FYI.

This story is over 5 years old.

Het Wat Kijk Je Naar Dit Nummer

Andres Serrano’s Cubaanse Odyssee

We hadden nog geen idee wat Andres Serrano allemaal uitspookte toen we afgelopen zomer ineens gebeld werden door een producer die ons vroeg of we misschien voor drie weken met Adres mee wilden reizen naar Cuba, waar hij probeerde om Fidel Castro voor...

Alle foto's door Andres Serrano.

Andres Serrano is waarschijnlijk vooral bekend omdat hij op Jezus Christus plaste – of eigenlijk een plastic crucifix in zijn urine doopte en daar foto’s van maakte. Dit kunstwerk, dat hij in 1987 maakte en Piss Christ doopte, is een van de beroemdste controverses uit de geschiedenis van de moderne kunst. Christenen waren razend door deze heiligschennis onder het mom van creativiteit, en het feit dat hij subsidie voor zijn werk ontving – dus ook voor Piss Christ – leverde hem de nodige doodsbedreigingen op. Tot op de dag van vandaag veroorzaakt het kunstwerk nog veel ophef in de steden waar het tentoongesteld wordt en proberen mensen het vaak te vernielen. Andres heeft in de loop der jaren uiteraard veel andere kunst gemaakt, waaronder beelden die voor de albumhoes van Metallica gebruikt zijn, maar er wordt in kunstgeschiedenislessen over de hele wereld nog altijd vooral over zijn oude werk gesproken.

Advertentie

We hadden geen idee waar Andres tegenwoordig mee bezig was, totdat we deze zomer opgebeld werden door Dahlia Heyman, een regisseur waarmee we een film aan het maken waren. Ze vroeg ons of we Andres wilden vergezellen op zijn drie weken durende trip naar Cuba, waar hij wilde proberen foto’s te maken van de normaal gesproken cameraschuwe Fidel Castro. Dahlia begon te vertellen dat hij van plan was om binnen drie dagen te vertrekken, maar we hadden al ja gezegd voordat ze het idee verder kon toelichten.

De volgende dag ontmoetten we Andres bij hem thuis, in de West Village. Zijn huis was ingericht als een gotische kathedraal – hij had zelfs kerkbankjes en opgezette vleermuizen en katten. We giechelden als schoolmeisjes toen hij ons liet poseren om verschillende lichtopstellingen die hij op Cuba wilde gebruiken te testen. We waren iets minder enthousiast toen we een paar dagen later op Cuba waren en zijn apparatuur in de felle zon door de drukke straten van Havana moesten slepen, snakkend naar een druppel water. Tijdens de trip vonden we onszelf terug op achterbanken van Chevrolets uit 1950, in riksja’s, mortuaria, ondergrondse homobars en op reggeaton-feesten. Andres heeft El Comandante uiteindelijk niet op de gevoelige plaat vast weten te leggen, maar heeft het wel voor elkaar gekregen om in een paar weken tijd naar het lijkt het hele land te documenteren. We vergezelden hem toen hij de huizen van Cubanen van elke rang en stand bezocht – en kwamen zo zelfs bij familieleden van Castro over de vloer.

Advertentie

We hopen dat het werk dat hij op Cuba maakte – dat ook in boekvorm zal worden uitgeven – de wereld laat zien dat hij meer is dan alleen maar die ene van Piss Christ. We interviewden hem een aantal maanden na terugkomst in de VS, om meer te weten te komen over zijn beweegredenen voor dit avontuur.

VICE: Waarom besloot je Cuba te fotograferen? 

Andres Serrano: Mijn moeder is geboren in Key West, Florida, maar ze groeide op Cuba op en keerde pas op haar twintigste terug naar de VS. Bij terugkomst sprak ze alleen Spaans, en ze heeft nooit de moeite genomen om Engels te leren. Ik ben in New York geboren en groeide zelf ook op met de Spaanse taal. In de jaren vijftig, waarin ik opgroeide, kon je woorden als Cuba en Castro beter niet gebruiken, en het was ook niet slim om te zeggen dat je iets met Cuba te maken had. De Rooien – Cuba, China en Rusland – waren onze vijanden. Nu is Cuba de enige die nog op die lijst staat.

Was je nog nooit naar Cuba geweest? Zelfs niet op vakantie?

Ik reis alleen voor mijn werk. Als ik naar Cuba had willen gaan enkel omdat ik Cuba wilde bezoeken, was ik al lang geleden gegaan. Maar ik had geen interesse om naar Cuba te gaan, totdat ik het plan kreeg om daar te werken. Ik nam toen contact op met Jorge Fernandez, de directeur van de Biënnale van Havana en van het Centro de Arte Contemporáneo Wifredo Lam. In het verleden had hij me al eens uitgenodigd om deel te nemen aan de biënnale, maar toen vonden mijn galerieën het niet interessant om mijn werk daarheen te sturen. Ik vond nu dat het tijd was om naar Cuba te gaan, dus vroeg ik Jorge of ik nog mee mocht doen. Hij zei ja, waarop ik hem wat werk van mijn studio toestuurde, en bereidde me voor op de reis. Ik wist dat ik daar niet alleen voor de biënnale heenging – het belangrijkste was dat ik een groot project op Cuba kon doen.

Advertentie

Mijn relatie met de wereld, als kunstenaar, is gevormd door mijn werk. Ik had heel lang gewacht om te gaan, en had grootse plannen. Ik wilde zoveel als ik kon van Cuba vastleggen. Ik was er zes weken, en heb zeven steden bezocht, begaf me van de ene kant van het land naar de andere. Ik had meer dan zevenhonderd filmrolletjes meegenomen, en heb uiteindelijk duizenden foto’s gemaakt.

Was het wat je er na al die jaren van had verwacht?

Het was nog beter. Ik wist niet wat ik kon verwachten. Het oversteeg al mijn verwachtingen.

Was het daar moeilijker om mensen bereid te krijgen ze te fotograferen dan op andere plekken waar je gewerkt hebt? 

Het was een stuk makkelijker. Iedereen heette me met open armen welkom. Waar anders op de wereld nodigen mensen je meteen bij hen thuis uit, en zeggen ze: “Kom binnen, doe wat je wilt, dit is jouw huis”? Ik heb gewerkt in Boedapest, Rome, Amsterdam, New Orleans, Atlanta – ik voelde me op die plekken ook thuis, maar nergens zoveel als op Cuba. Dat komt doordat ik Spaans spreek, en een beetje Cubaans bloed heb.

Is dit in vergelijking met je voorgaande werk een meer journalistiek project? 

Ik zou zeggen dat het een onderzoeks- en verkenningswerk is. Mijn foto’s van doden in The Morgue of The Klan of mijn foto’s van daklozen in de jaren negentig in Nomads waren gemaakt in een soort studio, met lichtapparatuur en een decor. De studio was een mortuarium, en later de metro waarin ik daklozen fotografeerde, of buitenlocaties in Nederland die ik gebruikte voor A History of Sex. Toen ik op Cuba aankwam besefte ik dat ik me niet hoefde te beperken tot een studio. Ik heb daar wel wat studiowerk gedaan, voor portretten en naakten, maar voor de rest nam ik mijn camera en mijn lichten mee naar de huizen van mensen, of de straten op. Zo maakte ik van Cuba één grote studio.

Advertentie

Wat was het meest onverwachte deel van je reis? Ben je ergens door verrast?

Wat me het meest verraste was denk ik het gemak waarmee ik op Cuba kon reizen en werken. Ik heb veel werk gemaakt, heb veel mensen ontmoet, en kon naar veel plekken toe zonder enige beperking. Een paar keer heb ik zelfs toestemming gekregen om een foto te maken van een slapend persoon, in diens eigen huis. Het interssantste was wel mijn bezoek aan Mercado Unico, de grote markt in Havana, waar een koopman levende kippen en hanen verkocht. Ik wilde hem niet op de markt fotograferen, dus nam ik hem mee naar de studio. Ik had een studio opgezet bij Martha Obregon, die een bed en breakfast runt in het centrum van Havana. Daar verbleven mijn assistent Sean McCormick en andere vrienden die met me meegereisd waren. Ik zei tegen Sean: “Laten we de auto halen, ik neem deze man mee naar de studio.” Waarop Sean vroeg: “Denk je dan dat Martha het okay vindt als je die man en zijn hanen mee naar haar huis neemt?”

Het was nooit in me opgekomen om het eerst te vragen, maar door Sean besefte ik dat ik beter eerst kon bellen. Dus ik belde naar het huis en Maria, Martha’s zus, nam op. “Maria,” zei ik, “er is hier een man die kippen verkoopt en ik vroeg me af of ik hem en zijn hanen mee mag nemen naar het huis om wat foto’s te maken?” Waarop Maria antwoordde: “Jij bent de koning hier, je mag doen wat je wilt.” Ik heb daarna nooit meer toestemming gevraagd als ik iemand naar een studio mee wilde nemen.

Advertentie

Hoe probeerde je met Fidel in contact te komen?

Toen ik op Cuba aankwam deed ik wat interviews op de radio en tv. Ik werd ook door de staatstelevisie geïnterviewd, de zender waar iedereen op Cuba naar kijkt. De interviewer vroeg me wat ik wilde fotograferen op Cuba, waarop ik antwoordde dat ik alles en iedereen wilde fotograferen, voor zover dat kon. Ik zei ook dat ik mensen van alle klassen en standen wilde fotograferen, van Raúl [Castro, Fidels broer en de huidige president van het land], de beroemdheden, de intellectuelen, tot de mensen op straat. “En Fidel dan?” vroeg ze me. “Wil je Fidel niet fotograferen?” Ik keek haar aan, met een glimlach, en zei: “Ik wilde het eigenlijk niet zeggen, maar ja, ik ben hier voor Fidel heengekomen.” Daarna vroegen de mensen op straat me steeds of ik Fidel al te pakken had. Daarop was mijn antwoord altijd “nee, nog niet,” en dan zeiden zij weer: “Veel succes, ik hoop dat het je lukt.”

Een van de mensen die ik heb gefotografeerd was Mariela Castro, de dochter van Raúl. Ze is een activist voor homo- en transgenderrechten. Ik vroeg haar net voor Vaderdag of ze haar vader kon vragen of ik een foto van hem mocht maken. Ik belde haar later op en zei: “Gisteren was het Vaderdag, ik weet dat je je vader gezien hebt. Heb je hem gevraagd of ik een foto van hem mag maken?” Ze antwoordde: “Ik heb het gevraagd, maar hij zei dat hij het zo druk heeft dat hij nog niet eens de tijd heeft kunnen vinden om het presidentiële portret te laten maken.” Ik zei dat ik dat wel wilde doen, waarop ze moest lachen.

Advertentie

Ik heb ook foto’s van Alex Castro, de zoon van Fidel en ook fotograaf, gemaakt. Ik belde Alex dezelfde dag op met dezelfde vraag. Hij zei: “Ik heb hem de brief gegeven die je me hebt gestuurd. Hij keek ernaar en zei niks. Hij keek gewoon de ruimte in. Dat doet hij vaak.”

Je werk is altijd heel erg controversieel geweest. Denk je dat deze foto’s ook weer oproer zullen veroorzaken, misschien niet eens om de inhoud maar gewoon omdat jij ze hebt gemaakt? 

Cuba is controversieel omdat het Cuba is. Ik zie mijn werk altijd als een spiegel: iedereen ziet erin wat ze willen zien. Als mensen controverse willen zullen het vinden, ook al is het helemaal niet zo bedoeld.

Alle foto's zijn gemaakt door Andres Serrano.

Bekijk ook Serrano Shoots Cuba, Alexandra en Natalia’s documentaire over de reis die Andres maakte.