vluchtelingen protesteren

FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

​Vluchtelingen in Amsterdam gingen gisteren de straat op voor een snellere asielprocedure

"We zijn allemaal boos. We wonen in een gevangenis met een open deur. Zelfs ezels hebben het beter."

Een groep van ongeveer zestig vluchtelingen stond gistermiddag te demonstreren bij de Havenstraat. Ze hadden zich voor de voormalige gevangenis in Amsterdam, die nu als noodopvang voor zo'n vierhonderd asielzoekers wordt gebruikt, verzameld. De vluchtelingen waren boos. De IND heeft namelijk besloten om de reactietermijn van de asielprocedure op te schroeven van zes naar vijftien maanden. Staatssecretaris Dijkhof heeft de Tweede Kamer laten weten dat deze verandering noodzakelijk is door de grote instroom van vluchtelingen. Wel gaf de staatsecretaris aan dat het niet de bedoeling is dat alle aanvragen zo lang gaan duren: "De IND zal zich maximaal inspannen om alle aanvragen zo snel als mogelijk te behandelen," schreef hij. Toch is vijftien maanden in een gevangenispand slapen nou niet bepaald het beeld dat de vluchtelingen hadden van Nederland toen ze hierheen kwamen.

Advertentie

Rond een uur of twee kom ik aan bij de demonstratie. Er komt direct een man op me af. Hij vraagt of ik van de pers ben, en of ik zijn verhaal naar buiten wil brengen. Bashar is 34 jaar oud en gevlucht uit Syrië. Hij is inmiddels al vijf maanden in Nederland. In al die maanden heeft hij nog niks gehoord van de IND, en dat frustreert hem enorm. Hij laat me een brief lezen van de IND waarin staat dat de asielprocedure langer kan duren dan normaal. Meer dan dit papiertje heeft hij niet.

De vluchtelingen die in de noodopvang in de Havenstraat zitten krijgen geen geld van de overheid. Een enkeling heeft zelf nog wel een beetje geld, maar de meesten hier hebben dat niet. Ze krijgen geen kostgeld totdat ze een status hebben, legt Bashar me uit. "Hoe moeten zij dan overleven? We hebben de hele dag niets te doen, zelfs ezels hebben het beter. Ik voel me net een koe die wordt vetgemest, met aardappelpuree en gekookte wortelen." Volgens Bashar zouden de meeste Nederlanders deze maaltijden zelf niet eens eten, en is het voedsel dat meer geschikt is voor honden dan voor mensen.

Naast hem staat een tiener die het duidelijk met hem eens is. Zijn naam is Mohammed en hij is zeventien jaar oud. "Ik verveel me en mag niet naar school; ze verkwanselen mijn toekomst," zegt hij. Hij sluit het gesprek af door vrolijk een paar woordjes Nederlands op te noemen en loopt dan weer weg.

Na een tijdje buiten gepraat te hebben, besluit ik een kijkje te nemen in [de noodopvang]. Het is duidelijk dat dit vroeger een gevangenis was. Binnen is het erg hectisch en druk. Aan de balustrades hangen spandoeken met leuzen als "De Iraakse vluchtelingen bedanken de Nederlandse overheid voor de hulp aan de vluchtelingen."

Advertentie

Foto door Frederieke van der Molen

Ook zien we op een bord een aankondiging staan in het Arabisch en Engels voor de demonstratie van vandaag. Een paar vluchtelingen spreken ons aan, maar de beveiliging stuurt ons al snel weer terug naar buiten.

Foto door Frederieke van der Molen

Ondertussen heeft een groepje mannen zich buiten verzameld bij Bashar. Sommigen roepen met twee vingers in de lucht "peace!" naar me en lopen weer weg. Maar een paar vluchtelingen blijven staan. Zo ook de 28 jaar oude Mohammed. Hij komt uit Irak en is al bijna een half jaar in Nederland. In principe had hij dus al antwoord moeten hebben of hij een status zou krijgen. Door de beleidswijziging van de IND moet hij nog drie maanden in onzekerheid wachten of hij wel mag blijven of niet. Een man naast hem luistert naar het verhaal en kijkt me hopeloos aan. Zelf is hij in zijn eentje vanuit Iran naar Nederland gevlucht. Ik vraag hem wat de status van zijn asielaanvraag is, en of hij al iets heeft gehoord. "Wie heeft eigenlijk wel iets gehoord? We zijn allemaal boos – we wonen in een gevangenis met een open deur."

Bashar. Foto door Frederieke van der Molen

Een vriendelijk lachende vrouw sluit zich bij ons aan en lijkt de mannen goed te kennen. Ik vraag haar of ze voor de noodopvang werkt. Ze vertelt me dat ze sinds oktober vrijwilligerswerk doet bij de Havenstraat, en normaal gesproken inburgeringstrainingen aan expats geeft. "Het is goed dat ze demonstreren, je moet zelf voor je rechten opkomen," zegt ze. Ik vraag haar wat zij ervan vindt dat de asielprocedure langer kan duren. Volgens de vrijwilligster is de situatie volkomen belachelijk. "Ze krijgen geen zakgeld; ze krijgen wel een zorgpas, maar vervolgens geen vergoeding voor medicijnen. Sommigen hebben spataderen door een tocht van tien dagen door Europa, en krijgen niet eens elastische kousen". Ook over het eten dat de vluchtelingen krijgen is ze niet te spreken. "Dit is ziekenhuiseten, niemand in Nederland eet dit soort maaltijden meer." Bovendien zijn de vluchtelingen erg afhankelijk van vrijwilligers, zegt ze. Zelfs de Nederlandse taallessen worden door vrijwilligers gegeven. De vrouw vraagt zich af hoe deze vluchtelingen moeten integreren. "Maar alles moet sober, daar heeft Nederland voor gestemd. Mensen zijn namelijk bang voor de islam en extremisten. Maar dat soort mensen die vrouwen als minderwaardig zien bijvoorbeeld, die blijven wel daar; die hebben het daar prima naar hun zin. De pers zet deze vluchtelingen neer als zeurkousen. Maar ze zijn dankbaar voor de hulp, en kunnen juist niet wachten om te integreren en mee te doen. Geef ze een tijdelijke status met meer rechten, dan kunnen ze iets doen."

De onduidelijkheid vanuit de IND en de onzekerheid waarin deze mensen moeten leven is het grootste probleem. Ik hoor horrorverhalen van vluchtelingen die constant worden overgeplaatst. Een vluchteling vertelt me over een jongen die hij kent, die na zes maanden terug naar Duitsland moest omdat hij daar even was geweest en een vingerafdruk had afgegeven. "Dan heb je dus een half jaar voor niks gewacht en kun je weer opnieuw beginnen."

Na een uurtje praten nemen we afscheid van de vluchtelingen en wensen we ze het beste. Uit hun verhalen komt duidelijk naar voren dat ze een ander beeld van Europa hadden voordat ze hier heen kwamen. Ze dachten dat de opvang en asielaanvraag goed geregeld was, maar in de praktijk blijkt dat tegen te vallen. In Nederland moeten de vluchtelingen het maandenlang doen met bureaucratische ellende, eindeloze verveling, en heel veel aardappelpuree met gekookte worteltjes.

Lees ook: Foto's van de herdenkingstocht die Amsterdamse vluchtelingen hielden voor Parijs