geestelijke gezondheid

Hoe het is om bij de Kindertelefoon te werken tijdens een uitzichtloze crisis

"Ik maak me zorgen. Ik zou graag willen zeggen: 'Het komt goed, er komt een einde aan corona.' Maar dat kan niet, want ik weet het niet."
Gv
zoals verteld aan Gwen van der Zwan
maarten
Foto door Gwen van der Zwan

Maarten is 22 en werkt als vrijwilliger bij de Kindertelefoon. Hij wordt gebeld en gechat door kinderen tussen de acht en achttien jaar. Sinds de maatregelen zijn aangescherpt ziet de Kindertelefoon het aantal kinderen en jongeren dat belt toenemen. Maarten vertelt erover aan VICE.

“Sinds de coronacrisis zijn de gespreksonderwerpen anders. Eerst gingen de meeste gesprekken over tastbare zaken zoals verliefd zijn, school, pesten en vriendschap. Maar nu gaan de gesprekken steeds vaker over persoonlijke problemen zoals eenzaamheid, verveling en sombere gedachten. Een logisch gevolg van de lockdown, want school, vrienden en andere afleidingen zijn weggevallen. Ze vervelen zich, en voelen zich vaker alleen. 

Advertentie

En dat merken we ook aan de hoeveelheid telefoontjes en chats die we binnenkrijgen: van zo’n 1100 gesprekken per dag naar gemiddeld 1500. Normaal gesproken kwam het nog weleens voor dat ik tussen twee gesprekken door even niets te doen had, maar dat is al maanden niet meer zo. 

We krijgen bijvoorbeeld meer telefoontjes over huiselijk geweld. Jongeren die merken dat de sfeer thuis gespannen en akelig is omdat iedereen op elkaars lip zit, bellen ons op. Eerst konden ze de barre sfeer thuis natuurlijk ontlopen door iets met vrienden te doen, of naar school te gaan. Ook jongeren vanaf een jaar of veertien nemen vaker contact op. Ik heb het gevoel dat zij meer last hebben dan de jongere kinderen, omdat ze voor de lockdown al zelfstandiger waren, en een eigen netwerk van vrienden hadden. 

Sinds de tweede lockdown is er een extra toename te zien in het aantal jongeren en kinderen dat contact opneemt vanwege depressie, eenzaamheid en gedachten aan zelfdoding. Tijdens de eerste lockdown werd er gemiddeld 16 keer per dag gebeld of gechat door kinderen met suïcidale gedachten, nu is dat 21 keer. Volgens mij omdat de eerste lockdown minder streng was. Er was geen avondklok en er mochten meer mensen op bezoek komen. Maar ook: de situatie voelde tijdens de eerste lockdown nog nieuw. Het duurt inmiddels erg lang, en ze beseffen zich dat het waarschijnlijk nog veel langer gaat duren. Ze voelen zich down, en maken zich zorgen om de toekomst. 

Advertentie

Het is trouwens niet zo dat kinderen alleen nog maar over de zwaarste onderwerpen bellen. Er zijn best wat kinderen die opbellen omdat ze hun vrienden missen, of om over iets heel gewoons te praten. Laatst belde een jongen die heel graag een voetbalwedstrijd wilde bespreken, maar simpelweg niemand had om dat mee te doen. 

Als je je naar voelt, praat erover, is ons advies. Met wie dan ook. Dat lucht op. Maar met iemand praten is opeens óók een stuk lastiger geworden. Ik sprak een paar dagen geleden nog een meisje dat voorheen gesprekken had met haar mentor over haar thuissituatie, maar dat nu mist omdat ze op school niet meer naar hem toe kan gaan. De drempel om een mailtje te sturen is te groot. 

Ik maak me zorgen. Ik heb steeds vaker gesprekken over somberheid, suïcide en eenzaamheid. Dat er weinig perspectief is, maakt het lastig. Ik zou graag willen zeggen: “Het komt goed, er komt een einde aan corona.” Maar dat kan niet, want ik weet het niet. Ik probeer daarom altijd een lichtpuntje te vinden binnen de huidige maatregelen. Dan vraag ik naar hobby’s, dingen die eraan zitten te komen, waar ze goed in zijn of dingen die ze vroeger leuk vonden, voordat ze sombere gedachten kregen.

De politiek zou meer moeten doen voor deze jongeren. Zeker nu ook uit cijfers blijkt dat het niet goed gaat. Er zou op scholen bijvoorbeeld extra aandacht aan kunnen worden besteed, want veel kinderen weten niet wat ze moeten doen als ze ergens mee zitten. Het zou een goed idee zijn om ouders en leerkrachten cursussen aan te bieden over hoe ze hierover met kinderen moeten praten. Want dat gebeurt te weinig.

Niemand weet wat de gevolgen zijn voor de mentale gezondheid van jonge mensen als deze situatie nog langer aanhoudt. Ik weet niet eens wat dit op de lange termijn voor mezelf betekent. Ik mis mijn vrienden ook. Ik ben ook jong. Vaak maar een paar jaar ouder dan de kinderen waarmee ik praat. Ik begrijp hun gevoelens goed. Maar hoewel jonge mensen natuurlijk een omgeving horen te hebben waar zo min mogelijk zorgen zijn, scheelt het dat ze erg veel veerkracht hebben. In gesprekken komen ze vaak zelf met oplossingen voor hun problemen.”

Voel je je eenzaam of somber? Op de website van de kindertelefoon kun je praten met leeftijdsgenoten en het telefoonnummer vinden.