werk

Deze jonge mensen werken voor de kwaadaardigste bedrijven ter wereld

“Ik vertelde mijn nichtje altijd dat ik in een chocoladefabriek werkte, omdat ik onder de olie thuiskwam.”
A man who works in oil and gas with his tie on fire
Beeld: Lily Lambie-Kiernan

“Wat doe je voor werk?” is een vermoeiende vraag. Wie wil er nou herinnerd worden aan z’n inbox, de trieste meegebrachte boterhammetjes of de laatste onbegrijpelijke jargontermen die je manager over je heeft uitgestort? Maar voor sommige mensen, die werken in controversiële – en wellicht onethische – industrieën als fossiele brandstoffen, tabak en kernwapens, is deze vraag niet alleen vermoeiend, maar ronduit ongemakkelijk. 

Advertentie

Ben heeft meer dan tien jaar in de olie- en gasindustrie gewerkt en wil graag weg uit de sector. “Ik probeer niet in detail te treden over waar ik werk,” zegt hij. “Ik vertelde mijn nichtje altijd dat ik in een chocoladefabriek werkte, omdat ik onder de olie thuiskwam. Ik schaam me wel voor wat ik doe.”

Na een korte pauze waarin hij zocht naar werk in een andere sector, begon hij aan een nieuwe baan als technisch verkoper – weer terug in de olie- en gasindustrie. Zoals alle geïnterviewden voor dit stuk, wilde hij anoniem blijven omdat hij repercussies van zijn werkgever vreest.

“Ik heb enorm veel ervaring, maar buiten de olie- en gaswereld heb ik daar helemaal niets aan," zegt hij. “Tijdens mijn afwezigheid heb ik veel nagedacht over hoezeer ik haat wat ik doe.‘Hier heb ik jaren van mijn leven aan besteed,’ dacht ik, en dat maakte me depressief. Het lijkt niet erg de moeite waard.”

Millennials en gen Z zouden over het algemeen politiek geëngageerd en progressief zijn als het gaat om klimaat en sociale rechtvaardigheid. 62 procent van hen vindt een carrière in de olie- en gasindustrie onaantrekkelijk. Maar in feite zouden geen van deze industrieën kunnen blijven bestaan zonder nieuwe aanvoer van talent, of tenminste jonge mensen die bereid zijn hun moraal tijdelijk opzij te zetten omwille van een salaris. Gemiddeld bedraagt dat salaris – althans in het vakgebied van Ben – 52.000 euro per jaar, dus het betaalt minder dan reclame, financiën en onderzoek.

Advertentie

George, 27 jaar, werkt in de tabak – een ronduit verdorven industrie die meer dan acht miljoen doden per jaar veroorzaakt, om nog maar te zwijgen over de massale ontbossing en vervuiling op wereldwijde schaal. Na zijn afstuderen ging George aan de slag bij een van 's werelds grootste tabaksbedrijven, en hij “greep de kans” die zijn hoge startsalaris in sales hem bood, ook al wist hij dat tabak nooit zijn droombaan zou worden.

Het onderwerp ethiek kwam nooit echt ter sprake, maar “ik herinner me wel dat mijn vrienden me er vaak mee plaagden dat ik een sigarettenverkoper was,” vertelt hij. “Ik werd voorgesteld als de sigarettenverkoper aan iedereen die naar onze feestjes kwam, zo van: ‘we houden hem in de buurt voor het geval we sigaretten nodig hebben’.”

Toen George uiteindelijk een leidinggevende positie kreeg, vond hij de vraag over zijn werkplek lastiger te beantwoorden. “Ik heb dates gehad met mensen die het niet oké vonden. Ze vroegen zich af hoe ik dit soort werk kan doen en alsnog een geweten kan hebben. Dus ik praat niet echt meer over wat ik doe.” En uiteindelijk werd de knagende gedachte dat tabak slechts een tussenstation was in zijn carrière te moeilijk om te onderdrukken – dus het was tijd voor het volgende hoofdstuk.

Net als Ben probeert George nu te stoppen, maar hij maakt zich zorgen over zijn inzetbaarheid. “Ik weet dat ik in bepaalde sectoren – zoals de gezondheidszorg – niet aan de bak kom, maar hoe zit het met sport en technologie? Toen ik in de tabak werkte, was de angst voor het oordeel van toekomstige werkgevers altijd iets dat me tegenhield, telkens als ik erover dacht om te stoppen.”

Advertentie

Het dieptepunt in Ben’s carrière kwam toen hij in 2020, een jaar waarin zijn bedrijf recordwinsten boekte, te horen kreeg dat hij meer dan zestig mensen moest ontslaan. “Olie- en gasbedrijven verdienen meer geld dan ooit,” zegt hij, “maar als mensen meer behoefte hebben aan brandstof en olie, houden de bedrijven zich in, want als ze de markt oververzadigen, dalen de prijzen en verliezen ze winst.” Uiteindelijk, legt hij uit, zijn het de gewone mensen die de rekening betalen – en hij wil geen onderdeel meer zijn van dat systeem. 

Verdienen mensen als Ben en George onze sympathie? Daar valt over te twisten, maar hun wens om te stoppen is misschien wel een goede zaak als zij een golf van jongere werknemers vertegenwoordigen die zich tegen deze industrieën keren. Maar anderen kiezen er juist voor om in deze controversiële sectoren te blijven werken, zoals Katie, die in de nucleaire wapenindustrie werkt, als manager van een programma voor het ontwerp en onderhoud van kernonderzeeërs.

“Ik ben opgegroeid tegen het einde van de Koude Oorlog, dus sinds mijn jeugd ben ik op het morbide af geïntrigeerd door hoe deze dingen werken,” zegt ze. Hoe vergoelijkt Katie haar negen-tot-vijf baan in een wereld die in toenemende mate gericht is op oorlog, het soort oorlog dat miljoenen mensen kan vernietigen en de planeet in een nucleaire winter kan doen belanden?

“Ik bouw de kernkoppen niet, ik werk aan de onderzeeërs die ze vervoeren – ik ontwerp niet het ding dat mensen doodt,” zegt ze. “Het wordt toch allemaal gefinancierd door de overheid. Maakt het uit dat ik geld aanneem om het te doen?”

Advertentie

Katie werd pas recentelijk gedwongen om dieper na te denken over haar rol in de sector. “Met het nieuws dat momenteel uit Rusland komt, betrap ik mezelf erop dat ik denk: draag ik op de een of andere manier bij aan deze problemen? Bovendien, als er iets vreselijk mis zou gaan, zou mijn werkplek gebombardeerd worden. Als ik op kantoor ben op de dag dat Poetin besluit te beginnen met de bombardementen, ben ik er geweest.”

Sectoren zoals die waarin Ben, George en Katie werken, hebben in de loop der jaren begrijpelijkerwijs te maken gehad met heftige publieke protesten en een toenemende kritische aandacht. Neem bijvoorbeeld de overvloed aan rechtszaken tegen olie- en gasbedrijven over hun greenwashing. Het Europees Parlement ligt momenteel onder vuur van campagnevoerders na de goedkeuring van plannen om kernenergie als ‘groen’ te classificeren.

Maar dit zijn hopeloze pogingen tegenover industrieën die enorme macht, invloed en economische inspraak hebben. Zelfs Ben, die elke dag in de olie en gas werkt, “kan niets bedenken dat ik of zelfs 10.000 versies van mij zouden kunnen doen om de manier waarop de dingen momenteel gaan te veranderen”.

En er is nog een reden waarom deze insiders zo pessimistisch zijn over hun sectoren. Ze creëren zoveel banen, zegt Katie op verdrietige toon, dat “het een hels karwei is om ze allemaal weer kwijt te raken”. In haar ogen dragen wij allemaal – van de ontwerper van de kernkop tot de vrachtwagenchauffeur die de wapens vervoert en de belastingbetaler die deze projecten financiert – bij aan de overleving van de nucleaire industrie.

Maar als je klem zit in een nucleaire krachtmeting tussen Rusland en het Westen, als je je huis hebt verloren door overstromingen of een geliefde aan longkanker, dan is dit een zeer schrale troost. 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE UK.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.