Preventief f
Foto: Getty Images/Mihajlo Maricic/EyeEm, beweging door de auteur
politie

Waarom de proef met preventief fouilleren in Amsterdam ons niets oplevert

Sinds 1 september mogen agenten in Amsterdam de bevolking preventief fouilleren, in hun strijd tegen wapengeweld. Volgens Controle Alt Delete zou het niet alleen hartstikke ineffectief zijn, maar ook kunnen leiden tot etnisch profileren.

Na jarenlang debat is de politiekogel door de kerk: sinds 1 september mogen agenten in Amsterdam de bevolking preventief fouilleren. Hierin volgen ze hun collega’s in Rotterdam en Zaandam. De nieuwe regel is ingevoerd als proef die een maand zal duren, en heeft nu vooral het doel om wapengeweld in Amsterdam terug te dringen. 

Het invoeren van de proef ging niet zonder ophef. Zo waren de gemeenteraad van Amsterdam en de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema in eerste instantie tegen het voorstel. Ook Amnesty International was er niet over te spreken. Het probleem? Preventief fouilleren zou leiden tot etnisch profileren, waarbij vooral jongeren met een niet-westerse achtergrond of niet-witte huidskleur gefouilleerd zouden worden. 

Advertentie

Uiteindelijk is het voorstel er na aanpassingen toch doorheen gekomen. Een van die aanpassingen is dat Halsema 45 ‘waarnemers’ introduceerde, burgers die meegaan met de politie om te controleren dat er bij het fouilleren niets misgaat. Dat vond de politie dan weer niet eerlijk, omdat ze het gevoel hebben dat ze niet vertrouwd worden. De politievakbonden stelden daarom waarnemers aan die de waarnemers zouden…waarnemen. 

Kortom, het is een janboel geworden, waarbij je gemakkelijk uit het oog kan verliezen wat het echte probleem is: preventief fouilleren kan leiden tot etnisch profileren, wat op zijn beurt weer grote gevolgen kan hebben voor de mensen die hier slachtoffer van zijn – en eigenlijk voor de volledige maatschappij waarin we leven. 

We belden met Jair Schalkwijk van Controle Alt Delete, een organisatie die zich al jarenlang inzet tegen etnisch profileren, om te vragen hoe hij over de proef denkt. Volgens hem is het simpel: preventief fouilleren is in geen geval een goed idee, omdat deze praktijk automatisch leidt tot etnisch profileren. “Het is een vicieuze cirkel. De politie heeft een idee van ‘een crimineel’ op basis van statistieken en vooroordelen. Daar controleert de politie dan vaker, waardoor die groepen ook weer meer voorkomen in de statistieken,” vertelt Schalkwijk. “In Rotterdam zegt de politie dat agenten zelf kiezen wie ze controleren, in Amsterdam is het uitgangspunt dat ze elke derde of vijfde persoon controleren. De politie monitort niet of agenten die de controles uitvoeren dat ook echt doen. Ze willen zich namelijk vooral focussen op jongeren, en vooral op mannen.”

Advertentie

Vorig jaar werd aan 750 Amsterdammers op straat gevraagd naar hun contact met de politie. 255 van hen waren het afgelopen jaar met de politie in contact gekomen, en van die groep had meer dan dan de helft van de mensen die door de politie was staande gehouden het gevoel dat hun huidskleur daarbij bij een rol speelde. En uit onderzoek van Controle Alt Delete uit 2020 bleek dat mannen met een niet-westerse achtergrond het jaar daarvoor twee keer zo vaak door de Amsterdamse politie waren aangesproken dan witte mannen (41 procent van de mannen met een niet-westerse achtergrond tegenover 22 procent van de witte mannen). 

Dat is volgens Schalkwijk niet zonder gevolgen. Als er vertrouwen is in de politie, zijn burgers sneller geneigd zijn om met de politie samen te werken. En om misdaad te bestrijden is dat soort samenwerking erg belangrijk. “Maar als je constant gefouilleerd wordt terwijl je niets hebt gedaan, krijg je het gevoel dat de politie er niet voor jou is. Je zal ze dan ook veel minder snel contacteren,” vertelt Schalkwijk. 

Ook zou het verregaande emotionele gevolgen kunnen hebben. In een eerder interview met VICE vertelde Dionne Abdoelhafiezkhan, een collega van Schalkwijk: “Je kan getraumatiseerd raken als je keer op keer staande gehouden wordt door de politie, en angst voor de politie wordt generatie op generatie doorgegeven. Vijftig jaar geleden werd er al over etnisch profileren geschreven in Het Parool. Er hebben dus bijna vier generaties last van gehad.” 

Advertentie

“De politie erkent dat etnisch profileren een probleem is,” zegt Schalkwijk. “Maar het beleid dat ze bedacht hebben om dit tegen te gaan, is nog steeds niet uitgerold. Etnisch profileren wordt nog niet actief tegengegaan, maar ondertussen wordt preventief fouilleren wel ingevoerd, wat dus waarschijnlijk leidt tot nog meer etnisch profileren. Tot 2017 mocht oververtegenwoordiging van een bepaald profiel in de misdaadstatistieken een reden zijn om iemand te controleren. Sinds december 2017 is het officieel beleid dat dat niet meer mag, maar dat beleid wordt niet gevolgd.”

Hoewel er nog geen snoeihard bewijs is dat er meer wapengeweld op straat is, wijzen cijfers wel uit dat Amsterdamse jongeren vaker betrokken worden bij wapengeweld. Jongeren waren vorig jaar zelfs bijna dubbel zo vaak betrokken bij (pogingen tot) moord en doodslag dan daarvoor. 

Volgens Schalkwijk ontbreekt een goede onderbouwing van de proef om na een maand te kunnen besluiten of deze geslaagd is of niet. “Wat we graag zouden zien is dat er een goede analyse wordt gemaakt van wat het nut en de noodzaak van deze proef is,” vertelt Schalkwijk. “Niemand weet hoeveel wapens er nu op straat zijn. Dus het maakt niet uit of er straks twintig, vijftig of honderd wapens gevonden worden tijdens het fouilleren, want het kan sowieso worden uitgelegd als ‘minder wapens op straat’. En als er geen wapens gevonden worden, dan is het ook goed. Dan kan de politie zeggen ‘goed nieuws, dat betekent dat mensen door preventief fouilleren de wapens thuis laten.’ Op die manier is de logica van preventief fouilleren onverslaanbaar,” vertelt Schalkwijk.

Ook als er tijdens de proef minder geweld plaats zou plaatsvinden op straat, is dat niet per se terug te leiden tot preventief fouilleren, zegt Schalkwijk. “Er zijn namelijk een hoop maatschappelijke acties die nu plaatsvinden om jongeren te informeren. Er worden er gesprekken gevoerd op school. Vorig jaar vond er een inleveractie voor wapens plaats in Amsterdam, waarbij 330 wapens waren ingeleverd.” 

Het is dus moeilijk hard te maken dat preventief fouilleren een oplossing is voor wapengeweld. Volgens Schalkwijk is er aan de andere kant wel hard bewijs dat preventief fouilleren niet effectief is. “Slechts twee procent van de controles levert echt een wapen op, dat blijkt uit jarenlang monitoren in Zaandam en Rotterdam,” vertelt hij. “Ondertussen liggen er wel honderden zedenzaken op de plank waarbij de politie niet de capaciteit heeft om verdachten in aan te houden of ondervragingen in te doen. Het is echt een beleidskeuze.”

Of deze proef in Amsterdam zal leiden tot een permanente invoering van preventief fouilleren, is moeilijk te voorspellen. Maar in ieder geval is het goed om te weten dat je als burger rechten hebt, ook als je gefouilleerd wordt. Zo mag de politie niet zonder goede reden om je identiteitsbewijs vragen. Dat mag dus alleen als ze tijdens het fouilleren ook daadwerkelijk iets verdachts bij je vinden. 

“Ons advies is ook om alle interacties met de politie vanaf het begin tot het einde te filmen,” vult Schalkwijk aan. “We ontvangen zo’n tweehonderd meldingen per jaar van machtsmisbruik, etnisch profileren en politiegeweld. Alleen meldingen die vanaf het begin zijn gefilmd kunnen we gebruiken. Daarbij: het is belangrijk om te onthouden dat de politie in dienst staat van ons, de samenleving. Als wij transparantie willen van de politie, en graag willen kijken of er niet etnisch geprofileerd wordt, dan is dat ons recht.”