FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Je ziekenhuiseten is zo goor omdat ik het niet mag proeven

Werken in een ziekenhuis is soms een bloederige bedoening, soms tragisch, dan weer inspirerend. Maar laat het voor eens en altijd duidelijk zijn: ik kan er niks aan doen dat het eten zo vies is.

In Restaurant Ontboezemingen lees je over dingen die zich achter de deuren van restaurantkeukens en bars afspelen. Smakelijke verhalen die je als bezoeker van je favoriete eet- en drinkplekken normaal gesproken niet krijgt voorgeschoteld worden op deze plek door koks en horecapersoneel gedeeld. Anoniem – dus lekker vrijuit.

Dit keer spraken we met een medewerker uit een ziekenhuiskeuken (waarschijnlijk niemands favoriet nee), die de verdrietige, glorieuze, hoopvolle en onbekende aspecten van het werken in een ziekenhuis met ons deelde.

Advertentie

De patiënten hebben er geen idee van wat er allemaal gebeurt op mijn werkplek. Ik werk in een ziekenhuiskeuken: in fabriekstempo maak ik de dienbladen klaar, doe de afwas en breng het eten naar de patiënten. Voor mij zijn dat meestal de mensen die aan het herstellen zijn van een operatie. Mijn leidinggevenden houden heel scherp in de gaten of ik het juiste dienblad naar de juiste persoon breng. Als iemand het verkeerde dienblad krijgt, kan dat grote gevolgen hebben – vooral als diegene diabetes heeft of bijvoorbeeld allergisch is. Op elk dienblad ligt een briefje waarop precies beschreven staat welk eten het is en voor wie het bedoeld is.

Er zijn twee soorten maaltijden. Allereerst is er de algemene – die is voor iedereen hetzelfde. De andere speciale maaltijden kunnen gekozen worden van een menu. De algemene maaltijden zijn elke dag anders, maar meestal is het iets als broccoli, aardappelpuree, maïs, vis en boontjes. Gewoon de dingen die we allemaal gezond vinden. Gek genoeg wordt er één dag in de week kip met macaroni en kaas gemaakt. Geen idee waarom.

De patiënten die van mij een algemene maaltijd krijgen zijn hier niet blij mee, ze vinden het vaak hartstikke goor. Omdat deze maaltijden allemaal identiek moeten zijn, zonder suiker en met weinig vet, zien ze er gewoon niet zo aantrekkelijk uit. Soms krijg ik wel te horen dat het best prima smaakt, maar dat kan ik zelf niet weten. Ook al stellen wij de maaltijden samen, het is strikt verboden om er een hapje van te nemen. Sterker nog: in de ruimte waar we de maaltijden klaarmaken mogen we helemaal niks eten, en buiten het ziekenhuisrestaurant ook niet.

Advertentie

Veel van de wat oudere, verwarde patiënten vragen vaak of ik ze wil helpen om naar de wc te gaan, maar ook dat is voor mij niet toegestaan.

Het ziekenhuis waar ik werk is gigantisch en het is lastig om de weg te vinden. Het is echt zo'n kunstzinnig gebouw dat miljoenen heeft gekost, maar als ik erdoorheen loop met mijn dienbladen ziet elke verdieping er hetzelfde uit. Ik ga elke dag langs honderdvijftig mensen en per persoon mag ik niet meer dan drie minuten kwijt zijn. Als ik over die limiet ga, dan gaat dat van de rest van mijn dag af. Eigenlijk komt het erop neer dat ik in de weer ben vanaf het moment dat ik het ziekenhuis binnenloop tot het moment waarop ik weer vertrek. Het duurde een tijdje voordat ik de snelste routes kende en zo wat tijd kon besparen.

Patiënten begrijpen niet altijd dat ik heel krap in mijn tijd zit. Sommigen willen dat ik ze help met eten maar ik mag ze helemaal niet aanraken, daar zijn de verplegers voor. Ook is het voor mij verboden om 'dat mag ik niet' of 'nee' te zeggen, dus draai ik maar een beetje om de hete brij heen. Dat hoort bij de huisregels van het ziekenhuis – patiënten worden niet vrolijk van een kille 'nee'. In plaats daarvan moet ik bijvoorbeeld zeggen: 'Wat ik wel kan doen is…,' en vervolgens met een alternatief komen. Als het om iets ernstigs gaat bel ik gewoon de verpleger. Veel van de wat oudere, verwarde patiënten vragen vaak of ik ze wil helpen om naar de wc te gaan, maar ook dat is voor mij niet toegestaan.

Advertentie

Ik heb niet genoeg tijd om een band op te bouwen met de patiënten, maar ik heb wel een favoriet. Het is een oudere vrouw op de psychiatrische afdeling, daar breng ik tijdens de avondshift altijd snacks. Ze is hier al heel lang en kent alle roddels uit het ziekenhuis. Niemand wil natuurlijk zo lang in het ziekenhuis liggen, maar zij maakt er het beste van. Ik heb weleens de indruk dat de verplegers gemeen tegen haar doen, dus soms stop ik haar een extra snack toe. De pindakaascrackers en de rijstkoekjes zijn haar favorieten. Het stelt niks voor, maar ik ben blij dat ik iets voor haar kan doen.

Langsgaan bij de intensive care kan lastig zijn – daar hangt altijd een droevige sfeer. Mensen zitten onder de zuurstofmaskers en draden en zo, en zijn er slecht aan toe. Je kunt zien waar ze gewond zijn door het verband. Soms zie je open wonden, het kan een bloederige bedoening zijn. Als ze net aan het slapen zijn leg ik het dienblad gewoon op hun tafel en ga ik weer weg, zodat ik ze niet stoor.

Soms doen de patiënten lelijk naar me. Een man werd een keer boos omdat hij dacht dat er drie soorten koekjes waren, maar er zijn er maar twee. Hij dacht dat ik hem zijn favoriete koekje niet gunde. Op zijn monitor kon ik zijn bloeddruk zien stijgen.

Het is lastig om na zo een incident weer gewoon verder te gaan, ik blijf er dan over malen en hoop maar dat het goed komt. Maar ik moet erop vertrouwen dat de zusters de situatie weer onder controle kunnen krijgen.

Zoals verteld aan Tove Danovich