FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

George Zimmermans vonnis hielp me herinneren wie ik eigenlijk ben, als zwarte Amerikaan

Een zwarte die zo veel met blanken is omgegaan als ik, vraagt zich soms af wat het verschil eigenlijk is. Ten onrechte, blijkbaar.

De auteur, op weg naar Brooklyn. Foto door Erica Euse.

Het is eenvoudiger om je te verstoppen voor de geest van Trayvon Martin dan om zijn levenloze lichaam onder ogen te zien. Wanhopig probeerde ik er die zaterdagnacht aan te ontkomen, toen George Zimmerman niet schuldig bevonden werd. Ik bevond me op een dom modefeestje in een club in Manhattan, omgeven door blanke kids die naar rap luisteren, en waarschijnlijk in het bezit zijn van een enorme studiebeurs. Ik dronk door tot ik verdoofd was. De volgende ochtend ging ik naar de bioscoop om Bling Ring te zien, en daarna las ik een boek in een koffiezaak. Intussen gingen er overal in het land mensen de straat op om hun woede te betuigen. Dat nieuws probeerde ik te negeren; ik wilde er niet mee bezig zijn omdat het me allemaal iets te dichtbij kwam.

Advertentie

Doorgaans raak ik niet zo van slag als ik hoor over dode zwarte mensen: de muziek waar ik dagelijks naar luister zit vol verwijzingen naar schietpartijen tussen zwarte mannen. Zoals Tupac al zei: “Niggas been dying for years…” Er gaat geen dag voorbij zonder het verhaal van een jonge, zwarte man die door geweld het leven heeft gelaten. Vaak is dat geweld gerelateerd aan drugs en gangs, maar er zijn ook incidenten waarbij een seniele vent zijn 13-jarige buurjongetje overhoop schiet, zonder enige reden. De vloed van zwarte sterfgevallen is zo constant en meedogenloos dat ik amper nog geroerd word door nieuwe tragedies.

Neem bijvoorbeeld Trayvons dood: zo abrupt en zinloos dat het haast niet te bevatten is. Het voelt bijna alsof het op een andere planeet gebeurd is. Ik kom niet uit een getto, ik ben opgegroeid in een buitenwijk. Daar woonde ik tussen blanke rijkelui; met hen ging ik naar school, met hen had ik seks en met hen gebruikte ik drugs. Met hen werd ik volwassen. Een zwarte die zo veel met blanken is omgegaan als ik, vraagt zich soms af wat het verschil eigenlijk is. Zijn we niet allemaal hetzelfde?

Maar telkens als ik onder de indruk was van de vooruitgang van ons morele universum, werd ik weer met mijn neus op de feiten gedrukt. En altijd als je het niet verwacht. Zoals die keer dat ik door de winkel werd achtervolgd door een winkelier (terwijl hij niet eens de pet verkocht waar ik naar op zoek was). Of al die keren dat ik zomaar geduwd of geschopt ben. Op zulke momenten besef je dat we niet hetzelfde zijn. De wet behandelt ons niet gelijk, en we komen niet voor dezelfde belemmeringen te staan.

Advertentie

Ik herinner me – en dat zal ik waarschijnlijk voor de rest van mijn leven blijven doen – een nacht, kort nadat ik aangenomen was bij VICE en mijn master had afgerond. Natuurlijk voelde ik me als een Zwarte Superman, een geraffineerde kosmopoliet die alles kon bereiken, en die door zijn vrienden gerespecteerd werd. Gewoon omdat hij een knappe, getalenteerde motherfucker was.

In die tijd woonde ik in Williamsburg naast een paar jonge creatievelingen, wat eigenlijk een codewoord is voor blanke rijkeluiskinderen. Ik had een grote groep vrienden, overwegend blank. Zij hielden zich niet bezig met ras, geslacht of wat dan ook. Ik leefde een post-raciaal, Obama-achtig bestaan, althans, dat dacht ik.

Om te vieren dat er zo veel coole dingen in mijn leven gebeurden, besloot ik uit te gaan met een paar maatjes. Mijn outfit bestond uit best wel exclusieve kledingstukken, en ik droeg een duur horloge dat ik gekregen had van mijn moeder, ter ere van mijn afstuderen. Ik voelde me de tofste gast op aarde, klaar om een paar dure cocktails achterover te slaan met mijn hippe mediavriendjes. Samen zouden we de wereld overnemen, en echt een verschil maken.

Terwijl we van bar naar bar gingen in de wijk Greenpoint in Brooklyn, liepen we langs een paar dronken Polen. Een van hen riep “nicht” naar een vriend van me. Vervolgens liepen ze boos naar ons toe, waarop ik naar voren stapte om te vertellen dat iedereen verdomme rustig moest blijven. Toen keek de Poolse man naar me, riep hij “neger” en plantte hij een vuist in mijn gezicht. Mijn bril was kapot en mijn goede humeur was op slag verdwenen.

Advertentie

Het was ongelooflijk, ik was zo verbaasd. Niet eens omdat we in een vechtpartij beland waren, maar omdat ik nog steeds een “neger” was. Blijkbaar maakte het niet uit dat ik een master behaald had aan de NYU, en fulltime in de media werkte. Ook mijn outfit had niets afgedaan aan het feit dat ik nog steeds een “neger” was.
Het is lastig om je te realiseren dat sommige mensen je altijd zo zullen zien, ongeacht wat je gedaan hebt en hoeveel je bereikt hebt. Ik kan me slechts inbeelden hoe Obama zich zal voelen. Dat je de fucking president bent en nog steeds met zo veel minachting behandeld wordt, enkel vanwege je huidskleur. En dat door de mensen aan wie je beloofd hebt om ze te leiden en beschermen.

Dit besef - dat ik wel anders ben omdat mensen me niet respecteren, of zelfs op me neerkijken - geeft een hoop stof tot nadenken. Hoe stel ik me op als ik een vergaderzaal binnenloop die vol zit met blanken? En als ik ooit een zoon krijg, zal ik gesprekken met hem moeten voeren, zoals mijn vader ook met mij deed? Zodat hij niet vermoord wordt, omdat hij vergeten is dat hij zwart is? Of omdat mensen en de politie hem als bedreiging zien, zelfs als hij een flesje Ice Tea en een zakje Skittles in zijn hand heeft?

Ik heb geprobeerd het vonnis van George Zimmerman te ontlopen. Want, net als na die nacht dat ik in mijn gezicht gestompt werd, liet het me inzien dat we nog een lange weg te gaan hebben. Het vervult me met een gevoel van teleurstelling, verlangen en woede, omdat de man die een zwarte tiener achtervolgde en hem doodschoot niet gearresteerd werd. De politie had zelfs Trayvons ouders niet ingelicht over zijn dood. En de dader loopt nog steeds vrij rond. Als ik de foto van Trayvon zie, met zijn hoodie, opgerolde jeans en sneakers, weet ik dat ik niet anders ben dan hij. Ik krijg het beeld - waarop hij gespreid op de grond ligt, met zijn mond open - niet uit mijn hoofd.

En meteen realiseer ik me dat ik niets verschil van al die zwarte mensen die gestorven zijn; van Hadiya Pendleton in Chicago tot Kimani Grey in Brooklyn. We zijn één en we voeren dezelfde strijd. Er bestaat geen post-raciaal Amerika, nog niet tenminste. En mensen van mijn generatie, zwart of blank, die dit ook beseffen, hebben nog een hoop werk te verrichten. Iedere moord op een zwarte is ten onrechte; er is al te veel bloed vergoten. In de ogen van het systeem ben ik een neger. Ik kan het niet langer negeren, want het geeft reden om me te vermoorden.

@WilbertLCooper