FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

We kunnen vreselijk rijk worden van het water op voorbijvliegende asteroïden

“We zouden het geweldig vinden om alle materialen aan te leveren voor het bouwen van steden in de ruimte.”
Beeld: Bryan Versteeg / Deep Space Industries

Het heelal is een goudmijn. Elk jaar vliegen er duizenden asteroïden en meteoren langs de Aarde, vol met waardevolle metalen zoals goud, platina, nikkel en ijzer. Maar Daniel Faber, directeur van het asteroïde mijnbouwbedrijf Deep Space Industries, is minder geïnteresseerd in het ruimtegoud dan in een andere grondstof die kan worden gewonnen in de ruimterotsen: water.

Toen Deep Space Industries in 2012 werd opgericht, was het doel om grondstoffen uit de ruimte te winnen die niet in grote getalen op Aarde aanwezig zijn. Helaas bleken investeerders niet erg geïnteresseerd om geld uit te geven aan experimentele ruimtemijnen, terwijl er al productieve mijnen op Aarde waren – en zelfs als ze geïnteresseerd bleken, bestond de technologie om het uit te voeren nog niet.

Advertentie

Dus toen Faber de directeur van Deep Space Industries werd in 2014, richtte het bedrijf haar pijlen op het ontwikkelen van de technologie om ruimte-mijnbouwindustrie te lanceren, in plaats van te proberen om rechtstreeks op asteroïden te springen. Met andere woorden, Deep Space Industries werd een astroïde mijnbouwbedrijf, zonder mijn.

De eerste klus van Deep Space Industries was het ontwikkelen van technologie om mijnbouw in de ruimte echt mogelijk te maken. Deze technologie zal vervolgens worden gebruikt om de eigen ambities op het gebied van mijnbouw in de ruimte te verwezenlijken, en daarnaast wordt de technologie verkocht aan andere bedrijven. Het eerste product, een energiezuinige aandrijving die op water draait, was in juni af. Deep Space Industries heeft al drie aandrijvingen verkocht aan andere bedrijven en zal een vierde monteren aan het Prospector-1 ruimtevoertuig, die wordt gelanceerd naar een lage baan om de aarde aan het eind van 2017 om de technologie aan boord te testen.

De Prosepctor-1. Beeld: Bryan Versteeg / Deep Space Industries

"We hebben een aandrijving ontworpen die alleen maar water gebruikt," vertelde Faber aan Motherboard tijdens de International Astronautical Congress. "Op die manier creëren we een technologie die grondstoffen van een asteroïde gebruikt. Mensen denken dat ze een aandrijving kopen, maar eigenlijk worden ze verslaafd aan water."

Deep Space Industries rekent erop dat water de belangrijkste koopwaar wordt in de toekomstige ruimte-economie. Niet alleen voor de consumptie bij bemande ruimtemissies naar Mars en de Maan, maar het zal ook in grote hoeveelheden nodig zijn als brandstof van de voertuigen die ze naar deze bestemmingen zal brengen – zowel als vloeibaar water (zoals bij de Prospector-1), de bron van methaan en vloeibare zuurstof (voor Musk's Mars plannen), of de bron voor vloeibare zuurstof en vloeibare waterstof (voor Lockheed's Mars Base Camp).

Advertentie

Hoewel het in theorie mogelijk is om water van de Aarde te gebruiken als brandstof voor de voertuigen, is het ontzettend duur om dit te doen – momenteel kost het ongeveer €9.000 om een pond aan lading naar de lage baan om de Aarde te lanceren. De hoge kosten om water te vervoeren naar de ruimte zorgen ervoor dat als Deep Space een manier kan vinden om water uit Asteroïden te winnen, de waarde van dit water ongeveer €5.900 per liter is. Deep Space Industries streeft ernaar de prijs van deze ruimtelijke grondstof te verlagen, maar zoals Faber zegt, "in de ruimte is water waardevoller dan platina."

Uiteindelijk wil Deep Space Industrie, volgens Faber, de mijnbouw wel uitbreiden naar metalen.

"We zouden het geweldig vinden om alle materialen aan te leveren voor het bouwen van steden in de ruimte," vertelt Faber.

Maar voordat het bedrijf eenmaal zover is, moet er nog veel werk gebeuren. Als we ervan uitgaan dat de testvlucht van de Prospector-1 in 2017 goed gaat, dan is de volgende stap om het voertuig naar een echte asteroïde te sturen. Daar zal de Prospector onderzoek doen naar cruciale aspecten van het ontwikkelen van de ruimte-mijnbouw, zoals de materialen waar een asteroïde allemaal uit bestaat en hoe moeilijk het is om hierin te boren. Als deze antwoorden zijn gevonden kan Deep Space Industries beginnen aan het ontwikkelen van de technologie om ook daadwerkelijk metalen te winnen uit de asteroïde, iets wat ze hopen te bereiken in 2020.

Advertentie

Beeld: Bryan Versteeg / Deep Space Industries

Een aantal niet-technische obstakels blijven ondertussen in de weg liggen. Een van grootste uitdaging voor Faber en zijn collega's is investeerders ervan overtuigen dat het exploiteren van mijnen op asteroïden de moeite waard is. Door recente ontwikkelingen op juridische en commerciële gebieden wordt dit wel steeds makkelijker.

Een van de grootste belemmeringen voor mijnbouw op asteroïden waren de juridische problemen. Zoals artikel II van het VN ruimteverdrag uit 1967 stelt, is het niet mogelijk om "het heelal, inclusief de Maan en andere hemellichamen, als natie toe te eigenen."

Wat je je hierbij af kunt vragen is of dit ook geldt voor commerciële toe-eigening. Mijnbouwbedrijven zoals Deep Space Industries en Planetary Resources gaan ervan uit dat hun activiteiten legaal zijn omdat ze niet expliciet worden verboden in het verdrag.

In de afgelopen maanden is dit idee versterkt door Luxemburg en de Verenigde Staten, waar wetten werden aangenomen die mijnbouwbedrijven toestaat om de legale eigenaar te zijn van materialen die uit de ruimterotsen worden gehaald. Hoewel dit niet hetzelfde is als een legalisering op internationaal niveau bij de VN, hoopt Faber dat er meer landen zoals de VAE en Mexico (een Mexicaans bedrijf tekende een memorandum van overeenstemming met Deep Space Industries bij het Astronautical Congress) toetreden, waardoor de internationale gemeenschap zal volgen.

"Overheden beginnen ook door te krijgen dat het tijd is [om te beginnen met exploiteren van asteroïden]," vertelde Faber aan

Motherboard

. "De ruimte is niet van een land. We zien dit echt als een internationaal streven."