 

In feite zijn Noord-Koreaanse kunstenaars hetzelfde als alle andere kunstenaars, met uitzondering van een paar onvermijdelijke verschillen die ontstaan door de maatschappelijke context waarin ze leven: “Het is waar dat de onderwerpen van hun kunstwerken niet zo variëren als die van kunstenaars in de rest van de wereld, maar ik heb hun passie gezien om te creëren, om een individu te zijn en om te excelleren als kunstenaar binnen die opgelegde grenzen. In die zin zijn kunstenaars uit de volksrepubliek helemaal niet zo anders dan andere kunstenaars. Hoewel ze worden betaald en hun prestaties worden beloond met officiële erkenning van hun bewezen diensten – inclusief eretitels en het ontzag van andere kunstenaars – kennen ze verder geen wereldwijde roem of rijkdom.”

Contemporary North Korean Art: The Evolution of Socialist Realism 

A Worker, Choe Chang Ho, 2014

Contemporary North Koran Art: The Evolution of Socialist Realism is nog tot 14 augustus in het American University Museum te zien.