Alle rollen gaan tegenwoordig naar bloedmooie acteurs, en dat moet stoppen

Acteurs zijn inmiddels zo beeldschoon dat ze ‘verlelijkt’ moeten worden om alledaagse personages te kunnen spelen.
Adam Driver in Noah Baumbach's White Noise
Adam Driver in Noah Baumbach's White Noise. Foto: PR

“Too Darn Hot” is een liedje dat Cole Porter schreef voor de musical Kiss Me Kate in 1948, maar het zou net zo goed een beschrijving kunnen zijn van de huidige filmindustrie. Deze sector is een parallelle werkelijkheid geworden waarin alle acteurs er altijd goed uitzien en zelfs de spelers van de allerkleinste bijrolletjes druipen van het sexappeal. Beeldschone mensen als Anya Taylor-Joy, wier vlekkeloze huid en exquise jukbeenderen nauwelijks van deze wereld lijken, worden ingezet om doodgewone figuren te spelen. We lopen als verdoofd rond in dit helse landschap van perfectie, en nemen deze dagelijkse herhaling van fysieke aantrekkelijkheid steeds weer tot ons…inmiddels hunker ik naar een grote neus op het scherm, of ten minste een kin met pukkeltje erop. 

Advertentie

Het onlangs verschenen Funny Pages, een mooi regiedebuut van Owen Kline dat zich afspeelt in de wereld van stripboeken, is in dit opzicht opmerkelijk. De film heeft een scherp en grappig script en wordt gedreven door nostalgie voor de indie-esthetiek, het is allemaal heel korrelig weergegeven. Maar wat vooral opvalt anno 2022 – wat mij betreft in ieder geval – is de alledaagse cast. Deze personages zijn ofwel gewone mensen die hun leven leiden, ofwel sociale buitenbeentjes. Kline's film viert de weerbarstige houding en lompe maniertjes van deze mensen. Ze hebben uitpuilende ogen, kroeshaar, vet haar, dun haar, hangende tieten, een slechte huid en natte lippen.

Het hoofdpersonage van Funny Pages, een nerdige tiener die van stripboeken houdt, is redelijk aantrekkelijk, maar niet overdreven mooi. Zijn ouders zien er gewoon uit als een normale vader en moeder. Vergelijk dit met de Spider Man-films, waarin de zogenaamd ‘nerdy’ Peter Parker wordt gespeeld door de bizar gespierde, knappe en zelfverzekerde Tom Holland. Ook zijn oude tante May, die er in de strips doorgaans uitziet als een lieve grootmoeder, is in de films een van de knapste mensen ter wereld.

Natuurlijk: een van deze films een indie-productie met een piepklein budget, de ander is een blockbuster met een mega-budget. In die laatste wereld is de evolutie van hoofdrolspelers in Spidermanfilms – Tobey Maguire, Andrew Garfield en de huidige Spiderman Tom Holland – veelzeggend. Het begon ooit met enigszins normale gezichten en die zijn inmiddels vervangen door een alomtegenwoordige, gratuite aantrekkelijkheid.

Advertentie

Acteurs zijn inmiddels zo beeldschoon dat ze ‘verlelijkt’ moeten worden zodat ze alledaagse personages kunnen spelen. In White Noise speelt Adam Driver, beroemd om zijn aantrekkelijkheid, de hoofdrol van een professor in Hitler Studies en vader van twee kinderen. Deze rol volgde op zijn rollen in House of Gucci, waarin hij de saaie Maurizio Gucci speelt, en in de musical Annette, waarin Driver's personage een soort zelfhatend monster is. “Alle meisjes die ik zie,” zingt Driver, “Wat zien ze in mij?” Gokje, maar wellicht is het zijn gezicht dat door Michelangelo lijkt te zijn gebeiteld?

De regisseur van Annette, Leos Carax, heeft veel gewerkt met Denis Lavant, een van de meest ongewone gezichten in de filmwereld, met een pezig lichaam en een belangstelling voor het monsterlijke. In de musical is Lavant vervangen door Driver, maar Lavant zou veel geloofwaardiger zijn in deze rol van een zelfhatende vrouwenhater, die tot razernij wordt gedreven door zijn jaloezie en liefde voor een mooie prinses.

Colin Farrell poses next to a photo of himself in Penguin makeup in "The Batman".

Colin Farrell poseert naast een foto van zichzelf in pinguin-make-up in ‘The Batman’. Foto: Anthony Behar/Sipa VS

In The Batman uit 2022 werd de rol van de Pinguïn gespeeld door de knappe rokkenjager Colin Farrell, weer een man wiens reputatie vooral draait om het feit dat hij woest aantrekkelijk is. Voor de rol van de verschoppeling Oswald Cobblepot onderging Farrell een urenlang proces met protheses en make-up, waardoor hij onherkenbaar werd. Good for him natuurlijk – en Farrell levert verreweg het leukste acteerwerk in de tien uur durende emo-nachtmerrie – maar was er echt niemand anders beschikbaar?

Advertentie

De rol van Cobblepot/de Pinguïn werd eerder op een legendarische manier gespeeld door Danny DeVito in Batman Returns (1992). DeVito is 1 meter 50 en heeft best een leuk gezicht, maar zou waarschijnlijk niet veel kalenders verkopen. Voor de rol van de Pinguïn kreeg hij een snavelachtige neusprothese en veel wit poeder op zijn gezicht, maar verder speelt hij de rol vooral zo goed doordat hij het verstoten personage belichaamt met zijn fysieke eigenschappen. Het kan natuurlijk dat Danny DeVito zichzelf vaker verandert in groteske personages om te compenseren voor de indruk die hij achterlaat.

DeVito maakte eind jaren zeventig naam met zijn rol in het tv-programma Taxi, naast andere opmerkelijke gezichten als Judd Hirsch en Andy Kaufman. De jaren zeventig zagen de opkomst van New Hollywood, een stroming waarin acteurs als Dustin Hoffman, Michael Caine en Gene Hackman het overnamen van de keurige en gepolijste mega-filmsterren die onder contract stonden bij de grote studios in Hollywood. 

In de jaren negentig en begin 2000 was er een nieuwe golf van onafhankelijke films in Hollywood. In bijrollen en hoofdrollen gingen acteurs in tegen de standaard-schoonheid van de filmsterren van die tijd (die van Julia Roberts en Tom Cruise, bijvoorbeeld). Tegendraadse acteurs als Steve Buscemi, Paul Giamatti, Illeana Douglas, Don Cheadle, Christina Ricci, Jane Adams of Shirley Henderson konden bijrollen of in sommige gevallen een hele film dragen. Dit zijn mensen die, hoe aantrekkelijk je ze persoonlijk ook vindt, karakter-acteurs kunnen zijn, die een film smaak en reliëf bieden. De acteur Philip Seymour Hoffman ondersteunde de bloedmooie hoofdrolspelers Matt Damon, Gwyneth Paltrow en Jude Law in The Talented Mr. Ripley. Hij voegde iets brutaals en krachtigs toe aan hun stijl. Waar is de Philip Seymour Hoffman van 2022?

Advertentie

Ik moet voorzichtig zijn met mijn woordkeuze als ik het uiterlijk van professionele acteurs beschrijf – niemand noemt hier iemand lelijk! – maar sommige gezichten en lichaamsvormen zijn in de moderne filmwereld nog steeds onconventioneel. Sommige acteurs brengen ons nog steeds een vleugje normaliteit – Jesse Plemons en Olivia Colman, bijvoorbeeld. In The Favourite leek de bereidheid van Colman om zichzelf niet te serieus te nemen, en haar lichamelijkheid te gebruiken in haar spel, bijna iedereen te verrassen. Bij het spelen van de verwende en jaloerse koningin naast Rachel Weisz en Emma Stone raakt Colman de kern van de menselijkheid van haar personage – ze laat ons iets ellendigs en lelijks zien in de manier waarop haar personage zich gedraagt.

Plemons gaat ook tegen de stroom in, in films als I'm Thinking of Ending Things, waar zijn personage verandert van een geïrriteerde maar gewone man in een afschrikwekkende, onkenbare man met een soort koninklijk allure. Het verschil in hoe Plemons zich als dat personage gedraagt, de compleet verschillende registers die hij aan kan boren, hangen af van zijn interessante gezicht. Hij laat ons iets anders zien, iets wat verwrongen en pijnlijk is. 

Dakota Johnson in Persuasion

Dakota Johnson als de ‘oude vrijster’ Anne in ‘Persuasion’. Foto: Album/Alamy Stock Photo

Deze acteurs maken des te duidelijker dat er een ook hoop acteurs zijn die in hun schijnbaar universele perfectie rollen spellen die helemaal niet passen bij hun gezicht Waarom speelt Dakota Johnson in hemelsnaam de vrijsterachtige, soms troosteloze Anne Elliot in Persuasion? En waarom speelt Ncuti Gatwa een verstoten nerd in Sex Education? Waarom is Lily James een mollig dienstmeisje in Rebecca? Elke acteur in The Crown is vijftig keer knapper dan zijn tegenhanger in het echte leven. De vlekkeloze schoonheid van hedendaagse acteurs is bijna irritant, zeker als ze echte personages spelen.

Daarnaast barst social media al van de dertien-in-het-dozijn individuen met perfecte gezichten. Dit alles kan leiden tot een gevoel van saaie monotonie, een vormloze vertrouwdheid, waarin de ene knappe persoon volgt op de andere, als barbiepoppen in een speelgoedwinkel. Misschien is er een revolutie op komst, en zullen we binnenkort meer alledaagse gezichten zien, van mensen die op een geloofwaardige manier een bankier kunnen spelen. Misschien zitten de acteurs die dit gaan doen nog op school, waar hun knappe, onberispelijk geklede leeftijdsgenoten hen uitschelden voor ‘lelijkerd’ of ‘freak’. We wachten het met ingehouden adem af.