FYI.

This story is over 5 years old.

Een Nummer Vol Ranke Benen En Klamme Oksels

Het leven van de wietkoning is een mooi leven

Arjans cannabisimperium is meer dan een rokerige illusie.

Op een mooie middag in mei stond Arjan Roskam op het dek van zijn jacht. Met grote snelheid voer hij door een baai, weg van de Caribische kust van Noordwest Colombia, waarbij hij een oogje hield op de lijn die hij net had uitgegooid. Arjan is 48 jaar oud, enigszins onbehouwen en met zijn één meter tachtig een echte Hollander om te zien. Hij is zo’n winnaar die het voor elkaar krijgt om zijn doelen te bereiken zonder daarbij ook maar enig compromis te sluiten, en mede daardoor wordt hij gezien als een van de meest herkenbare en controversiële figuren in de cannabiswereld. Arjan noemt zichzelf graag de “King of Cannabis”, en dat is niet geheel onterecht. We maakten een documentaire over deze man, en schreven een achtergrondverhaal dat je hieronder kunt lezen.

Advertentie

Franco Loja, hoofdkweker van de Green House Seed Company, onderzoekt een exemplaar van de marihuanasoort Limon Verde in de regio Cauca in Colombia.

Ik trok met Arjan en een paar internationale wietboeren door de bergen en jungle van Colombia. We waren op zoek naar drie bijzondere marihuanasoorten; uitzonderlijk en puur in hun soort omdat ze in genetisch opzicht nog onaangetast zijn. De soorten dragen lyrische, haast mythische namen zoals Limon Verde, Colombian Gold en Punta Roja. Van die laatste twee hadden we de dag voor onze excursie naar de jungle in een nabijgelegen groeve sporen gevonden. Arjan was door het dolle heen. Er bestaan ongeveer tweehonderd verschillende landrassen van cannabis; onbewerkte, pure soorten, die zich op een natuurlijke manier tot hun eigen ras ontwikkeld hebben. Arjan had twee van deze rassen in zijn bezit, en hij is vastbesloten ze allemaal in handen te krijgen.

Arjan gebruikt de zaadjes van zo’n ras om duizenden plantjes mee te kweken. Vervolgens selecteert hij uit de oogst de sterkste plantjes, om daarmee nieuwe, commerciële soorten te kweken. Dit is de eerste stap in een lang en ingewikkeld proces, dat er uiteindelijk voor zorgt dat jouw dealer met een uitgebreid wietassortiment aan je deur verschijnt. Overal ter wereld experimenteren commerciële kwekers met nieuwe soorten, in de hoop nieuwe smaken, effecten of kwaliteiten te ontwikkelen.

Vanaf de boot zagen we de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada de Santa Marta in de verte opdoemen. Dit gebergte strekt zich uit langs de kust van de Caribische zee en reikt tot 42 kilometer landinwaarts. De hoogste toppen steken, met een hoogte van 5700 meter, ver uit boven de rest. Het landschap is spookachtig, maar tegelijkertijd ook prachtig. De ijle lucht en het feit dat de zon er elke dag schijnt maken deze plek tot één van de meest vruchtbare ter wereld als het op cannabis aankomt. In de jaren zestig en zeventig werden hiervandaan duizenden tonnen geëxporteerd. Smokkelboten namen een noordelijke route langs de Cariben, richting de Verenigde Staten. Deze export werd de Bonanza Marimbera genoemd; een wietkoorts die van veel boeren welvarende drugsbaronnen maakte. Een kustplaats als Santa Marta, waar wij verbleven, is dan ook met drugsgeld gebouwd.

Advertentie

Onlangs schreef de Colombiaanse krant El Tiempo dat er een nieuwe goudkoorts in aantocht was. Deze aankondiging was niet helemaal terecht. De vraag naar marihuana mag dan wel exponentieel blijven groeien, ‘Colombiaans Goud’ wordt er tegenwoordig haast niet meer geproduceerd. Colombiaanse telers zijn steeds meer gebruik gaan maken van gekruiste soorten, die ontwikkeld zijn door kwekers zoals Arjan.

Waren het in de vorige eeuw nog criminele organisaties en drugskartels die rijk werden van zulke drug booms, in de toekomst zullen vooral nerds met groene vingers ervan profiteren. Neem bijvoorbeeld Monsanto: nu al een gigantisch invloedrijke kolos, die in de toekomst alleen maar meer de baas zal spelen over de biologische basis van planten. Dat is ook de reden dat iemand als Arjan zo belangrijk is in deze business. Hij staat aan het roer van het Amsterdamse Green House Seed Companydat zichzelf als de meest succesvolle speler in de wietbusiness presenteert.

Naar eigen zeggen heeft Green House Seed Company 38 Cannabis Cups gewonnen, twee keer zoveel als enig ander bedrijf. Nu een aantal landen en verschillende Amerikaanse staten legalisatie hebben aangekondigd, verwacht Arjan dat de wietbusiness zich verder zal ontwikkelen en volwassen zal worden; de vraag naar wiet zal uiteindelijk stabieler zijn. Hij zal er alles aan doen om ook op dat moment aan de top te staan. En daar hoort deze man thuis: als een van de meest vooruitstrevende figuren in de cannabiswereld dealt hij niet zomaar in drugs, maar bereikte hij zijn positie vooral door mee te bouwen aan de cultuur en de groei van de hele industrie.

Advertentie

Tijdens het vissen dronken we blikjes bier op de boot, en er gingen enorme joints rond. Arjan hield intussen de oceaan in de gaten. Ineens leek hij beet te hebben. Hij hengelde een forse, regenboogkleurige vis binnen, die we als lunch verorberden.

Het is vrijwel onmogelijk om een schatting te maken van de wereldwijde marihuanamarkt, maar men denkt dat er tussen de tien en honderd miljard euro in omgaat. Arjan beweert dat hij 25% van de handel in zaadjes beheert. Zaadjes vormen misschien een relatief klein onderdeel van de totale industrie, maar mogelijk ook het meest cruciale. Ondanks het feit dat deze cijfers niet te verifiëren zijn, heb ik van deskundige bronnen gehoord dat Arjan er met zijn schatting niet ver vanaf zal zitten. Een aardige score, als je ervan uitgaat dat er wereldwijd honderden zaadjesbedrijven zijn. Arjan beheert trouwens ook coffeeshops, een kledinglijn en een stokerij— die alcoholische dranken met cannabissmaak stookt. Maar zijn prioriteit ligt bij het creëren van nieuwe marihuanasoorten om op de internationale markt te verkopen. Het is een lucratief en enigszins exclusief marktsegment. Voor de ontwikkeling van nieuwe smaakprofielen is een zeker niveau van kennis nodig. De bioactieve stoffen in wiet—en dan vooral de cannibinoïden en terpenoïden—worden met elkaar gecombineerd, in de hoop dat dit resulteert in een marihuanasoort die nieuwe lichamelijke effecten teweegbrengt. Je kunt dit eigenlijk niet eens bestempelen als genetisch gesleutel; hier wordt gefokt. En net zoals in de wijnindustrie komt er een hoop kennis, vakmanschap en gevoel bij kijken; het is een wetenschap op zich geworden.

Advertentie

De hyperactieve Franco Lola is de hoofdkweker en zakenpartner van Arjan. Hij is 39 jaar oud en diende eerder als paratroeper in het Italiaanse leger. Hij legde me uit wat er zo mooi is aan cannabis: “Door de grote verscheidenheid is het niet één plant, het zijn er duizenden tegelijk. Bij het kweken van planten creëer je echt iets nieuws. Het is vergelijkbaar met het werk van een sterrenchef die nieuwe recepten creëert. Onze lijst met ingrediënten die we kunnen combineren en waar we mee kunnen experimenteren is haast oneindig lang.”

Het zakelijke plan van Franco en Arjan leunt op het vinden van de echt zeldzame planten. Iets dat makkelijker gezegd dan gedaan is, merkte ik tijdens onze tocht door de bergen. Wiet is in Colombia nog altijd illegaal, en de meest vruchtbare gebieden zijn vaak in handen van guerrillagroeperingen en andere gewapende bendes. Zijn naamsbekendheid en economische invloed hebben zeker deuren geopend voor Arjan, maar hij moet nog steeds door deze gevaarlijke, afgelegen gebieden reizen. Dat kan per truck of te voet, maar het is hoe dan ook een lastige reis. En dat is precies waarom Green House de concurrentie het nakijken geeft.

In de jaren zeventig en tachtig was de Caribische kust van Colombia een belangrijk gebied voor marihuana- smokkel.

Als we zitten te eten in een restaurant aan zee, vertelt Arjan over een keerpunt in zijn leven. Het geeft een verklaring voor zijn onwrikbare geloof in de plant. “Toen ik 17 was, ging ik naar het noordelijke gedeelte van Thailand. Tijdens een lange trektocht door de bergen ontmoette ik een zeer oude, bijzondere man. Hij beweerde dat hij mensen van hun heroineverslaving af kon helpen, met behulp van marihuana. Ik verbleef daar toen een week, en dacht echt dat die vent gestoord was. Maar naarmate ik er langer was leerde ik steeds meer van hem. Toen we uiteindelijk afscheid namen, gaf hij me wat zaadjes mee en zei dat ik één ding moest onthouden: ooit zouden die zaadjes regeringen omver kunnen werpen.”

Advertentie

De magische zaadjes, de mysterieuze vreemdeling – het klinkt als het verhaal van Sjaak en de Bonenstaak. Alleen is niet duidelijk wie in Arjans leven de rol van de reus speelt. Zou het de illegaliteitskwestie zijn? Of de industrie die – met haar gelobby – de macht heeft over andere gereguleerde slechte gewoontes, zoals tabak en alcohol? Of is het wellicht toch het feit dat Arjan, ondanks zijn status in de cannabiswereld, altijd een buitenbeentje geweest is?

Arjan is niet altijd een cannabismagnaat geweest. Ongeveer dertig jaar geleden begon hij met het kweken, in kelders en appartementen die in of net buiten Amsterdam gelegen waren. “We hielden gewoon van een jointje,” licht Arjan toe. “Na een paar jaar kwamen we erachter dat we niet de enigen waren. Er zijn twee miljard mensen die er ook van houden, en we hadden gewoon het geluk dat we daar destijds op inspeelden. Het was alsof we op een rijdende treinwagon sprongen, en ineens een hele trein achter ons aan hadden. Later werd die trein verruild voor een vliegtuig. En dat vliegtuig vliegt tegenwoordig heel snel.”

“En erg hoog,” voegt Franco daar aan toe. “Ja,” beaamt Arjan. “Heel erg hoog.” Arjan boekte zijn eerste successen in Nederland. In 1985

begon hij met het kweken van nieuwe wietsoorten voor Green House. Zeven jaar later opende hij zijn eerste shop. Hoewel hij niet de eerste was, heeft hij zich langzamerhand tot de leider van de lokale wietmarkt weten op te werken. Ook dient hij vaak als woordvoerder voor het coffeeshopgilde van Amsterdam. Hij heeft daarnaast het imago van zijn bedrijf weten op te poetsen, waardoor het nu ook internationaal erkend wordt. Het bedrijf draait erg goed, zo vertelt hij. Vorig jaar verkocht het ruim 400.000 pakken zaad, wat het bedrijf de belangrijkste marihuanazaadjesverkoper van de wereld maakte.

Advertentie

Het ziet ernaar uit dat het imago van Green House alleen nog maar beter zal worden. Niet in de laatste plaats omdat het kweken van wiet tegenwoordig niet meer een stiekeme bezigheid hoeft te zijn; elke hobbytuinier kan zich ermee inlaten. Het bedrijf werkt nu ook aan haar online activiteiten, zodat het bereik vergroot wordt en de merkwaarde verbetert.

Arjan Roskam is een echte baas. Hij zoekt namelijk de wereld af naar zeldzame marihuanasoorten.

Green House heeft een aantal documentaires uitgebracht over de zoektocht naar nieuwe cannabissoorten. Zo is te zien hoe Arjan met zijn crew door Malawi, Marokko en India trekt, in de hoop de ultieme high te vinden. De filmpjes laten de – soms pijnlijke – verhalen zien van arme wietboeren wereldwijd, waarbij Arjan een luisterend oor biedt. De docu’s zijn inmiddels miljoenen keren bekeken op YouTube.

Volgens David Bienenstock, voormalig hoofdredacteur van de High Times, heeft Arjan een moderne marketingstrategie ontwikkeld, passend bij zijn activiteiten. En dat is precies wat andere spelers in de industrie missen. Arjan zou een “Amerikaanse kijk” hebben op de marktwerking. Ironisch genoeg is het juist de Amerikaanse industrie die hem uitsluit. Ondanks het feit dat steeds meer staten in de Verenigde Staten legalisatie omarmen, blijft het importeren van zaadjes verboden.

“Die constante spanning tussen illegaliteit en legaliteit houdt ons scherp,” zegt Franco. Om deze spanning te doorbreken heeft Green House veel geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling. Op die manier kan het bedrijf flexibel blijven en zich snel aanpassen in het geval er zich een nieuwe wetgeving of behoefte op de markt voordoet. “We kunnen het ons niet veroorloven een specifieke eigen marktstrategie te kiezen.”

Advertentie

Arjan weet precies wanneer hij zijn kansen moet grijpen, maar dat heeft hem wel een slechte reputatie opgeleverd. Zijn concurrenten noemen hem een huichelaar, een wolf in schaapskleren. Hij zou zich voordoen als kweker, maar is eigenlijk een keiharde zakenman. Toch zou je deze aanklachten ook kunnen zien als een teken van succes, zoals dat in vrijwel elke industrie geldt.

Kwekers beschouwen zichzelf niet als drugsdealers, maar eerder als vakman, zoals bijvoorbeeld een wijnboer dat is. Er geldt een ongeschreven wet dat je product voor zichzelf zou moeten spreken, en dat de plant boven alles staat. In 1999 werd Green House bij de Cannabis Cup gediskwalificeerd in de hashcategorie wegens vermoedens van omkoping. Het heeft Arjans reputatie in de geïsoleerde wietwereld van Amsterdam geen goed gedaan. Toch is Arjan altijd onverstoord verder gegaan. Zelfs toen marihuana op de meeste plekken ter wereld uiterst illegaal was, schroomde hij niet om zijn persoonlijke stempel op het product te zetten. Hij bleef er heilig in geloven dat wiet uiteindelijk een mainstream consumentenproduct zou worden. Het getuigt van doorzettingsvermogen, maar in bepaalde segmenten van de markt wekt die eigenschap juist irritatie op.

Voorafgaand aan mijn interview met Arjan en Franco, volgde ik Arjan bij zijn tocht door Cauca, een zuidwestelijk gebied in Colombia. Hij was daar om onderzoek te doen naar een grootschalige plantage, die opgezet zou zijn door een 35-jarige man met de bijnaam El Gato, “de Kat”.

Advertentie

Die bijnaam zou te maken hebben met het zakelijk instinct van deze man. Hij groeide op in Miami maar kreeg al snel door dat er in Zuid-Amerika meer te halen viel. Hij wist in een aantal landen een grootschalig netwerk op te zetten. Op dit moment praat hij met de regering van Uruguay over een mogelijke legalisatie van marihuana. Het was duidelijk te merken dat Gato tegen Arjan opkeek; hij luisterde aandachtig naar elk woord dat over zijn lippen kwam.

Ons bezoek bleek niet zozeer in het teken van nieuwe wietsoorten te staan, maar was eerder een mooie kans voor Gato om te laten zien wat hij na de overname van het familiebedrijf allemaal bereikt had. Los van de enorme plantage die hij onder zijn hoede heeft, verkoopt hij ook zaadjes. Gato bedacht ook de naam Marimberos, wat een verwijzing is naar de Colombiaanse hoogtijdagen in de wietwereld. De plantage is overigens gewoon buiten; de planten zijn afgedekt met een immens stuk transparant plastic dat over palen van bamboe gedrapeerd is. Een snelle berekening bevestigt mijn vermoeden: Gato en zijn zakenpartner, die hij in de gevangenis leerde kennen, verdienen een flink zakcentje aan hun business. De achtduizend planten brengen ruim achttienhondenrd kilo wiet per oogst op. Dankzij het constant zonnige klimaat in Colombia zijn er per jaar drie oogsten, die in totaal zo’n 5,5 ton opleveren.

Enkele jaren geleden werden de vader van Gato en zijn twee broers door rivalen doodgeschoten. “Mijn twee broers werden neergeschoten door een paar fuckers uit Medellín, die denken dat ze de baas over anderen kunnen spelen,” vertelt Gato. “Als ze dat zouden kunnen, dan is dat niet door de kwaliteit van hun waar, maar door het excessieve geweld dat ze gebruiken.”

Advertentie

Voor Gato draait alles om kwaliteit. Hij probeert excellente wiet te kweken, want dat is zijn passie. Zo simpel is het. Wat begon als hobby werd uiteindelijk zijn werk. “Zoals een goede zanger die beroemd wordt, dat gaat vanzelf. Sommige zangers hebben een hekel aan faam, maar het hoort er toch bij. Voor wiet geldt hetzelfde.” Gato vertelt dat de moeder van zijn dochtertje hem dwong te kiezen: een leven met marihuana of een leven met haar. Nog diezelfde dag vroeg Gato de scheidingspapieren aan. “Hoe kun je verdomme klagen over wiet, terwijl je je rijke leven daar volledig aan te danken hebt? Je hebt alles te danken aan die wiet.”

Gato rekt hier de bloemige, zoete hasj uit die hij maakte door een emmer vol THC-kristallen door een vleesmolen te gooien.

Later liet Gato me zijn pakhuizen zien, waarin hij zijn product zelf droogt en bewaart. Ook was er een kleine fabriek, waar hij hasj en andere bewerkte goederen maakt. Op een goede dag schoof hij een keer een emmer vol THC-kristallen in een soort vleesmolen. Het resultaat was een kleverige, bloemachtige hasj; het leek net gesmolten chocolade. Ook vertelde hij trots over zijn nieuwe blend, Nicole’s Kush, die hij ver- noemde naar zijn dochter. Als ik het goed begrijp, zou deze soort best eens voor zijn definitieve doorbraak kunnen zorgen.

Arjan beleefde zijn doorbraak met White Widow. Deze soort dankt haar naam aan de witte gloed van de plant, die ontstaat door de vele witte haartjes die op de plant zitten. Inmiddels heeft deze variant, die wereldwijd te verkrijgen is, een legendarische status. De gebruiker zou er een intense, energieke euforie door ervaren. De smaak is kenmerkend: kruidig, met een zoete, romige finish. In 1995 won ze de Cannabis Cup, wat aanleiding gaf tot een langslepend conflict; er bestaat veel onenigheid over de vraag wie de soort ontwikkelde.

Advertentie

Het verhaal achter de ontwikkeling van White Widow is complex. Arjan beweert dat een kweker genaamd Ingmar de soort als eerste ontwikkelde, en dat Green House haar begin jaren negentig perfectioneerde. Echter, een oud-zakenpartner van Arjan claimt dat hij haar heeft uitgevonden toen hij nog werkzaam was bij Green House. In 1998 verliet deze Scott Blakey, een Australiër, het bedrijf. Hij nam toen de eerste generatie gestabiliseerde planten van White Widow mee. Tegenwoordig is Scott vooral bekend als “ShantiBaba”, en heeft hij een bedrijf dat Mr. Nice Seed heet. ShantiBaba is vrij genadoloos in wat hij allemaal beweert over Arjan. Hij wil Arjan niks van de eer voor de ontdekking van White Widow en haar talloze onderscheidingen laten opstrijken. Dat het White Widow-debat voortduurt komt mede voort uit het feit dat de wietmarkt niet of nauwelijks gereguleerd is. Patenten en ‘intellectueel eigendom’ zijn nog niet van toepassing in deze industrie, waardoor geen van beide partijen in staat is geweest een rechtszaak aan te spannen. Het is meer een reputatiekwestie, die gevoed wordt door de opgeblazen persoonlijkheden die erbij betrokken zijn.

Arjan praat zelden over kritiek op zijn werk en persoon, en als hij wel praat is hij erg venijnig. In 2011 plaatste hij een extreem lange post op het forum van International Cannagraphic. Daarin viel hij ShantiBaba aan, die hij een huckster noemde. Het stuk sloot hij af met een bespreking van de verkoopcijfers van zijn Green House: “Green House heeft tot wel vijftig procent van de markt in Nederland, Spanje, Engeland en Italië in handen. In de meeste shops geldt dat er tegenover elk verkocht pakje van Green House één pakje staat van alle andere merken samen. Bel een willekeurige shop in Spanje, of vraag het aan een grote distributeur als Basil Bush of PlantasurDan krijg je een idee hoeveel we verkopen, hoeveel meer dan Shantiblabla.”

Advertentie

We vonden de Punta Roja op een uitzonderlijk mooie middag, in een vallei op een paar uur buiten Santa Marta. De logistieke planning van onze trip was nogal overweldigend geweest, maar de unieke vondst deed ons meteen alle ellende vergeten.

We inspecteerden ongeveer honderd planten, die Arjan en Franco vanwege hun dunne bladeren en smalle knoppen aanwezen als ‘pure’ hennepsoorten. Franco legde alles uit: het belang van de knopafstand tussen de takken, en de rijping van de zaadjes. Toen we tegen een bijzonder fenotype aanliepen was hij erg blij en verrast. Enthousiast lieten we alledrie onze handen door de rauwe, plakkerige, enigszins naar pijnboom ruikende knoppen gaan. We waren verrukt over de vondst van deze prachtige, nieuwe planten, waarvan we de zaadjes mee naar Amsterdam konden nemen.

Arjan laat de zaadjes van de Punta Roja zien, die zijn team en hij vonden in de buurt van Santa Marta in Colombia.

“Met dit pure materiaal kan ik weer gaan kweken. Ik kan het gebruiken om nieuwe soorten te ontwikkelen zodat we de Cannabis Cups weer kunnen winnen,” zei Franco. “Ze zullen mensen rijk maken, gevangen zetten, levens veranderen. En dat is precies waarom ik dagelijks wakker word met een lach op mijn gezicht.” Hij richtte zijn gebruinde gezicht naar de lucht boven ons, en schreeuwde: “We hebben zaadjes, man!”

Arjan rende de heuvel af en begon de planten kaal te plukken. Hij stopte alles in kleine plastic zakjes. Wildenthousiast oreerde hij over de toekomst van de industrie, over dat er binnenkort beperkende eisen zullen komen voor het THC-gehalte van (commerciële) marihuana. Ook dacht hij dat de smaak steeds belangrijker zou worden, ten koste van de lichamelijke effecten. Door de vondst van een niet eerder ontdekte soort zou het makkelijker zijn om hier op in te spelen.

De ontdekking van nieuwe zaadjes is pas het begin van Arjans echte werk. Bij terugkomst in het lab zullen Franco en Arjan ze planten, om daar later de beste planten uit te pikken, waarvan vervolgens ook de beste zaadjes geplant zullen worden. Dit proces zal tig keer herhaald worden, tot ze het ideale resultaat hebben. Uiteindelijk zullen er uit deze zaadjes zo’n tienduizend planten groeien. Daarbij is het zaak dat alle factoren, zoals bijvoorbeeld de bloeitijd en weerstand tegen schimmel, zoveel mogelijk geoptimaliseerd worden. Over vijf jaar kunnen unieke eigenschappen van het ras uiteindelijk weer dienen als basis bij de ontwikkeling van een geheel nieuw ras.

Maar ook als de nieuwe soort geen succes blijkt te hebben bij de consument, zal Green House de lijn in leven houden. Op basis van de eigenschappen van de moederplant kan het bedrijf alle soorten catalogiseren. Dat is handig, bijvoorbeeld als een groot farmaceutisch concern op zoek is naar een specifieke soort. In 2003 betaalde Bayer bijvoorbeeld meer dan dertig miljoen euro voor de rechten op Sativex. Dit middel wordt gemaakt van marihuana, en wordt onder meer ingezet voor de verlichting van spasmes.

Arjan en zijn compagnons beseffen maar al te goed dat ze in een gevaarlijke wereld werken, waar een hoge inzet niet per se en direct loont. Maar ze geloven in een wereld waarin marihuana dezelfde legale status heeft als wijn, en dat leidt tot misschien wel de mooiste beloning. Laten we trouwens vooral niet vergeten dat de avonturen van Arjan en Franco van onschatbare waarde zijn.

“We weten allemaal dat binnen twintig jaar alles legaal zal zijn. We houden gewoon onze opties open, en zijn constant op zoek naar nieuwe sleutels tot succes. Het blijven ontdekken van nieuwe rassen is daar een belangrijk onderdeel van.”

Dat deze benadering van succes werkt bleek tijdens onze reis door Colombia. Arjan en zijn team vonden de drie rassen waarnaar ze op zoek waren geweest. Ondanks dat Arjan zijn verhaal graag opleukt met persoonlijke anekdotes – zijn oom Peter zou een grootse aardappelboer geweest zijn – ziet Arjan zichzelf graag als een bescheiden man.

“Ik wil nog steeds vooral gewoon een beetje blowen op mijn kamer, omringd door planten.” zei Arjan. “Ik geniet als ik zie dat mijn planten groeien, want dat is het belangrijkste. Ik ben een echte boer.” Toen nam hij een trekje van zijn joint, en voegde daar aan toe: “Met grote ambities.”