Portretten en verhalen uit het meest mensonterende opvangkamp van Nederland

FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Portretten en verhalen uit het meest mensonterende opvangkamp van Nederland

De Syrische fotojournalist Mohammad Abdulazez sprak de mensen in Heumensoord – het grootste en erbarmelijkste opvangkamp van ons land.

De Iraanse Sahar Takand (24) verblijft al een tijdje in Heumensoord

Van alle Nederlandse opvangkampen voor vluchtelingen is Heumensoord, in de bossen bij Nijmegen, een van de beroerdste plekken om terecht te komen. Sinds oktober vorig jaar brengen drieduizend asielzoekers er de dagen door, maar de situatie is er mensonwaardig, zo zegt zowel de Nationale ombudsman als het College voor de Rechten van de mens.

In de grootste opvanglocatie van Nederland is geen privacy, dagbesteding en leefgeld, en dat is schadelijk voor de gezondheid en veiligheid van asielzoekers, zo concluderen ze. Aanleiding om er een kijkje te nemen waren klachten en protesten van de mensen in het kamp. Inmiddels is er besloten dat de opvang op 2 mei leeg moet zijn en dat de bewoners ergens anders moeten worden ondergebracht.

Advertentie

Mohammad Abdulazez, uit Syrië, is een van de mensen die in het kamp zit. Er mag geen pers naar binnen, maar Mohammad is zelf freelance fotojournalist en stelde voor om een stuk voor ons te maken over de mensen in het kamp.

Hij vroeg zes jonge vluchtelingen naar hun leven voor het kamp, de slechtste en meest positieve kanten aan het kamp, wat ze zouden doen als ze duizend euro mochten besteden om de situatie in het kamp beter te maken, of ze op de hoogte zijn van alle protesten tegen vluchtelingen, en hun hoop voor de toekomst.

Husam Aldin Zidan, 22 jaar oud, uit Syrië

Husam woonde en studeerde in Damascus. Tot zijn zestiende zat hij in een lokaal voetbalteam voor junioren. Nadat hij zijn middelbareschooldiploma had gehaald, ging hij informatietechnologie studeren aan de universiteit van Damascus. Hij werkte ook in een elektronicazaak om zijn studie te kunnen betalen. Door de oorlog in Syrië werd hij uiteindelijk gedwongen om het land te verlaten. Hij reisde naar Turkije, en kwam vanuit Turkije naar Nederland.

"Het ergste aan het kamp is dat de wc's stinken en vies zijn. En er zitten veel mensen van verschillende nationaliteiten en achtergronden bij elkaar op een klein oppervlak. Het is lastig om maandenlang op zo'n plek te moeten leven, met een gebrek aan privacy en weinig tot geen informatie over mijn procedures. Het beste aan het leven in het kamp is dat ik een paar mensen heb leren kennen die mijn vrienden zijn geworden."

Advertentie

"Als ik duizend euro had, zou ik het aan een paar mensen in nood geven. Vluchtelingen die nog geen verblijfsvergunning hebben krijgen geen geld en mogen niet werken. Maar weinig mensen hebben nog iets over van het geld dat ze gespaard hadden voor de reis; de meesten hebben niks meer tegen de tijd dat ze hier aan komen. Ik zou de duizend euro verdelen en het aan een paar mensen geven die het dringend nodig hebben om iets te kopen."

"Ik heb gehoord over de demonstraties tegen vluchtelingen, en dat vond ik erg vervelend en teleurstellend. Voordat ik hier kwam zag ik op tv dat Europeanen demonstreerden om vluchtelingen te verwelkomen, en dat moedigde me aan om te komen. Ik dacht dat ik hier welkom zou zijn. Maar na de demonstraties tegen vluchtelingen weet ik dat niet meer zeker."

"Ik hoop dat ik in Nederland kan blijven en een rustig leven kan leiden. En dat ik door kan gaan met mijn studie Information Engineering nadat ik Nederlands heb geleerd. Ik hoop ook dat ik mijn familie naar Nederland kan halen."

Gashin Kaboudvand, 29 jaar oud, uit Iran (ze wilde liever niet met haar volledige gezicht in beeld)

Gashin is geboren en opgegroeid in Iran, en studeerde architectuur aan de universiteit. Omdat ze afwijkende religieuze overtuigingen had, en daar ook over sprak met haar vrienden en familie, moest ze uiteindelijk vluchten. "Angst voor de autoriteiten was een constant onderdeel van mijn leven," zegt Gashin. Ze verliet Iran en kwam naar Nederland. Momenteel verblijft ze in de noodopvang Heumensoord in Nijmegen.

Advertentie

Het ergste aan het leven in het kamp is volgens Gahin dat "degenen die de leiding hebben over het kamp niet alle vluchtelingen gelijk behandelen. Alle bordjes en de informatie zijn in het Arabisch, Engels en Tigrinya [dat in Eritrea wordt gesproken, red.] Maar niet in Farsi! Niet alle mensen hier spreken Engels. Daarbij is er geen privacy. Het leven is zwaar in het kamp, vooral voor vrouwen."

"Het beste aan het kamp is dat er veel kinderen zijn, die lachen en spelen waar ze ook zijn. Als ik hen zie spelen geeft dat me veel vreugde. Er komen ook wel Nederlandse vrijwilligers naar het kamp om te helpen met allerlei dingen, en ik ben ook bevriend met een paar van hen. Dat is ook een goed ding!"

"Als ik duizend euro kreeg, zou ik heel veel eten en fruit kopen en dat verdelen onder een aantal mensen in het kamp."

"Ik ben me bewust van de demonstraties tegen vluchtelingen en daar ben ik verdrietig over. Ik verliet mijn eigen land omdat ik me er niet welkom voelde. En nu ben ik niet welkom in het land waar ik naartoe ben gevlucht. Ik denk dat mensen moeten weten dat we hier zijn omdat we geen normaal leven kunnen leiden in onze eigen landen. We zijn hier niet voor het geld of de huizen! We kunnen werken en ons eigen geld verdienen, we willen alleen maar veilig zijn. Ik hoop dat het leven na het kamp meer stabiel en ontspannen is. Ik wil doorstuderen en leven zonder angst. Ik hoop dat iedereen in het kamp rust krijgt en snel gelukkig wordt."

Advertentie

Rami Toky, 20 jaar, uit Afghanistan

Rami is geboren en opgegroeid in Afghanistan. Hij ging naar de middelbare school, en wilde daarna studeren. Ook hielp hij zijn vader in de supermarkt die van hem was. Hoewel er officieel geen oorlog is in Kaboel, maakten de regelmatige aanvallen van de taliban het leven er erg onveilig. De zus van Rami woont in Nederland, daarom besloot hij hierheen te komen.

"Het slechtste aan het leven in het kamp is het eten, en dat er geen inkomen is en we niet mogen werken. Het beste ding aan het kamp is dat er goede mensen werken voor het COA, die vriendelijk en behulpzaam zijn en makkelijk in de omgang."

"Als ik duizend euro zou krijgen, zou ik wat goed eten kopen voor een paar van de kinderen in het kamp, of voor een oude man die me aan mijn vader doet denken, of voor een zwangere vrouw die voor twee moet eten."

"Ik weet dat er demonstraties zijn geweest. Maar aan de andere kant doen de mensen die vluchtelingen wel verwelkomen veel moeite om dat te doen, dus ik denk dat hun stem uiteindelijk luider zal zijn."

"Als ik uit het kamp weg mag, wil ik studeren en sociaal werker worden. En hoop ik dat ik een stabiel leven kan leiden in Nederland met mijn familie."

Raed Kadim Ali, 20 jaar oud, uit Irak

Raed is geboren en opgegroeid in Irak, en begon na de middelbare school aan een rechtenstudie. Hij werkte in een kledingwinkel om zijn studie te kunnen betalen. Zijn leven was al lastig door de huidige situatie in Irak, maar werd nog lastiger toen hij verliefd werd op een meisje uit een soennitische familie. Hij vroeg haar ten huwelijk, maar haar vader weigerde omdat Raed een sjiiet is. Bovendien kwam IS steeds dichterbij Bagdad, en maakte dat hem bang. Hij is nu zes maanden in Nederland.

Advertentie

"Het ergste aan het leven in het kamp is het kamp zelf. Het kamp is net een gevangenis. De stad is een paar kilometer ver weg, we hebben geen inkomen, we hebben geen werk, we hebben niets te doen. Ik verveel me constant. Het beste aan het kamp zijn de vrienden die ik hier heb gemaakt. Ik heb veel mensen leren kennen uit verschillende landen en ben met ze bevriend geraakt."

"Als ik duizend euro had, zou ik sigaretten kopen en die aan alle rokers geven die geen geld hebben. Ik rook zelf ook, dus ik weet hoe het is om niet te kunnen roken."

"Ik weet dat er demonstraties zijn, en vind dat moeilijk om te accepteren. Ik ben nu in de EU, waar er plek hoort te zijn voor mensen die een reden hebben om hun land te verlaten. En nu na de demonstraties, vooral die in Arnhem, kan ik het niet aan om in een land te zijn waar ik niet welkom ben. Dus heb ik besloten om terug te gaan naar Irak. Ik heb de IND gevraagd of ik terug mag gaan, en mijn vlucht naar Turkije is aanstaande maandag."

"Ik ga terug naar mijn familie in Irak en hoop dat ik daar veilig zal zijn. En ik hoop dat alle mensen in het kamp een veilig en stabiel leven hebben."

Sahar Takand, 24 jaar oud, uit Iran

Sahar is geboren en opgegroeid in Iran, en studeerde wiskunde in Teheran. Sahar is dol op dansen en droomde er altijd van om danser te worden, maar omdat dansen in het openbaar in Iran verboden is, moest ze dat altijd stiekem thuis doen. Nadat haar moeder, een professor, een krantenartikel schreef over religie en de Iraanse regering niet tevreden was met de inhoud daarvan, begonnen leden van de religieuze politie haar op straat te achtervolgen, lastig te vallen en te bedreigen. Daarna besloten Sahar en haar moeder om te vertrekken. Ze kwamen in oktober vorig jaar in Nederland aan.

Advertentie

"Het eten hier is erg slecht. En de toiletten en douches zijn heel vies en stinken, en alle vrouwen hebben hierdoor infecties opgelopen. Het beste aan het kamp zijn de vrienden die ik hier heb gemaakt. En de vriendelijke Nederlandse vrijwilligers en een paar aardige mensen die voor COA werken."

"Als ik duizend euro had zou ik iets kopen om het wifi-signaal in het kamp te verbeteren. Want mensen moeten nu uit hun bed komen en naar de grote zaal gaan om verbinding te krijgen."

"Ik weet dat er demonstraties zijn. Het is natuurlijk hun recht om hun mening te uiten, zelfs als die mening tegen ons gekeerd is. Maar ze moeten weten dat vluchtelingen geen slechte mensen zijn, en dat wij niet hier zijn om hen boos te maken. Ik wou dat ik kon praten met alle mensen die tegen ons demonstreren, zodat ik tegen hen kan zeggen: 'Ik hou van jullie allemaal en ik ben geen slecht mens.'"

"Na het kamp hoop ik een stabiel leven te kunnen leiden met mijn moeder. En door te gaan met mijn studie Wiskunde. En ik wil danser worden."

Mohammad Majed Alsyoufy, 23 jaar oud, uit Syrië

Mohammad is opgegroeid in Damascus. Na de basisschool ging hij niet meer naar school, maar werkte hij voor zijn vader, die een succesvolle zakenman is, bij zijn bouwbedrijf. Hij had een comfortabel leven, al gingen de afgelopen paar jaar de zaken een stuk minder goed door de burgeroorlog. Nadat hij bijna vijf jaar lang doorbracht tussen de bombardementen en gevechten, besloot Mohammad om Syrië te verlaten en naar Nederland te komen.

"Het slechtste ding aan het kamp is de manier waarop het COA omgaat met vluchtelingen. En ook de manier waarop de vrijwilligers omgaan met vluchtelingen. Ze gedragen zich niet alsof ze ons begrijpen of de redenen begrijpen waarom we uit ons land zijn weggegaan. Ze zien ons alleen maar als arme mensen die hulp nodig hebben. We zitten in een slechte situatie, maar we zijn nog steeds mensen, met gevoelens, emoties, en dromen."

"Ik denk persoonlijk niet dat er iets goeds is aan het leven in dit kamp. Het enige dat deze slechte tijd iets dragelijker maakt zijn de vrienden die ik hier heb leren kennen."

"Als ik duizend euro kreeg zou ik eten en sigaretten kopen voor de anderen. Maar als ik veel meer geld had, zou ik dat gebruiken om ervoor te zorgen dat de IND meer mensen kan aannemen. Want elke keer als we vragen waarom de procedures zo lang duren, zeggen ze dat er niet genoeg werknemers zijn bij de IND."

"Ik weet dat er gedemonstreerd wordt tegen vluchtelingen, en dat irriteert me en maakt me bang. Ik ben bang dat iemand van die demonstraties me zal aanvallen en pijn doen, zoals sommige verhalen die ik heb gehoord. Maar ik hoop dat dit niet gaat gebeuren. Ik hoop dat ik mijn verblijfsvergunning krijg en Nederlands kan leren en Nederlandse mensen kan leren kennen. Op de lange termijn wil ik een bouwbedrijf beginnen. En een stabiel en veilig leven leiden."