Drugs

Ik chill met Mexicaanse kartels en onderzoek financiële criminaliteit

Bertrand Monnet is een professor met behoorlijk ongebruikelijke veldwerkparktijken.
Professor Bertrand Monnet in car with Mexican cartel members
Bertrand Monnet in Mexico. Foto met dank aan Bertrand Monnet

Bertrand Monnet is hoogleraar financieel-economische criminaliteit aan de EDHEC Business School in Lille. Maar hij is niet zoals de meeste professoren, die na elke collegedag een paar glazen rode wijn wegtikken en herhalingen van Ik Vertrek kijken.

Monnet heeft in de afgelopen tien jaar het vertrouwen van de beruchte en bloeddorstige Sinaloakartel uit Mexico gewonnen. Hij gebruikte zijn status als academicus – in plaats van journalist – om het leiderschap van de drugsbende te overtuigen hem in het kartel te laten integreren, en hij heeft de afgelopen zeven jaar elke fase van hun meest recente bloeiende industrie gefilmd: de illegale M30-fentanylhandel, die in de VS al flink heeft huisgehouden. 

Advertentie

Dit is niet zijn eerste avontuur. Hij werd gegijzeld in Brazilië, had problemen met de Yakuza in Japan en ontmoette in Italië diverse maffiosi. Zijn video’s, die voornamelijk als casestudy’s voor zijn studenten zijn gemaakt, worden ook af en toe op het internet gezet, als korte documentaires. Nogmaals, wat er in die video’s te zien is, komt niet echt overeen met de gemiddelde vrijetijdsbesteding van een hoogleraar:  zo vraagt hij herhaaldelijk aan sicario-huurmoordenaars of ze in God geloven, brengt hij hele avonden door met gezombificeerde fentanylgebruikers naast een snelweg in New York en gaat hij undercover met kartelbazen terwijl die narco-bloedgeld proberen wit te wassen via ongure vastgoedbeleggingen in Dubai. 

Monnets doel is om zijn studenten – die grotendeels verwachten na hun studie een ambitieuze zakelijke carrière te starten – te leren hoe ze crimineel geld kunnen herkennen als ze ermee te maken krijgen, en hoe ze hun professionele macht kunnen uitoefenen om te zorgen dat het niet bij het legale financiële systeem binnenstroomt. Volgens zijn onderzoek is deze sector van de criminele economie alleen al goed voor 3 procent van het mondiale bbp.

Het verbluffendste aspect van zijn werk is het niveau van vertrouwen dat er is tussen Monnet en de criminelen die hij ontmoet, iets wat hij toeschrijft aan zijn status als academicus – in plaats van een journalist die verplicht is om contact te onderhouden met de politie en autoriteiten. Ik sprak met de professor over het vreemde professionele grijze gebied waarin hij zich bevindt en de globalisering van de drugshandel.

Advertentie

VICE: Je bent al tien jaar in contact met het Sinaloakartel. Hoe is dit allemaal begonnen?
Bertrand Monnet:
Ik ben een professor bij EDHEC Business School, en financieel-economische criminaliteit is al 18 jaar lang mijn enige vak. Dat betekent niet dat ik mensen leer hoe ze criminelen moeten worden, maar dat ik studenten onderwijs over de gevaren van economische criminaliteit. Net als andere professoren die marketing of wat dan ook doceren, ben ik afhankelijk van casestudy’s – en bij economische criminaliteit betekent dat dat je het veld in moet gaan om economische criminelen te ontmoeten. Of het nou de Cosa Nostra-mensen zijn, de Yakuza in Japan, noem maar op. 

Ik begon tien jaar geleden met het kartel te werken, en heb zeven jaar geleden voor het eerst toegang gekregen. Twee jaar later maakte ik de eerste documentaire, toen filmde ik hun cocaïnelabs. Ik wilde de oorsprong van het criminele geld volgen, van het straatniveau tot aan de bankrekeningen van legale bedrijven – bedrijven waar mijn studenten mogelijk mee in zee gaan wanneer ze afstuderen. Ik leer ze om te voorkomen dat ze met deze bedrijven werken. Maar je moet ze ook overtuigen, door ze de waarheid te laten zien… waar komt dat geld vandaan?

Advertentie

Toen ik aanvankelijk aan deze documentaires werkte, zag ik fentanyl in de laboratoria. Ik begreep meteen dat het voor de drugsbendes een geldmachine was. Ik vroeg of het oké was dat ik verslag uitbracht over de fentanylproductie. En ze zeiden, "Absoluut niet, dat is onmogelijk.” Dit maakte me natuurlijk nieuwsgierig, en ik heb twee jaar lang aangedrongen en aangedrongen. Uiteindelijk werkte het.

De mate van vertrouwen die in de documentaires is echt adembenemend.
Dat is heel belangrijk. Voor journalisten is het erg riskant. In Mexico worden veel journalisten vermoord, omdat ze niet de tijd hebben om dit niveau van vertrouwen met kartels op te bouwen. Ze staan onder druk om te informeren, en dit onderwerp is in Mexico echt een crisis. Ik heb de luxe dat ik de tijd kan nemen. Culiacán is voor mij de veiligste plek op aarde, omdat ik word verwelkomd door de kartels. Ze zagen dat ik me na de eerste documentaires aan mijn woord had gehouden. Hun gezichten waren verborgen, hun stemmen veranderd. Ze dachten, “Oké, misschien ben je wel een betrouwbare man.”

In een van de documentaires arriveer je luttele seconden na de narcoticabrigade en het leger bij een schuiladres van het kartel. Hoeveel contact heb je gehad met de wetshandhaving in Mexico?
Geen. Als je met de politie praat kun je niet met de kartels praten, tenzij je het risico wil nemen dat je een kogel door je hoofd krijgt.

Advertentie

De drugshandel is nu al zo lang aan de gang dat het praktisch tot het nationale erfgoed van Mexico behoort. Waar valt de huidige incarnatie van het Sinaloakartel in deze bredere context?
Ze zijn niet het enige kartel dat fentanyl verkoopt in de VS, maar wel het belangrijkste. De opiatencrisis betekent dat het big business is.

Hoe zijn de narco’s in de omgang? Wat voor toekomstplannen hebben ze voor zichzelf? Een vredig pensioen?
Nee. Ik noem deze mensen “zakenextremisten”. Zelfs een middenmanager verdient miljoenen dollars per jaar. En ik vraag ze altijd, “Hey man, waarop stop je er niet mee? Je bent rijk, je geld zit veilig weggestopt, je zou een goed leven kunnen hebben met je familie.” Maar nee. Ze kunnen niet stoppen. Ze gebruiken cocaïne, maar hun echte drug is niet cocaïne, maar geld. Ze zijn compleet betoverd door hebzucht, en ze kunnen hun passie voor geld verdienen op geen enkele manier beheersen. Dit is voor zover ik dat begrijp, als iemand die al tien jaar in het veld werkt, de enige reden dat ze bereid zijn om zoveel mensen te vermoorden – zelfs hun eigen familie. Het geld houdt mensen op eenzelfde manier in zijn greep als fentanyl. Ze zullen alles doen om hun dosis te krijgen. 

Maar ze zijn niet gestoord, helemaal niet. Ze zijn goed georganiseerd op het niveau van kleinere clans – het kartel is een federatie van clans, zoals een coöperatieve onderneming. De clans zijn volledig onafhankelijk. Afgezien van drie dingen, waarvoor ze allemaal hun steentje bijdragen voor de financiering: toegang tot fentanyl – die met hun geld in grote hoeveelheden uit China wordt geïmporteerd – een hoge mate van corruptie, en toegang tot de machines die fentanylpillen produceren. Het is erg riskant om uit China te importeren, dus die drie dingen worden door het leiderschap in het hoofdkwartier van het kartel georganiseerd.

Advertentie

Binnen elke clan heb je mensen die gaan over het witwassen van geld. Het zijn ervaren mensen met echte financiële expertise en connecties. En de clan die ik volg in de documentaires hebben met name veel connecties in Dubai.

De ondoorzichtigheid van de regels en voorschriften in Dubai… De autoriteiten zullen daar toch wel begrijpen dat ze investeringen van illegale bedrijven zullen aantrekken, zoals de narco’s?
Precies. Dit is waarom Dubai zo aantrekkelijk is voor criminelen. De ondoorzichtigheid van Dubai is niet uniek in de wereld – er zijn veel andere belastingparadijzen die criminelen dezelfde ondoorzichtigheid bieden. Maar de autoriteiten van Dubai werken helemaal niet mee. Het is erg zeldzaam dat ze aan de eisen voldoen die worden uitgevaardigd door rechters in de VS, Europa, of waar dan ook. Als je helemaal veilig wil zijn wanneer je je geld verstopt, is het heel eenvoudig – als je geld eenmaal in Dubai is, zet het dan niet op een bankrekening, maar investeer in een gebouw. Of het nou een flat is, een bouwterrein, een hotel, een winkelcentrum… zelfs al zouden de autoriteiten van Dubai besluiten om de informatie te delen die ze over je hebben, als je geld eenmaal van de bank is en in honderd flats is geïnvesteerd, dan is het onmogelijk om te weten van wie deze activa zijn.

Advertentie

Is de drugshandel nu te internationaal om tegen te houden?
De narco’s moeten miljarden aan illegaal geld witwassen om rijk te worden – en daar moeten absoluut belastingparadijzen aan te pas komen. Het is mogelijk om de geglobaliseerde narco-economie aan te pakken door die kleine gaten in het geglobaliseerde financiële klimaat onder druk te zetten. Maar dat is de enige manier. 

Het is belangrijk om economische sancties meer te gebruiken dan wapens, helikopters en drones – of om die allebei te gebruiken. Maar de economische druk is het belangrijkst. En dit is alleen in handen van de grote staten: de VS, het VK, de EU en Canada. En tot nu toe hebben die nog geen zet gedaan.

In de documentaires stel je iedereen die je ontmoet die bij de handel betrokken is dezelfde vraag – of ze wel of niet in God geloven. Waarom? 
Na een paar jaar van les geven aan mijn studenten viel het me op dat mensen de narco’s als heel verschillend van zichzelf beschouwen. Ze zijn natuurlijk ook anders, want het zijn moordenaars. Maar de reden dat ik ze die vraag stel is om te laten zien dat ze compleet paradoxale mensen zijn. Hoe kun je in God geloven als je jaarlijks duizenden mensen laat vermoorden? De enige verklaring is dat ze mensen zijn, net als jij en ik.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE US.


Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.