Fashion

De Lo Lifes: de hiphop-winkeldieven die een straatcultuur hebben gecreëerd

In deze passage uit “Fashion Killa” herinnert Sowmya Krishnamurthy zich de pioniers die Polo Ralph Lauren tot het favoriete merk van de hiphopwereld hebben gemaakt.
De winkeldieven die Polo Ralph Lauren cool maakten
"Cross Flags”: the Lo Lifes (met de klok mee vanaf linksboven: Naughty 40, Bek Live, Big Vic Lo aka Thirstin Howl The 3rd en Disco) in Times Square, 1988. | Foto: Fashion Killa/Thirstin Howl The 3.

De missie: naar binnen lopen en zoveel mogelijk Polo pakken. Loop de winkel binnen. Saks Fifth Avenue. Of Bloomingdale’s. Er staat daar een bewaker, dus geen gekke dingen doen. Dan is het knallen. Bestorm de rekken. Grijp zoveel Lo als je kunt – jassen, rugby’s, broeken, wat dan ook. Duw mensen aan de kant. Gooi een paar ruiten in als het moet. Dit is belangrijk spul – je hebt misschien een paar honderd, misschien zelfs duizend dollar aan kleren onder je armen. Het is maar goed dat deze winkels geen hoogwaardige surveillance hebben. Oké, laten we fucking wegwezen.

Advertentie

De Lo Lifes terroriseerden dure detailhandels in New York door Polo Ralph Lauren te jatten. In tegenstelling tot drugsdealers bestond hun zaakje uit goede oude winkeldiefstal (en herverkoop op de zwarte markt). Bij hun gelijken werden ze synoniem met Polo en een integraal onderdeel van de omarming van het merk door de hiphopscene. Ze waren wandelende reclames voor het merk. “Als we met die kleren aan terugkeerden naar onze buurt, dan zag je er belangrijk uit. Je voelde je belangrijk,” zei Thirstin Howl The 3rd in de Ralph Lauren-documentaire Very Ralph uit 2019.

De Lo Lifes ontstonden toen twee verschillende dievenbendes in Brooklyn – Ralphie’s Kids uit Crown Heights en Polo U.S.A. (United Shoplifters Association) uit Brownsville – in 1988 hun krachten bundelden. Thirstin Howl The 3rd (ook wel bekend als Big Vic Lo) en Rack-Lo worden meestal genoemd als de oprichters van de nieuwe supergroep (hoewel de eerste me heeft verteld dat er “veel oprichters” waren). De naam “Lo” was kort voor Polo Ralph Lauren, het favoriete Amerikaanse luxemerk van hiphop. “Ik ben geboren toen hiphop werd geboren, dus ik heb kunnen zien hoe alles zich ontwikkelde en evolueerde. Ik ben altijd met de stijlen en mode binnen hiphop mee gegroeid,” zei Thirstin in het retrospectief Bury Me with the Lo On uit 2017 (dat samen met zijn boek met dezelfde titel uitkwam). Hij was een breakdancer en een graffiti artiest, en begon later ook aan een rapcarrière. “Ik ben een hiphopmaniak. Ik bestudeer alle muziek. Niet als een fan, maar als een fanaat. Het is een drug voor me.”

Advertentie

Hij begon zijn winkeldiefstalcarrière met betaalbare instapmerken zoals Pro-Keds, en maakte daarna de overstap naar prijskaartjes met meer nullen. Zoals hij aan me uitlegt: “We zijn niet begonnen met Polo Ralph Lauren. Er waren daarvoor veel andere merken. We droegen Adidas, Puma, Guess, Lee, Benetton, Izod. Er waren heel veel merken waar we op aasden voor we echt voor Polo gingen. Het was een evolutie.” Polo had een scala aan verschillende ontwerpen, van Ivy League-truien tot sportkleding, en het was spannend om de nieuwste modellen na te jagen. Thirstin zegt: “Toen we aan Polo Ralph Lauren begonnen was het het enige merk dat we zagen dat seizoensgebonden was. Het had een variëteit aan logo’s, die ook in verschillende maten en kleuren kwamen. Dat trok ons echt aan tot Ralph Lauren en zorgde ervoor dat we daarbij bleven.” 

Winkeldiefstal leek aanvankelijk misschien een misdrijf zonder slachtoffers, maar voor de Lo Lifes stond er veel op het spel. “Je moest geen mietje zijn als je aan onze gezamenlijke roofpartijen mee wilde doen,” zegt Rack-Lo. “Je moest hart voor de zaak hebben. De gevolgen waren ernstig. Je zou waar of wanneer dan ook voor hele zware consequenties kunnen komen te staan." Gevangenisstraf was erg reëel, zeker voor iemand die al een strafblad had. Zoals Rack-Lo uitlegt: “Je kon voor verschillende periodes de gevangenis ingaan. Het zou een week kunnen zijn, een maand, twee jaar, of vijf jaar, afhankelijk van de aanklacht. Je zou in Rikers Island kunnen belanden. Je zou op weg kunnen zijn naar een staatsgevangenis omdat de misdrijven en aanklachten zo ernstig waren. Je zou jezelf in een situatie hebben kunnen gebracht waarbij je niet meer thuis zou komen."

Advertentie

De Lo Lifes hadden het voor het zeggen toen Brownsville bekend stond als een van de gevaarlijkste buurten van Brooklyn. Het contrast tussen hun preppy mode en hun omgeving was geen toeval. De buurt stond erom bekend dat hij ruig was. Brownsville was oorspronkelijk een nederzetting voor fabrieksarbeiders, en tussen de jaren 1880 tot de jaren 1950 was het voornamelijk een Joodse buurt. “Als kind dacht ik dat we aan de rand van de wereld leefden,” schreef de literaire criticus Alfred Kazin in zijn memoir A Walker in the City uit 1951. “Wij waren het eindstation. Wij waren de kinderen van immigranten die bij de achterdeur van de stad hadden gekampeerd, in de rauwste, verste en goedkoopste buurt van New York.”

In de jaren ‘40 en de tien jaar daarna was er een instroom van Afro-Amerikaanse bewoners naar Brooklyn voor arbeidskansen in de groeiende industriële sector, en in 1950 was de zwarte bevolking van Brownsville bijna verdubbeld naar 14.209 mensen. De buurt werd een epicenturm voor volkshuisvesting – Brownsville had de hoogste concentratie van volkshuisvesting in het land – en in de jaren ‘60 en ‘70 verhuisden witte mensen massaal weg, waardoor er criminaliteit, verslechterende openbare voorzieningen en stedelijk verval overbleven. De New York Times beschreef Brownsville in 1990 als een grauwe woestenij die werd geteisterd door crackflacons en wapengeweld, en het was voor dertienjarigen niet ongebruikelijk om op klaarlichte dag getuige te zijn van een moord. “We hebben elkaar in een paar van de zwaarste jaren in de geschiedenis van Brooklyn gesteund – crack was overal en pistoolschoten hoorde je dagelijks,” zegt Big Haz Uno, lid van de Lo Lifes. In dat milieu waren er niet echt morele oordelen over hun gestolen goederen. “Mijn familie tolereerde het,” zegt Thirstin. “Ik heb het thuis meegemaakt. “Mijn moeder stal vlees uit de supermarkt. Ik ben altijd een arm kind geweest. Als ik een frisdrankje of zonnebloempitten en een zakje chips wilde, dan moest ik naar de winkel gaan en het stelen.”

De Lo Lifes wilden zichzelf beteren, en dat zouden ze met kleding doen. “Hoe ik me voelde als ik ze aanhad en hoe iedereen naar me keek. Dit waren items om respect voor te hebben, die je sociale status gaven in je buurt,” zegt Thirstin. Er hing een zweem rondom mooie dingen. Het gevoel van waarde van een duur prijskaartje was dezelfde emotionele trigger die luxemerken gebruikten om al sinds mensenheugenis klanten aan te trekken. En het feit dat ze in het openbaar Polo droegen – en het niet van hun lichaam werd gestolen – gaf ze nog meer eer en status. Thirstin mijmert: “Als je met wat dure spullen terugkwam van Fifth Avenue en je het in onze buurt droeg, dan was je iemand.”

"Fashion Killa" book jacket by Sowmya Krishnamurthy.

"Fashion Killa" by Sowmya Krishnamurthy.

Geciteerd uit FASHION KILLA door Sowmya Krishnamurthy. Herdrukt met toestemming van Gallery Books, een afdeling van Simon & Schuster, Inc.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE UK.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.