Ayse en Dondu door Rogier Alleblas
Stakers Ayse en Döndü. Foto door Rogier Alleblas, oorspronkelijk verschenen in een publicatie van E-QUALITY.
Identiteit

De Turkse vrouwen die in hongerstaking gingen om hun rechten terug te krijgen

In 1998 werd in Nederland een wet van kracht waardoor veel migranten in een klap in de illegaliteit belandden. Deze vrouwen lieten het daar niet bij zitten.

In februari 1999 bezetten vijftien Turkse vrouwen het kantoor van de ATKB (Vereniging van Vrouwen afkomstig uit Turkije) aan de Mauritskade in Amsterdam. Ze gaan in hongerstaking. Uiteindelijk blijven ze zesendertig dagen in het gebouw, zonder iets te eten.

Een van die vrouwen die zich in het kantoor ophoudt is Selma (niet haar echte naam). In het magazine Opzij vertelt ze destijds haar verhaal. Selma is een jonge vrouw die sinds een paar jaar samen met haar man en twee zoons in Nederland woont. Selma’s man heeft op zijn werk van dichtbij een naargeestig bedrijfsongeval meegemaakt: hij zag hoe één van zijn collega’s een arm verloor. Door die ingrijpende gebeurtenis is hij in een psychose beland. Selma, die vooral bezig is geweest met de opvoeding van haar kinderen, weet in eerste instantie niet goed waar ze heen moet voor hulp. Gelukkig lukt het haar uiteindelijk om zich een weg te banen door de maatschappelijke instanties. Ze krijgt het nummer van de wijkagent, die ze altijd kan bellen als het slecht gaat met haar man. Ze krijgen een uitkering, en Selma kan het gezin draaiende houden. Tenminste, tot de komst van de Koppelingswet. 

Advertentie

De Koppelingswet treedt in 1998 in werking en zorgt ervoor dat het leven van een groot deel van de contractarbeiders in Nederland drastisch verandert. Dat zat zo: voordat de wet ingevoerd werd, stond het contractarbeiders vrij om zich in Nederland te vestigen als arbeider. Ze konden legaal in een fabriek werken en hadden recht op dezelfde voorzieningen als Nederlandse burgers. De contractarbeiders hoefden daarvoor geen verblijfsvergunning te hebben, het was immers in het voordeel van Nederland dat ze hier kwamen werken. 

Maar in de zomer van 1995 wordt een motie voor het invoeren van de Koppelingswet (de volledige naam, nogal een mond vol, is: Wet tot wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland) met een ruime meerderheid aangenomen. De wet had de bedoeling om te voorkomen dat mensen zonder verblijfsvergunning aanspraak zouden kunnen maken op overheidsvoorzieningen. Ook moest de wet verhinderen dat ze een dusdanig sterke rechtspositie op zouden bouwen dat ze moeilijk het land uit te zetten zouden zijn. Met anderen woorden: we gaan niet voor je zorgen, en we zetten je de deur uit wanneer wij dat willen. 

Advertentie

De wet hield ook in dat contractarbeiders die niet konden aantonen dat ze langer dan zes jaar in Nederland voltijds en legaal aan het werk waren geweest, geen verblijfsvergunning zouden krijgen. Dat had enorme consequenties, want zonder verblijfsvergunning konden ze geen aanspraak meer maken op sociale voorzieningen als uitkeringen en collectieve verzekeringen. In de illegaliteit belanden is levensbedreigend. Ook nu zien we dat: in tijden van wereldwijde crisis, zijn het de mensen zonder papieren die het meest kwetsbaar zijn. En vrouwen in het bijzonder. 

Ook voor Selma zijn de gevolgen groot: ze verliest haar uitkering, de huurtoeslag en de kinderbijslag. Ook krijgt ze haar ziektekosten niet meer vergoed. Haar man is inmiddels bij zijn familie in Turkije, zodat hij daar tot rust kan komen. Selma zelf, die in het verleden verschrikkelijk slecht is behandeld door haar schoonfamilie, wil met haar zoons in Nederland blijven. Maar hoe? Er is geen enkel recht waar Selma aanspraak op kan maken. Het is haar onmogelijk gemaakt om voor zichzelf en haar kinderen een zelfstandig leven op te bouwen. Ze is in die tijd afhankelijk van de hulp van kerken en buren. 

Zoals Selma waren er nog veel meer vrouwen. Het aantonen van je band met Nederland, om op die manier aanspraak te maken op een verblijfsvergunning, kon alleen op basis van de tijd dat je ergens voltijds en legaal had gewerkt. Dat was een eis die alleen met mannelijke contractarbeiders rekening hield. Voor veel vrouwen gold dat ze voor het gezin hadden gezorgd en daarnaast parttime of seizoenswerk hadden gedaan, al dan niet zwart betaald. Toenmalig PvdA-kamerlid Jet Bussemaker stelde in Opzij: “De wetswijziging staat haaks op het emancipatiebeleid. Vrouwen moeten aanspraak kunnen maken op een verblijfsvergunning, ook als zij parttime of gedeeltelijk parttime gewerkt hebben”.

Advertentie

In 1999 besluit Selma daarom samen met veertien andere Turks-Nederlandse vrouwen in hongerstaking te gaan. Het is een heftige manier van protesteren, maar velen van hen zitten dan al maanden zonder inkomen. Ze willen blijven staken totdat er voor alle contractarbeiders die niet in aanmerking kunnen komen voor een verblijfsvergunning een oplossing is gevonden.

De Koppelingswet heeft voor de vrouwen niet alleen negatieve gevolgen in de praktijk, de nieuwe status van ‘illegaal’ tast ook hun eigenwaarde aan. In een publicatie van E-QUALITY vertelt Ayse, een van de stakende vrouwen, dat haar kinderen zich ervoor schamen dat ze geen verblijfsvergunning hebben: “Op school is ‘illegaal’ tegenwoordig hét scheldwoord voor alles wat vies en lelijk is.” Döndü, een andere staker: “Vóór de Koppelingswet waren we normaal, we werkten hard, en stonden gewoon bij alle instanties geregistreerd. En niemand klaagde over ons. Maar nu…we zijn al onze rechten kwijtgeraakt, ook die we al jarenlang hadden, zoals kinderbijslag, huursubsidie, alles. En dat na al die jaren premie en belasting betalen!” Tijdens de staking dragen Ayse en Döndü een oranje band om hun hoofd met daarop een vlek. De band staat voor Nederland, en de vlek symboliseert de Koppelingswet. Ze willen de vlek eruit wassen zodra ze hun rechten terugkrijgen.

De Koppelingswet betekende een verharding van het Nederlandse ontvangstbeleid. In de jaren ervoor werden contractarbeiders juist veelvuldig gerekruteerd. Eerder schreef ik al over het werk dat deze arbeiders hier moesten verrichten, en dat dat lang niet altijd zo rooskleurig was als het ze was voorgespiegeld. Het ging vaak om gevaarlijke, zware en ongezonde arbeid. Migratie door contractarbeid is per definitie een ingrijpende en soms ook traumatische gebeurtenis. Wortelen in een onbekend land is niet iets wat je in de koude kleren gaat zitten. De gevolgen van zo’n overstap zijn soms nog generaties lang merkbaar – en dat schrijf ik als lid van de derde generatie. 

Advertentie

Met het invoeren van de wet bekende Nederland kleur: een verblijfsstatus krijg je niet zomaar, ook niet als je jaren voor ons gewerkt hebt of je op andere maatschappelijke vlakken wil inzetten. Een verblijfsvergunning wordt ineens gezien als gunst, terwijl het land dat die verblijfsvergunning uitgeeft in jaren daarvoor juist mensen nodig had om arbeid te verrichten. Sinds de Koppelingswet in werking is getreden is de Immigratie en Naturalisatiedienst in Nederland verantwoordelijk voor alle niet-wettige Nederlanders. Het vreemdelingenbeleid is overgeheveld naar de justitiële tak. Daarmee wordt tegen mensen zonder verblijfsvergunning gezegd: jij doet iets strafbaars. Dat is in mijn ogen kwalijk. Het zou niet mogelijk moeten zijn om mensen tot illegaal te verklaren. Als het beleid wordt door mensen gemaakt, en het vreemdelingenbeleid is daar geen uitzondering op. 

De hongerstaking trok veel aandacht en kreeg veel steun vanuit de samenleving. Vrijwilligers meldden zich aan om de vrouwen bij te staan, en ook donaties stroomden binnen. De vrouwen praatten in die dagen met tal van politici, bestuurders en journalisten. Maar meer dan de toestemming dat hun dossiers opnieuw bekeken zouden worden, kregen ze uiteindelijk niet. Veertien van de vijftien vrouwen hebben uiteindelijk een verblijfsvergunning gekregen.

Advertentie

Staker Ayse Tezcan schreef tijdens de staking dit gedicht:


Hoop
Hey! Mensen hoor ons
Wij groeten jullie allemaal
Hand in hand hebben wij stiekem gegeven
Hoor ons stem!

Jaren gewerkt hand in hand
Wil gegeven uit ons hart
Geduldig zijn we 
Misschien  komen we aan die dagen

Onze rechten zijn ontnomen, waar daarbij gelaten is
Zo intertijd zijn we gebleven
Tot ons zelf hebben wij een beslissing genomen: en we zijn begonnen aan een HONGERSTAKING

We moeten dit overwinnen
En blijven in Nederland

Wat we gezegd hebben gaat we ook doen
Rechten krijgen we.


Voor dit artikel is onderzoek gedaan in de archieven van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. Atria beheert unieke archieven van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen. Van 4 februari t/m 4 maart loopt de nieuwsbrievenserie In gesprek met de Zwarte, Migranten- Vluchtelingen-Vrouwenbeweging, waarin pioniers uit de beweging worden geïnterviewd.

 

Het gedicht van Ayse Tezcan komt uit het Stadsarchief van Amsterdam. Türkiyeli Kadýnlar Birlidi; Hongerstakende Vrouwelijke Witte Illegalen (511).