FYI.

This story is over 5 years old.

Drugs

In de beruchte Boliviaanse cocaïnebar heerst een gemoedelijke sfeer

We maakten een uitstapje naar Route 36 in Bolivia, waar je naast je favoriete cocktail ook uitstekende coke geserveerd krijgt.
Cocaïne. Niet die van Route 36, want het is onmogelijk om binnen foto's te maken (foto door Zxc via)

Op reis door Zuid-Amerika hoorde ik overal geruchten over een cokebar met de naam Route 36. Volgens sommigen, en dan bedoel ik mensen die graag coke van hoge kwaliteit hun neusgaten in punteren, moet het naast Machu Picchu met stip bovenaan de agenda van elke backpacker staan.

Route 36 is een illegale loungebar in La Paz in Bolivia, waar de coke per gram op een zilveren bord wordt geserveerd, naast je favoriete cocktail. Toch lijkt het erop dat iedereen er vanaf weet, wat de suggestie wekt dat er wel eens wat corruptie gemoeid zou kunnen zijn met het doorlopende succes van de bar.

Advertentie

Hoewel iedereen er vanaf weet, weet bijna niemand waar het nou precies is - en dat is deels te danken aan de wisselende locatie. Na wantrouwend aangestaard te worden door drie taxichauffeurs, vonden we eindelijk ons mannetje. "Kunt u ons naar Route 36 brengen?" vroegen we in het Spaans. Hij nam genoegen met 15 bolivianos (€2), en op een wegblokkade na, ging alles van een leien dakje.

Lees ook: Rijke vrouwen in Noord-Korea gebruiken crystal meth om af te vallen

Het grote plein van La Paz werd de week voordat wij aankwamen bezet door de ME, die het opnam tegen stakende mijnwerkers. De dag voor onze taxirit, mondden de protesten uit in chaos wegens een dynamietexplosie midden op een drukke weg. Dit is tekenend voor het politieke klimaat in La Paz van de afgelopen jaren; toeristen doen zich te goed aan ambachtelijke lokale drugs, terwijl er om de maand een serie serieuze protesten plaatsvindt, van soldaten die betere arbeidsvoorwaarden eisen, tot aan mensen met een lichamelijke handicap, die vechten voor meer sociale steun.

Onze taxichauffeur legde uit dat het grootste deel van de Boliviaanse cocaïne uit de oostelijke steden Cochabamba en Santa Cruz komt. De boerderijen in deze steden hebben eraan bijgedragen dat Bolivia tegenwoordig wereldwijd op de derde plaats van cocaproducenten staat, met haar 23.000 hectare aan plantages, na de 48.000 hectare van Colombia en de 49.800 hectare van Peru.

Advertentie

Eenmaal aangekomen bij de bar werden we door drie bewakers door een veel te kleine garagedeur naar binnen gedrukt. Nadat we 25 bls (€3) entree betaalden (waarvoor we wat gekreukelde papiertjes met respectievelijk nummer 12056 en 12057 erop kregen), slenterden we naar binnen om vervolgens door een sympathieke Noorse man te worden uitgenodigd aan de drukste tafel van de bar. Hij was hier beland nadat hij eerst op straat aan willekeurige mensen vroeg of hij coke van ze kon kopen. Hij was in een taxi gezet, en hier achtergelaten.

"Dos caiprainas, por favor," vroeg mijn vriendin Josephine voorzichtig aan de serveerster die naar ons toe was gekomen. "En één gram coke, toch?" vroeg ze, nog voordat Josephine de zin volledig over haar lippen had gekregen. We betaalden omgerekend 6 euro voor de cocktails, en 20 euro voor het grammetje coke dat we meteen voor onze neus kregen.

Dit is niet het type cokebar waar ze het wel oké vinden dat er op het toilet gedeald wordt; dit is een bar die actief je cokegebruik aanmoedigt en faciliteert. Ze wisselen van locatie zodra er geklaagd wordt door de lokale bevolking, maar volgens een paar van de gasten aan onze tafel zat het hier al een paar weken.

Er waren ongeveer 20 mensen van de partij. We zaten met acht Britten die 'in een tussenjaar' zaten, twee Belgen en de gastvrije Noor aan tafel. Aan de andere kant van de bar zaten een stuk of acht Ierse zakenmannen, die het meest enthousiast en doorgesnoven waren van iedereen. Verder waren er twee barvrouwen, de gastvrouw en een dj (die onophoudelijk verschrikkelijke dubstep draaide) en twee bewakers die constant rondjes liepen.

Advertentie

De Boliviaanse president Evo Morales met een een cocablad. (Screenshot via)

De cocaplant was onlangs weer in het nieuws nadat de Paus tijdens zijn bezoekje aan La Paz een kopje coca-thee dronk. In het Andesgebied wordt de plant als heilig gewas gezien, en president Evo Morales is een groot voorstander gezien de heilzame werking en voedingswaarde die de plant schijnt te hebben: de bevolking van het Andesgebied kauwt al duizenden jaren op de bladeren – voornamelijk tegen hoogteziekte.

Dit is de reden waarom Morales een einde heeft gemaakt aan het beleid van eerdere presidenten, die cocavelden lieten verwoesten als onderdeel van de Amerikaanse War on Drugs. Hij schopte de DEA het land uit, die boeren 1400 euro per vernietigd cocaveld betaalden. Hij beschouwde dit als cultureel imperialisme, en vindt dat de toenemende vraag naar cocaïne in de VS niet ten koste mag gaan van de eeuwenoude tradities van de oorspronkelijke bewoners.

Lees ook: Welkom in de crackhoofdstad van Duitsland

Nadat hij in 2006 verkozen werd, legaliseerde hij de cocaplantages. Hij heeft meerdere keren betoogd dat coca niet hetzelfde als cocaïne is, en heeft de VN verzocht om het van de opiumlijst te halen. Sindsdien is de cocaïne-export vanuit Bolivia aanhoudend gestegen: de productie ging van 290 ton in 2013 naar 420 ton in 2014.

Tussen de opgewekte gesprekken door excuseerde ik mezelf even om de aangeleverde lijnen een goede snuif te geven. Logischerwijs hervatte ik de gesprekken met een hernieuwd enthousiasme, en wisselden we verdere verhalen en reistips uit. De twee Engelse gasten naast me, Hamish en Josh, legden uit hoe ze gedwongen waren om 900 euro voor een een stel Colombiaanse straatdealers te pinnen, voor tien gram in plaats van de twee gram waar ze om hadden gevraagd, toen ze hadden geprobeerd te kopen in Medellín. Dit café beviel ze een stuk beter, zeiden ze.

Bovendien was de coke die avond in de aanbieding, dus legden Josephine en ik samen met twee andere vrienden wat geld bij elkaar zodat we vier gram voor de prijs van drie kregen. Ondertussen begon een charismatische, maar ietwat onnozele Zweedse gast lijntjes rond te delen. Hij wist zelf niet precies hoe hij het tot zich moest nemen: hij was het overduidelijk het type gebruiker dat overal behalve hier in de problemen zou raken, en zijn komst gaf aan hoe simpel het eigenlijk is om de bar te vinden.

Rond 5 uur 's ochtends was ik flink aan het kettingroken en praatte ik erg veel tegen mensen, in plaats van met ze. Om half 6 vroeg een vrouw van in devijftig buiten het zicht van de medewerkers of we nog wiet zochten, Voor een tientje kregen we een zwarte, amper rookbare klomp wiet van vijf gram, waar we vervolgens flinke hoofdpijn van kregen. We besloten maar om de taxi terug naar onze Airbnb te nemen, samen met zeven van onze nieuwe, erg hyperactieve vrienden.

Lees ook: De drugsdealers die je als feestende twintiger tegenkomt